Overdenking

Vervlogen hoop?!, Hemelvaart

Vervlogen hoop?!

We kennen allemaal dat gevoel, dat je je ergens op verheugd hebt, een feestje, een vakantie, een dagje uit – en dan gebeurt er iets waardoor het plotseling niet door kan gaan.
Je had er zo naar uit gezien, en dan opeens moet je de knop omzetten. Teleurstellend.
Of je had gehoopt op een goed bericht, een positieve uitslag – maar helaas.

Vervlogen hoop. Met een vraagteken.
En nu zult u denken, het zal eerst wel over het vraagteken gaan en dan komen we daarna bij het uitroepteken uit. Leer mij die dominees kennen. Misschien hoop je dat wel…?

Vervlogen hoop.
Een goed voorbeeld, haast letterlijk, vind je in de bijbel in het bekende verhaal van de Emmaüsgangers. Ze gaan na Jezus’ kruisdood teleurgesteld terug naar huis. Ze zijn nog helemaal ontdaan van wat ze hebben meegemaakt. Als zich bij hen tweeën een derde wandelaar voegt, die vraagt waarom ze zo somber gestemd zijn, lopen ze helemaal leeg: ‘Weet je dan niet wat er met Jezus van Nazaret is gebeurd? We leefden in de hoop dat Hij ons zou bevrijden’, maar ze hebben hem gekruisigd en Hij is nu al drie dagen dood.

Dat was op Pasen. Inmiddels weten we meer, en die twee leerlingen in Emmaüs ook. Hun ogen zijn opengegaan.
Eigenlijk is dit verhaal een bladzijde hiervoor verteld.
In het boek Handelingen, deel twee van Lucas’ evangelie, gaat het verder met de Hemelvaart van diezelfde Jezus, veertig dagen later.
In de tussentijd heeft Hij veelvuldig met zijn leerlingen gesproken.
Je zou denken, ze zijn nu wel voorbereid en ingelicht.

Toch is er een zelfde gevoel van teleurstelling proefbaar.
Het zit in die wat bezorgde vraag, of nu dan binnen afzienbare tijd de bevrijding aanbreekt, het koningschap over Israël wordt hersteld (vers 6). Het zit in dat blijven staren naar de hemel, waarheen ze Jezus zien verdwijnen (vers 10). Ze moeten door twee mannen in stralende gewaden – overduidelijk engelen, dezelfde twee die een pagina geleden ook al bij het open graf stonden? – ze worden door die twee boodschappers uit de droom geholpen. Wat staan jullie daar naar boven te kijken? Je moet je aandacht richten op het hier en nu… Waarop ze terugkeren naar Jeruzalem, vanwaar het allemaal verder zal gaan.

Twee keer moet de beweging als het ware van buiten op gang gebracht worden. Moet de teleurstelling, de vervlogen hoop, omgezet worden in nieuw elan.
Bij het open graf van Pasen en bij de gesloten hemel van Hemelvaart.
Als de hoop lijkt vervlogen – naar menselijke maat gesproken – dan komt er van godswege een nieuwe dynamiek op gang. Dat doen die engelen. Daar zijn ze voor aangesteld. Boodschappers van God.

Vervlogen hoop?
Er zijn zoveel dingen in het leven en in de wijde wereld, waar dat voor geldt.
We hebben eerder deze maand de vrijheid gevierd. 4 en 5 mei. De generatie die dat bewust heeft meegemaakt, sterft langzaam uit. Ook ik ben van ruim na die tijd. Maar we kennen de verhalen, van hoe bijzonder de bevrijding was, na vijf jaar oorlogsellende. Een onvergetelijk feest. Maar ook, hoe snel de deceptie er was, toen het gewone leven weer doorging, toen de verwachte doorbraak in de politiek en de samenleving uitbleef, ieder weer in zijn eigen zuil terugkroop, de eenheid en de saamhorigheid en solidariteit van de oorlogsjaren verwaaide.
Denk aan vergelijkbare ervaringen later in de geschiedenis, bij de val van de Muur. Eindelijk vrijheid. Maar wat was die vrijheid? De vrijheid om auto’s te kopen en consumptiemiddelen, om meegesleurd te worden in de wetten van de markteconomie.
Einde van de koude oorlog? Het begin van nieuwe conflicten, opkomend nationalisme, en zo voort.

Of nog recenter. De coronacrisis. Bij alle ellende van mensen die ziek werden, soms met blijvende gevolgen, of de slachtoffers van de eerste golf, was er de haast bevrijdende ervaring, dat het leven ook anders kon, minder gestrest, minder gereis en getrek, leven in een rustiger tempo en op een eenvoudiger manier. Zelfs de natuur knapte er van op. Minder lawaai en minder luchtvervuiling. We zouden bepaalde dingen daarna echt anders gaan doen.
Maar wat is daarvan terecht gekomen? We draven weer net zo door als voorheen. De files zijn weer op hun oude niveau, en al dat andere ook.

Het lukt ons kennelijk slecht om echt iets te veranderen, om je leven te beteren, om te doen wat je eigenlijk zou willen, of zou moeten.
Zijn mensen onverbeterlijk?
Is de wereld onveranderlijk?
Zijn al die mooie idealen, de verwachting van het koninkrijk, van het andere leven zoals Jezus dat heeft verkondigd en geleefd, is dat in rook opgegaan? Vervlogen hoop, nu Hij al meer dan 2000 jaar geleden heeft geleefd. ‘Zoals Hij in de hemel is opgenomen, zal hij ook terugkomen”. Ja, maar het wachten duurt zo lang en is die belofte niet al lang over zijn houdbaarheidsdatum heen?

Vraagtekens genoeg.
Het wordt tijd voor een uitroepteken!

We moeten er niet een ordinair trucje van maken.
Daarom is het goed om nog eens te letten hoe het in de tekst zelf aanwijsbaar is. Ik zei al dat er van buiten een nieuwe dynamiek op gang gebracht wordt. Door de ingreep van die ‘engelen’.  In de bijbel hebben ze altijd de functie om een boodschap van God door te geven, om de dingen in beweging te brengen.
Het is alsof onze vraag, onze bezorgdheid – de vervlogen hoop – als het ware wordt omgekeerd en op ons eigen bordje wordt gelegd.

Als de leerlingen in Emmaüs met gebogen hoofden en gekromde schouders lopen – de hoop vervlogen – dan is er die derde, die eenmaal bij hun thuis, bij het breken van brood de Heer zelf blijkt te zijn. En dan is het aan hun. Ze staan op, met nieuwe energie, ze gaan terug om het goede nieuws te delen. De hoofden omhoog en de borst vooruit. Nu komt het op hun aan.
Zij belichamen de hoop. In wat ze te delen hebben.

Evenzo de leerlingen op de berg, bij het definitieve afscheid. Ze staan wat wezenloos omhoog te kijken, maar ze worden door die twee engelen op hun voeten gezet. Kom op, in beweging, terug naar Jeruzalem, onder de mensen, in de wereld. Daar moet je zijn. Daar moeten jullie nu zelf de hoop belichamen, het goede nieuwe delen en leven en zo verspreiden.

In de brief van Petrus, een generatie van christenen later, staat de oproep verantwoording af te leggen van ‘de hoop die in u leeft’. Niet de hoop die Jezus is, of de hoop op zijn wederkeer, of de komst van het Koninkrijk. Dat is allemaal ook belangrijk. Maar hier geldt de oproep om de hoop die in je zelf leeft naar buiten te laten zien. Om zelf de hoop te zijn.

En dan gaat het om heel gewone dingen, als je de brief leest.
Eensgezind zijn, met elkaar meeleven, elkaar lief hebben als broeders en zusters, het kwaad uit de weg gaan, de vrede naleven en noem het allemaal maar op.
Dingen die iedereen kan doen.
Daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben.
Het is de manier van leven en samenleven, die laat zien welke hoop in jou leeft.
Welke hoop jij zelf leeft.

(En dan wordt er toegevoegd, dat Christus zelf ons sterk en krachtig zal maken. Hij geeft, ook nu Hij ons heeft verlaten, de kracht om staande te blijven in de hoop)

Het komt op ons aan.
Sinds die Hemelvaart toen en Pinksteren daar direct op volgend, is dat de situatie van de gelovige in de wereld.
Ooit stond op een Loesje-poster de tekst: Zou God nog in ons geloven?

Of de hoop vervlogen is, lijkt bij Hemelvaart een vraag.
Als wij de hoop levend houden, als wij de hoop leven – in de kracht van de levendmakende Geest, mogen we voor elkaar en onszelf het antwoord zijn.

Blijf niet staren op wat vroeger was.
Sta niet stil in het verleden.
Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen
het is al begonnen, merk je het niet?
(Huub Oosterhuis)

AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply