Spreektijd

Als gastpredikant krijg je van te voren via de mail de nodige instructies. Want iedere plaatselijke gemeente heeft eigen gebruiken. In de regel kun je zeggen dat het overal hetzelfde gaat, maar dan net even anders.
Deze keer kreeg ik naast de gebruikelijke aanwijzingen over het kaarsje van de nevendienst, de afkondigingen namens de kerkenraad en het gezongen Amen na de zegen, ook nog wat specifieke aanwijzingen: de preek mag niet langer dan 15 minuten duren én de gehele dienst moet binnen een uur gedaan zijn!

Zo strak krijg je het zelden opgedragen.

Hoewel mijn gemiddelde preeklengte en duur van de kerkdiensten die ik leid, in de regel binnen deze grenswaarden vallen, wordt door een dergelijke formulering het recalcitrante jongetje in mij wakker geroepen. “Hoe zo gaan zij bepalen hoe lang ik mag preken?!”

Maar, wie mij kent zal het niet verrassen, de gehoorzame conflictmijdende volwassene in mij, gaat het waarschijnlijk winnen.

De preek is klaar: 1553 woorden; volgens de vuistregel 100 woorden p. minuut iets boven de norm, hopelijk zien ze dat door de vingers….. En wat de lengte van de dienst betreft, ben ik ook afhankelijk van de organist, die niet alleen het tempo bepaalt van de liederen, maar ook het verschil kan maken met lange voorspelen of tussenspelen. We gaan het zien/meten.

Jij ook een goede zondag…