Overdenking

Wat zoek je? Johannes 6, 22-29

Toen u vanmorgen hier de kerk binnenkwam, bent u vriendelijk begroet door een van de kerkenraadsleden. Maar stel je voor dat degene bij de deur, toen u verwachtingsvol aan kwam lopen, tegen u had gezegd: ‘wat zoekt u hier eigenlijk?’ Dat zouden we niet zo vriendelijk hebben gevonden. Niet bepaald welkom. Hoewel het natuurlijk ook een eerlijke vraag zou kunnen zijn.

De menigte komt verwachtingsvol achter Jezus aan. Ze doen er nogal wat moeite voor, horen en lezen we in het evangeliegedeelte van vandaag. Bootjes worden gecharterd. Het meer wordt overgestoken. Daar, aan de overkant, vinden ze Jezus.
De reactie van Jezus vervolgens loopt niet over van vriendelijkheid. Hij zegt het niet, maar je hoort hem denken: ‘wat zoeken jullie hier eigenlijk?’
In wat hij wel zegt, klinkt de nodige scepsis door: “Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent”. En dan zegt hij er achter aan: “U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft: de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven”.

Over deze reactie van Jezus gaat het vanmorgen. Waarbij op de achtergrond de vraag mee blijft klinken, ‘wat zoeken wij hier eigenlijk’. Een vraag naar ons geloof, of ons zoeken naar geloof. Een vraag over onze relatie met de Jezus uit het evangelie. Een vraag kortom waarin heel veel meeklinkt. Het is een vraag die iedereen voor zichzelf moet beantwoorden. Maar misschien kan het verhaal uit het evangelie helpen daarvoor richting te vinden.

We lezen deze weken dóór in het evangelie van Johannes. Daarom is het belangrijk iets te zeggen over het verband waarin deze woorden staan.
Het is allemaal begonnen met het bekende verhaal van de vijf broden en de twee vissen. Hoe Jezus een grote menigte van mensen, nieuwsgierigen, mensen uit het gewone volk die hem gevolgd zijn toen ze zijn wondertekenen zagen, hoe hij zieken genas (6: 2), hoe hij in het zachte gras de mensen liefhad en genas…
Het wonderteken van de vijf broden en de twee vissen wordt daar aan toegevoegd, en de twaalf manden die overblijven.
Daarna, tegen het vallen van de avond, trekt Jezus zich terug in de bergen, en steken de leerlingen het meer over. Als ze overvallen worden door een hevige wind, is opeens Jezus bij hen, over het water gekomen. Een wonderlijk intermezzo.
Nu vallen wij het verhaal binnen.
“De volgende dag stond de menigte weer aan het oever van het meer”.
Ze zoeken Jezus, steken het meer over in hun gammele bootjes, en vinden hem aan de overkant.
Waarna dus die woorden van Jezus klinken. Wat zoeken jullie hier eigenlijk?

Er spreekt een zekere irritatie uit.
Jullie zoeken me niet omdat je tekenen hebt gezien, maar omdat je hebt gegeten en verzadigd bent geraakt en daar nog niet genoeg van hebt. Jullie willen zeker meer? Wat zoeken jullie? Sensatie? Wonderen? Toe, lieve Jezus, laat nog eens je kunstjes zien? Is dat het? Waarom lopen jullie achter mij aan?

De irritatie is, dat ze wel het wonder hebben gezien, maar niet het teken hebben opgemerkt. Dat is een subtiel verschil, belangrijk in het evangelie van Johannes. Je komt dat telkens weer tegen in de verschillende verhalen.
De ‘wonderen’ die Jezus verricht worden daar namelijk bewust ‘tekenen’ genoemd. In onze vertaling hebben ze dat proberen weer te geven door die beide woorden aan elkaar te plakken: wondertekenen. Voor het evangelie van Johannes is belangrijk dat we de wonderen -water wordt wijn, een blinde gaat zien, een lamme gaat lopen, brood voedt de menigte, een dode staat op, en zo voort – gaan zien als tekenen die verwijzen naar wie Jezus is. Je moet je niet blindstaren op wat je ziet gebeuren, maar letten op waar dat bijzondere gebeuren naar verwijst. De diepere betekenis.

In de gesprekjes die steevast na die wonderen plaatsvinden, is dat telkens aan de orde. Ook dat is een typische eigenschap van dit evangelie. Jezus geeft er vaak zelf die verdiepende betekenis aan. Dat gebeurt ook hier, als hij zegt:
“U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft”. Jezus verwijst naar een diepere dimensie, de wezenlijke betekenis van het wonderteken, en dan wijst hij naar zichzelf: “de Mensenzoon zal het u geven (nl. dat voedsel dat niet vergaat, het eeuwige leven) want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven”– ook weer typisch taalgebruik uit dit vierde evangelie.
In het vervolg van dit lange hoofdstuk zal het daar over blijven gaan.

Wat zoek je bij Jezus?
Is hij de man waar je wonderen van verwacht? Is hij degene – Jezus, God, de hemel, het geloof – die jouw problemen op moet lossen door een ingreep van boven?
Wat zoek je, hier in de kerk, in de rituelen van het geloof, in de verhalen uit dat oude boek? Wat zoek je? Bevestiging van je eigen gelijk? Troost in moeilijke tijden? Antwoord op je levensvragen?
En is dat dan het eigenlijke, diepere antwoord, waar je naar op zoek bent? Als Jezus ons wijst naar het ‘voedsel dat niet vergat’, en als hij spreekt over ‘eeuwig leven’?

De vragen hopen zich op.
En natuurlijk, is zei het al, ik noch iemand anders, kan die vragen voor jou, voor u beantwoorden.
Net zo min als u dat voor mij kunt.
Wat ik wel kan doen, en misschien hier en nu op deze plaats, moet doen, is u vertellen hoe ik het zelf ervaar.
Wat zoek ik bij Jezus? Het eeuwig leven! Maar dan wel ‘het eeuwig leven’ zoals dat in dit evangelie wordt bedoeld. Want die woorden roepen gemakkelijk misverstand op.

De meeste mensen zullen geneigd zijn bij die woorden ‘eeuwig leven’ te denken aan iets wat er is, of niet is, na dit leven. Zo zijn we daar ook mee opgevoed. Je hebt dit aardse, tijdelijke leven en gelovigen denken dat er daarna nog een hemels, eeuwig leven, wat je je daar ook bij voorstelt of niet. Soms leek het erop dat het geloof daar op neerkomt, dat het niet zozeer om dit aardse leven gaat, maar vooral om het eeuwige leven dat op ons wacht, na het aardse tranendal, en zo voort.

Die beelden en voorstellingen zitten er diep in. Zo diep, dat het ons vaak verhindert om de betekenis van die woorden ‘eeuwig leven’ te horen zoals ze in dit evangelie klinken.
Want anders dan ons vooroordeel, gaat eeuwig leven hier niet om het leven na dit leven, maar om een manier van leven in dit leven. Het gaat niet om straks, later, ooit, maar om leven in de volheid, hier en nu. Dat is echt een wezenlijk verschil. En zo wil ik graag die woorden van eeuwig leven verstaan. Als een stimulans voor het leven hier en nu. Een volheid van leven, een kwaliteit van leven, het échte leven, zoals het bedoeld is, zoals het zou moeten, zou kunnen, mag zijn.

Dat is wat Jezus belichaamt, letterlijk. Hij brengt je in contact met het ware, het echte, het volle leven. Bij hem valt alle opsmuk weg, alles wat onecht is, gemaakt, alles wat pretenties heeft, buitenkant is, alles wat er eigenlijk niet toe doet. Dat wat vergaat.
“U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft”. Dat vind je, in de ontmoeting met Jezus, in de weg die hij gaat, tussen en met de mensen, voor de mensen en voor de wereld, dat zie je in het teken van het kruis, liefde die alles overwint.

De woorden van Jezus over eeuwig leven, leiden mij niet af van deze wereld en onze tijd. Ze voeren me er op een nieuwe, geconcentreerde manier naar terug. Ze helpen om je te oriënteren op wat werkelijk van belang is, wat mijn aandacht verdient, mijn inzet, mijn tijd.
En ook daarvan geldt, dat een ander niet voor jou bepalen kan wat dat betekent. Dat mag je zelf invullen. Maar het kan helpen om bepaald te worden bij de vraag wat er nu eigenlijk echt toe doet. Heel veel in ons dagelijks leven is opsmuk, routine, dwangmatigheid misschien wel. Dat hoort er ook bij. Maar als dat het enige is… dat zou een wat povere vertoning zijn, toch? Laten we oppassen niet te moralistisch te worden.

Misschien is het voldoende om tenminste voor even die wat directe vraag, die toch niet onvriendelijk bedoeld is, tot je door te laten dringen: Wat zoek ik hier eigenlijk?

AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply