Overdenking

Theologische vorming, Lucas 6, 39 – 49

Als afsluiting van de evangelielezing van deze zondag uit Lucas 6, is een extra vers gelezen uit het hoofdstuk daarna. ‘Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan’ en: ‘God heeft zich over zijn volk ontfermd!’ (Luc. 7, 16).

Dit extra vers is de liturgische afsluiting van de periode van Epifanie.
Vanaf a.s. woensdag begint de veertigdagentijd, op weg naar Pasen.
In de Epifanie – een van oorsprong Grieks woord dat verschijning betekent – ontmoeten we Jezus, zoals hij zich onder de mensen manifesteert. De mensen herkennen in hem de goedheid van God.  We leren Jezus kennen als wonderdoener, als duivelbezweerder, maar vooral als profeet en leraar.

Vandaag gaat het over dat laatste. Jezus als leraar. Hij zegt zelf: ‘Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester’ (Luc. 6, 40).

Leerling en leermeester. Het ligt voor de hand om deze woorden te betrekken op onze verhouding tot Jezus. Wij zijn leerlingen en Hij is de leermeester.
En leerling, dat blijf je een leven lang. Een mens is nooit te oud om te leren, ook niet in het geloof. We blijven ons ontwikkelen, nieuwe ervaringen opdoen, onze kennis verbreden en verdiepen. In het geloof ben je nooit uitgeleerd. Zoals we ook steeds weer terugkeren naar de woorden van Jezus, de verhalen uit de Bijbel – ook al heb je ze al vaker gehoord, ook al denk je dat je ze wel kunt dromen – toch bevatten ze altijd weer nieuwe aspecten, kun je verrast worden door een andere uitleg, een nieuwe invalshoek. We blijven leerlingen.
Maar, Jezus zegt hier ook: ‘als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij of zij de gelijke zijn van de leermeester’. Wat betekent dat dan?

Als het gaat over leren en onderwijs, zijn we geneigd dat te zien in een eenzijdige afhankelijkheidsverhouding. De leerling is afhankelijk van de leraar of lerares. Je leert lezen en schrijven van juf of meester. De grote mensen weten hoe het in de wereld toegaat en jij, als kind, wordt daarin ingeleid. Als het ware bij de hand genomen. Kinderen hebben vaak een spontane nieuwsgierigheid. Ze zijn soms al vroegwijs, met hun vragen – waarom? waarom? – en soms leer je dingen op eigen kracht, maar in het algemeen is de leerling afhankelijk van de kennis en de wijsheid van zijn leerkrachten, zoals een kind van zijn ouders. Precies zoals in het eerste deel van de uitspraak van Jezus: een leerling staat niet boven zijn leermeester..

Maar er is ook een andere kant.
Een goede leraar wordt ook gevormd door zijn leerlingen. Het is niet alleen maar eenrichtingsverkeer. Misschien als je de tafels van vermenigvuldiging moet leren, dan wel. Maar in heel veel andere dingen in het leven geldt, dat een leraar ook van zijn leerlingen kan leren. Het zijn inzichten die in de moderne pedagogiek zijn doorgedrongen. Leren is een wederzijds proces, over en weer. Het is niet zo dat de een het weet en de ander volstrekt onwetend is. Je leert aan elkaar en door elkaar en wordt wederzijds verrijkt door inzichten en kennis en ervaringen van de ander.

Al jaren ben ik zelf als docent betrokken bij de cursus Theologische Vorming voor Gemeenteleden (TVG). Dat bestaat al heel lang, is ooit vanuit de landelijke kerk opgezet en ondersteund, en misschien zijn er hier ook mensen die die cursus ooit hebben gevolgd of nu volgen.
In deze cursus maak je kennis met verschillende theologische vakken, van de bijbelse vakken tot de geloofsleer (dogmatiek), ethiek, liturgie en zo voort. Zeer interessant en aan te bevelen, maar dit terzijde.
Ik ben daar docent, zoals gezegd, en dan is het zo dat je natuurlijk je rol hebt, om de lesstof aan te dragen en om je kennis te delen. Zeker, maar ik leg er ook altijd de nadruk op, dat het niet voor niets Theologische Vorming heet. Vorming, dat is een beetje een jaren zeventig woord. In sommige plaatsen heeft men de V vervangen door Verdieping, maar ik hecht wel aan dat woord vorming. Waarom? Omdat het tot uitdrukking brengt dat je in de cursus wordt gevormd, op een bredere manier dan alleen door kennis en verdieping. Daarom is de groep ook zo belangrijk, een bont gezelschap van cursisten met verschillende achtergronden, en wordt het gestimuleerd dat je als groep in gesprek gaat. De groep is ook een leermiddel. Je leert van elkaar en aan elkaar, door naar elkaar te luisteren, door om te gaan met verschillen, door open te staan voor andere meningen en invalshoeken.

Ik wijd er misschien wat teveel over uit, maar dat is ook omdat mij dit belangrijke eigenschappen lijken te zijn, die we ook in breder verband, in maatschappij en kerk nodig hebben. Luisteren naar elkaar, met respect. Niet meteen met je eigen mening klaar staan, of denken dat jij de waarheid in pacht hebt. Openheid voor de ander. Oprechte belangstelling voor wat je van een ander leren kunt, ook al denkt of gelooft die ander heel anders dan jij.
Deze week kwam er een brochure van de landelijke kerk uit, over kerk-zijn na de lockdown, waarin dit ook wordt benadrukt. Als er in de gemeente verschillen boven tafel zijn gekomen in de coronatijd, dan is het van belang om het gesprek daarover met elkaar te zoeken en niet uit de weg te gaan.

Leren is niet eenzijdig, maar wederkerig. En dat vraagt openheid en ook kwetsbaarheid. Het vermogen je eigen gelijk even tussen haakjes te zetten. Je eigen visie te laten bevragen vanuit een ander perspectief.

En dan ga ik terug naar de tekst die we vandaag overdenken. Naar Jezus als wijsheidsleraar. Want in dit gedeelte staan drie beeldende uitspraken die misschien als illustratie kunnen gelden bij wat tot nu is gezegd. Jezus’ onderricht is sowieso vol beelden en vergelijkingen. Dat geldt ook hier en het zijn beelden die we allemaal al kennen, of menen te kennen.

Jezus spreekt over de balk en de splinter. Hij heeft het over de boom en zijn vruchten. En als derde over het huis op de rots.
Over elk van die drie wil ik nog kort iets zeggen.

De balk en de splinter. Ik herinner me dat ik daar in mijn studententijd, toen we felle discussies voerden over allerlei maatschappelijke en politieke thema’s, best wel eens geïrriteerd door was als deze uitspraak in stelling werd gebracht. Je kunt er een discussie ook mee plat slaan. We hebben allemaal toch wel een balk in ons oog, een blinde vlek, niemand is zonder tekortkomingen, in die trant.
Opvallend is dat Jezus het hier gebruikt om erop aan te dringen dat je scherp ziet. Je ziet pas scherp als je je bevrijdt van je eigen vooroordelen, van je eigen beperkingen, je eigen blinde vlekken letterlijk. Het is niet bedoeld om te zeggen dat in het donker alle katjes grauw zijn. Het is een aansporing om nog scherper, nog kritischer, nog beter te kijken. Het is niet om een oordeel achterwege te laten, maar om het des te gefundeerder te kunnen vellen. Goed kijken, wat er speelt in het leven, in de wereld. Goed kijken, luisteren, naar wat er achter kan zitten, als iemand iets zegt of doet.

De boom en de vrucht, goed of slecht, lijkt ook voor zichzelf te spreken. Uiteindelijk komt het niet op het oordeel aan of je mening, over wat of wie dan ook. De beslissing ligt in wat daaruit voortkomt, de daden die eruit voortvloeien. “Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort…” (Luc 6, 45a) drie keer het goede, want, nog zo’n spreekwoordelijke wijsheid: ‘waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over’ (45b).

Zeggen en doen gaan samen, in het onderwijs van Jezus de wijsheidsleraar.
Hij is geen theoreticus. Hij leert het vak van het leven.
Bouw je levenshuis op een stevig fundament, op de rots, zoals in dat derde beeld wordt geschetst. En wat is dat dan? Nou precies dat, dat leer en leven samen gaan vallen. In de woorden van Jezus zelf: “wie wel naar mijn woorden luistert, maar niet doet wat Ik zeg, die lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament”… en dan eindig je met een bouwval.

Dit is een preek. Geen leerbijeenkomst.
Dan zou u nu de gelegenheid krijgen om uw weerwoord te geven, om uw visie op het geheel in te brengen. Dat wordt wat lastig in deze setting. Maar het is wel belangrijk dat we dat in de kerkelijke gemeente blijven doen, en ook daarbuiten. Gelukkig zijn daar andere gelegenheden voor. Misschien kan deze preek daar een beetje toe stimuleren.

Jezus de wijsheidsleraar.
Het is één van de kanten van zijn persoon die we leren kennen in de Epifanie, die we vandaag afsluiten.
Vanaf volgende week leven we in de 40dagentijd. Daar past een mooi en bekend lied bij, het eerste couplet van lied 538;

Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is leven van genade
buiten de eeuwigheid,
is leven van de woorden
die opgeschreven staan
en net als Jezus worden
die ’t ons heeft voorgedaan.

Iemand die zich alles heeft eigen gemaakt, zal de gelijke zijn van zijn leermeester.
Wat een belofte.
AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply