Overdenking

Uitbehandeld?

No Future. Geen toekomst.
In de jaren tachtig stond die leus in graffiti op menige muur gespoten.
Het is het decennium waarin ik zelf volwassen werd. Het huis uit ging, ging studeren, ging trouwen, ging werken, kinderen kreeg. Toch was het niet zo’n prettige tijd. No Future was niet voor niets de leus voor veel generatiegenoten. Er was een hoge jeugdwerkloosheid. Er was – ook toen al – woningnood, je had de krakersrellen. We maakten ons zorgen over de kernwapens. Die discussie werd ook volop in de kerk gevoerd. Koot en Bie verrijkten onze taal met het woord ‘doemdenken’. Ik herinner me dat we in onze jeugdgroep een discussie hadden of het wel verantwoord was om op zo’n wereld kinderen neer te zetten. In de kerk besteedden we aandacht aan de drie thema’s van het conciliair proces, gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Waarbij in mijn beleving dat laatste er wat bij hing.

Themazondag Groene Kerk – gelezen gedeelte Openbaring 5: 11- 13 (uit brochure Bijbel & Duurzaamheid, NBG)

We zijn veertig jaar verder.
Het thema aandacht voor de schepping, bungelt er echt niet meer bij. Iedereen is zich van het belang daarvan bewust. Het is hét thema van deze tijd en van een nieuwe generatie. Het gevoel van onbehagen is gebleven.
Deze week het bericht dat veel jongeren met mentale problemen worstelen, ze voelen zich zenuwachtig, bang of ongelukkig, waarbij de klimaatcrisis wordt genoemd als een van de oorzaken. Je hoort woorden als klimaatangst en klimaatdepressie en er is een podcastserie die de titel klimaatschaduw draagt. Daarin vertelt een jonge vrouw over de machteloosheid die ze voelt bij alle berichten over het milieu: ‘er hangt een sombere schaduw over mijn leven die je altijd me je meedraagt’.
Zelf vertelden vrienden van ons kort geleden dat hún kinderen worstelen met dezelfde vraag als wij toen, of je op deze wereld wel kinderen zou moeten willen krijgen…
No Future?

Het eerlijke antwoord is dunkt me, bevestigend. Inderdaad: No Future. Geen toekomst.
Dat verwacht u misschien niet, niet uit mijn mond en niet op deze plaats. Maar toch houd ik er aan vast, alhoewel dit eerste antwoord niet het laatste woord hoeft te zijn.
Om dat duidelijk te maken nodig ik u uit om een laagje dieper af te steken.

Geen toekomst.
Er is geen toekomst, voor de manier waarop we nu leven op deze aarde. Dat is een boodschap die we eigenlijk, als we eerlijk durven zijn, wel weten maar die we liever ontkennen of wegstoppen. Al vijftig jaar geleden, met het rapport van de Club van Rome, is het besef doorgedrongen dat ‘ongelimiteerde groei’ geen toekomst heeft. We kunnen niet eindeloos doorgaan, met produceren en consumeren, meer dan we nodig hebben. We kunnen niet eindeloos doorgaan met fossiele brandstof, met het uitbuiten van de aarde. Dat loopt een keer onherroepelijk vast.
Er is geen toekomst. Het is niet vijf voor twaalf, het is al te laat. We gaan de opwarming van de aarde, het veranderen van het klimaat, niet meer tegenhouden. We zitten er middenin. Het grote uitsterven van soorten, van insecten en zeldzame dieren, is al gaande. De wereld, de schepping, zoals die was, nog in onze eigen jeugd, gaat onherroepelijk verloren, is al verdwenen.

Dat klinkt hard, maar het is reëel. Dat tij gaan we niet keren, zelfs niet als we keurig ons afval scheiden, als we statiegeld op blikjes invoeren, zelfs niet als er morgen opeens een landbouwakkoord zou liggen, of als Schiphol besluit toch niet te hoeven groeien, of weet ik wat. Dat is allemaal belangrijk, begrijp me goed, maar dat neemt niet weg dat we onmogelijk op de oude voet verder kunnen gaan. Dát heeft geen toekomst meer.

Dat is niet fatalistisch, al komt dat misschien zo over.
Integendeel, zou ik zeggen. Maar het heeft geen zin naïef te zijn, of te romantisch. We kunnen niet weglopen voor dit slechtnieuws-gesprek. Dat betekent niet, dat je dan aan het einde van je mogelijkheden bent. Het is niet zo dat wij nu uitbehandeld zijn.

Op dit punt is het belangrijk om de volgende stap mee te maken.
Daarbij komt een inzicht dat we vanuit de christelijke traditie aangereikt krijgen.
De Bijbel heeft eigenlijk ook diezelfde boodschap: geen toekomst.
Er is geen toekomst, voor een wereld en een mensheid die volhardt in de zonde.
Er is geen toekomst, voor hoe het er in de wereld aan toegaat, voor de machten van deze wereld, voor het onrecht dat voortduurt en de oorlog die maar niet uitgebannen wordt en zo voort.
Dat houdt geen stand.
Daar gaat Gods gericht over heen, om het met die woorden te zeggen.

Geen toekomst. Maar wat de christen hoopt en waar de gelovige naar verlangt, dat is het openbaar worden van de luister van Gods kinderen (Rom 8), dat is het doorbreken van het koninkrijk van God, zoals Jezus dat leefde. Dat is, kort gezegd, het andere leven, dit leven anders. Voller, rijker, zoals het zou moeten zijn, maar wat ons mensen niet lukt, door alle eeuwen heen, en wat ons ook nooit zal lukken, hoe goed we ook ons best doen.
Dat is wel belangrijk, je best doen, maar het is niet de oplossing.

De Bijbel zegt – ik schrik een beetje van mijn eigen stelligheid, maar ik waag het er toch op – de Bijbel zegt: er is geen toekomst, no future. Het kan zo niet doorgaan. Maar hoor je het al, zie je het wel, God gaat iets nieuws beginnen, het is al begonnen. Gods scheppende kracht komt ons tegemoet, iedere dag opnieuw, altijd weer van voren af aan, bij ieder nieuw mensenkind dat geboren, elke vorm van leven dat ontstaat, vergaat en weer nieuw opkomt.
Gods toekomst is niet de futurum, het verlengde van onze inspanningen.
Het is de advent, de komst, de inbreuk, die altijd van buiten op ons afkomt, die ons aan doet, die ons aanzoekt, aan onze deur klopt, die binnengelaten wil worden en zo voort. Dat is wat we scheppingskracht noemen. De voortgaande creatieve goddelijke beweging die alles gaande houdt. Creatio continua. God is ieder ogenblik nieuw (Schillebeeckx). Dat is wat in een groene kerk gevierd wordt.

De boodschap van hoop is dat het daarom altijd anders kan, in ons leven, in deze wereld, met jou. Dat jij anders kunt…
De werkelijkheid ligt niet vast. De toekomst is niet de uitkomst van lineaire berekeningen. Schepping is, het creëren van iets nieuws, nieuw leven, nieuwe kansen, een open toekomst… Het komt niet meer goed, maar dat betekent niet dat er niet iets heel anders kan komen.

De boodschap van de Bijbel loopt uit, letterlijk, op de onthulling van die waarheid. Daar is een mooi woord voor: apocalyps, wat onthulling betekent.
In een bepaald soort literatuur of in Amerikaanse actiefilms wordt het gebruikt, en dan denken we dat Apocalyps te maken heeft met een gigantische vernietiging, met het einde van de aarde – het grote uitsterven, Extinction. Het gelijknamige bijbelboek Openbaring wordt vaak zo gelezen, de rampen die zich over de aarde uit zullen storten in het laatste der dagen.

Ik kan in dit bestek al die misvattingen niet uit de weg ruimen. Maar Openbaring gaat niet over vernietiging, maar over vernieuwing. Van hemel en aarde. En de hemelse stad Jeruzalem daalt op het einde van het verhaal, op aarde neer. Het is het visioen van de nieuwe aarde.
Openbaring is geen klaagzang over de wereld, maar een loflied op de schepping en op de Schepper. Als het loflied in de hemel losbarst, dan doet elk schepsel ‘in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee’, mee, dat hoorden we in de lezing. De hele schepping viert het leven.
Dus wie durft nog te beweren dat onze hondjes niet in de hemel zouden komen…

Openbaring leest zich het beste als een symbolische verbeelding. Natuurlijk niet letterlijk, de oplossing van boven voor alle problemen die wij hebben veroorzaakt. Maar wel het idee en meer dan dat, het geloof, het vertrouwen, dat deze wereld Gods schepping is en blijft, bestemd voor een hoger doel, bestemd voor het leven in alle volheid en veelkleurigheid. “Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe.”

Tot slot.
Ik las onlangs het boek Apocalypsofie (van Lisa Doeland), waarin de Apocalyps filosofisch wordt doordacht. Ik ben nog bezig om dat allemaal te verwerken, maar één ding uit dat boek sprak me meteen aan. Dat is het pleidooi om een soort alertheid te stimuleren, waarmee je leeft, de dingen waarneemt en daarop reageert. En dan is het advies, om bij de problemen te blijven (staying with the trouble), niet wegvluchten, of je kop in het zand, of verzanden in fatalisme. Kijk om je heen (look around), doe wat gedaan moet worden, verlies je niet in nostalgie naar een verleden dat voorgoed voorbij is, vlucht niet in fantasieën die geen realiteitswaarde hebben, dat we het tij kunnen keren, of dat de technologie ons wel gaat redden.
Nee, maar doe wat je kunt, want zo maak je duidelijk dat je blijft geloven dat het altijd anders kan.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply