Overdenking

Vrouwen voeren vrede, (Rispa)

Het is verhalenweekend in Drenthe, tenminste dat zag ik op billboards langs de kant van de weg. In ons eigen dorp wordt daar ook aandacht aan besteed. Dinsdag is hier in de kerk een avond in het kader van vrouwelijke erfgoed, met onder andere een lezing over verhalen met vrouwen in de hoofdrol.

Ik dacht, daar moeten we vandaag maar op inhaken.
Sterke vrouwen in de Bijbel. We hebben een kostbare schat aan verhalen en in meer verhalen dan je zou denken, spelen vrouwen een belangrijke rol.

Ik vind het een beetje ongemakkelijk dat ik daar nu, als mannelijke predikant, goede sier mee probeer te maken. Is dat niet een vorm van ongewenste toe-eigening? Gender appropriation? Het steekt nauw tegenwoordig. Hopelijk kunnen we over een al te rigide gender kloof heen stappen. Uiteindelijk is het de kracht van de verhalen zelf en de vrouwen daarin, die het moet doen.

Ik heb gevraagd om suggesties, voor dit thema. En ontving van een enkeling een reactie. Sterke vrouwen in de bijbel? Dan kom je al snel bij de verhalen van Ester, of van Ruth, uit. Degene met een katholieke achtergrond noemt meteen Maria, uiteraard. Het zijn voor de hand liggende voorbeelden, zoals er meer te noemen zijn. Vanaf Eva, de aartsmoeders Sara, Rebekka, Rachel en Lea. Of denk aan Sifra en Pua, de twee vroedvrouwen die weigeren het bevel van de farao uit te voeren om de joodse jongetjes doodgeboren te laten worden. Voorbeelden in overvloed. Je zou met de Spreuken de lof kunnen zingen van Vrouwe Wijsheid, of van de deugdelijke huisvrouw, al lijkt me dat laatste wat ingewikkelder…

Nou ja, ik heb een ander verhaal gekozen, wat minder bekend en ook wat minder gemakkelijk. Het is een verhaal dat juist in de akelige actualiteit van deze tijd misschien iets te zeggen heeft.

Kent u het verhaal van Rispa?
Het speelt in het verre verleden, in de tijd van koning David. Je vindt het in 2 Sam. 21.

Rispa is een vrouw én ze is een moeder.
Ze is een van de vrouwen van koning Saul geweest, de voorloper en de rivaal van David. Bij Saul heeft ze kinderen gekregen, nu volwassen zonen. Maar inmiddels is Saul dood; is koning David aan de macht. Rispa is van het hof verstoten, ze is een oude vrouw geworden.

Het verhaal vertelt dat er eens tijdens de regering van David drie jaar hongersnood was.
David vraagt aan de Heer wat de oorzaak is. Het antwoord is dat er een bloedschuld rust op Saul en zijn familie. Ooit heeft Saul zijn belofte ten opzichte van de Gibeonieten, één van volken rondom, niet gehouden en een aantal van hen vermoord. Die schuld staat nog open; dat zou de reden van de hongersnood zijn.

Goed, David neemt contact op met de nabestaanden. Wat moet er gebeuren zodat jullie genoegdoening vinden. Zij eisen zeven nakomelingen van Saul. Bloedschuld eist bloedwraak?

Aldus geschiedt. Misschien komt het David stiekem ook wel uit, zeven koningskinderen die een potentiële bedreiging voor zijn positie vormen, minder. Hij hoeft zelf geen vuile handen te maken. En hij doet het toch uit het landsbelang, die hongersnood immers?

Ik lees een stukje voor:

“Hij (David) leverde hen uit aan de Gibeonieten, die hen boven op een berg ophingen ten overstaan van de Heer. Ze werden alle zeven tegelijk ter dood gebracht, in het begin van de oogsttijd, in de tijd van de gersteoogst.
Rispa, de bijvrouw van Saul, spreidde een kleed op de rotsen en bleef daar vanaf het begin van de oogsttijd totdat de eerste herfstregens vielen om overdag de roofvogels van de lijken te verjagen en ’s nachts de wilde dieren.”

De zeven mannen worden opgehangen en publiekelijk ten toon gesteld. Onder hen, de twee zonen van Rispa. Hun namen worden genoemd. Dat dan wel. Het is belangrijk dat tenminste de namen van de slachtoffers worden bewaard. Dat hoorden we deze week ook weer, de namen van de joodse slachtoffers en van de Palestijnse slachtoffers, zoals Ramsey Nasr dat indringend verwoordde, als u het ook gezien heeft.

In ieder geval.
Moeder Rispa laat het niet zo maar gebeuren. Tegen de moord, van hogerhand bevolen en politiek gemotiveerd, kan ze niets doen. Maar ze komt in het geweer tegen de schandelijke blootstelling van alle zeven gehangenen. Ze zit daar, in stil protest, dag en nacht, wekenlang. Ze zit daar als moeder, om de vliegen en erger, de gieren overdag en de aasdieren in de nacht, bij de lichamen van haar zonen en de andere slachtoffers weg te jagen. Ze zit daar, zonder woorden, maar veelzeggend en krachtig.
Ze is daar opeens in dit bizarre verhaal. Ze is er, stilzwijgend, maar met een grote waardigheid, als een levende en sprekende aanklacht tegen deze onmenselijkheid.

Geen wonder dat ze in onze tijd vergeleken wordt met de dwaze moeders in Argentinië, die jarenlang iedere week op het plein in de hoofdstad samenkomen, om aandacht te vragen voor hún zonen of echtgenoten, vermist, vermoord tijdens de dictatuur.

Geen wonder dat we vandaag denken aan al die vrouwen, moeders, van vermoorde kinderen, in Israël, in Gaza, in god mag weten waar en overal.

Rispa is een sprekende stem, in haar zwijgen.
Een stem, een gestalte, die de wereld toont, hoe verkeerd het is als de ene vloek met de andere beantwoord wordt. Hoe slecht het is, als haat en wraak en vergelding het laatste woord zou krijgen, of het enige.
Rispa is een sprekende stem, dat in alle verschrikkingen die mensen mensen aandoen, het nodig is, dat iemand de menselijkheid blijft bewaren, in alle onmacht.

In de vele berichten van de afgelopen week, las ik een interview met twee Israëlitische vrouwen, Chana Cune en Achsa Paz, zeventigers, vredesactivisten van de actiegroep Women Wage Peace, vrouwen voeren vrede. Het stond 15 oktober in Trouw.
Hun actiegroep werd opgericht na de vorige Israëlische inval in de Gazastrook in 2014 en telt enkele tienduizenden leden en aanhangers. De groep organiseerde eerder onder meer marsen, demonstraties en allerlei activiteiten om hun vredesvisioen in het publieke bewustzijn te versterken. De beweging zoekt daarbij voortdurend samenwerking met Palestijnse vrouwen binnen en buiten Israël. “We willen elkaar spreken, gevoel voor elkaar krijgen.” “We willen een fundamentele verandering in de militaristische, door mannen gedomineerde samenleving in Israël. Want het is hier heel erg macho. Vrouwen willen niet dat hun kinderen sneuvelen, ze zijn minder geneigd tot oorlog voeren.”

Uit het interview spreekt hoe moeilijk het momenteel is om dat vol te houden.
“Een van de drijvende krachten van hun vredesbeweging is naar alle waarschijnlijkheid ontvoerd door de Hamasstrijders. De 74-jarige Vivian Silver woonde in een kibboets vlak bij de grens van Gaza, die werd aangevallen door de Palestijnse terroristen. Haar huis brandde af en haar lichaam werd niet teruggevonden. Ondanks alle verdriet daarover deed haar zoon Yonathan, in de geest van zijn moeder, op televisie een dringende oproep tot vrede. “We moeten het geweld nu stoppen”, zei hij. “Wraak is geen strategie.”
En ze besluiten: “We geloven niet in geweld.”

Sterke vrouwen.

Dwaze moeders?

In een artikel over de Vrouwen rondom David, zoals ze voorkomen in de oude bijbelse verhalen, lees ik dat de vrouwen in deze verhalen vaak een tegenstem vormen tegen het al te krijgshaftige, tegen onnodig bloedvergieten, tegen de onmenselijkheid van de macht.
Rispa hoort daarbij.

Het bijzondere van David is, dat hij meermalen bereid is om te luisteren, naar deze vrouwen, om tot inkeer te komen.
Dat gebeurt ook in dit verhaal, dat laten we nu verder rusten. Maar er vindt een bepaald eerherstel plaats, alhoewel de verschrikkingen daarmee uiteraard niet ongedaan zijn gemaakt. Het leed wordt daarmee niet opgeheven. Het is niet een goedkoop happy end. Zo is het leven niet.

Maar in dat vermogen om te veranderen, om een andere weg in te slaan, schuilt de hoop, dat tere plantje hoop, dat het ooit anders kan, in deze wereld, met ons mensen, mannen én vrouwen.

Rispa is een van die vele gestalten, uit de bijbel en uit de geschiedenis en uit ons heden, die die hoop op haar eigen manier aanwakkert, levend houdt. De hoop op de menselijkheid, ondanks alles.
Zoals al die vrouwen voor vrede, al die moeders, dwaze moeders, al die mensen die zich niet neerleggen bij oorlog, wraak en strijd en wat niet al. Vrouwen die niet oorlog, maar vrede voeren. Mensen die niet geloven in geweld, maar in de kracht van liefde en van mededogen.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply