Geestelijk verzorgers in justitiële inrichtingen werken in een uitdagende omgeving. Zij hebben dagelijkse omgang met gedetineerden. Ze vervullen een soort vrijplaats, want zij hebben een andere positie dan het andere personeel waar gedetineerden mee te maken krijgen, bewakers en therapeuten. Tegelijk maken ze deel uit van het systeem van detentie. Dat zorgt voor een voortdurende spanning in het zoeken naar de juiste manier van handelen.
Het detentiesysteem is op zichzelf dehumaniserend, want je berooft mensen van hun vrijheid, ook al zijn daar goede redenen voor. Het gaat hier om mensen die een misdrijf hebben gepleegd, met vaak grote gevolgen voor anderen. Maar ook voor hen zelf. De uitdaging is “om de detentie zoveel mogelijk op humane wijze vorm te geven” (p. 14) en daar dragen geestelijk verzorgers, samen met anderen, aan bij. Zij helpen gedetineerden bij het ‘terugvinden van de eigen menselijkheid’, zoals een islamitisch geestelijk verzorger het fraai formuleert.
In dit boekje wordt een inkijk gegeven in de verscheidenheid van geestelijke verzorging in deze bijzondere context. Er zijn bijdragen vanuit verschillende levensbeschouwelijke tradities, die ieder voor zich de waarde van humaniteit proberen hoog te houden. In verschillende bijdragen wordt gereflecteerd op wat er in geestelijke verzorging in deze specifieke situatie precies gebeurt.
Oud-justitieaalmoezenier Bert Simons haalt terugblikkend op zijn carrière enkele praktijkvoorbeelden aan, waarin sprake is van een moreel ongemak. Hij maakt met de filosoof Paul van Tongeren graag een onderscheid tussen morele problemen en ethische dilemma’s. Dat laatste is vaak te zwaar en te dualistisch (zwart-wit) en niet echt helpend in de praktijk. Er zijn in moeilijke situaties altijd meer handelingsmogelijkheden. Het vraagt geduld, openheid en kwetsbaarheid om deze te verkennen, ook met anderen, hoewel dat niet altijd in iedere situatie kan.
Moreel ongemak bespreken, is volgens Simons een belangrijke taak voor geestelijk verzorgers. Hij pleit voor een prudentie-in-de-situatie en laat met enkele voorbeelden zien hoe hij daar zelf mee te maken heeft gehad.
Interessant is ook de bijdrage van justitiepredikant Ben van Veen die promoveerde op een studie naar ‘detextificatie’. Geestelijk verzorgers zijn academici en opgeleid in een woord-cultuur, getraind in het omgaan met (heilige) teksten. Maar de doelgroep is vaak niet of beperkt geletterd. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn en te zoeken naar andere vormen voor (rituele) bijeenkomsten met gedetineerden. Hij laat zien hoe dat in de praktijk werkt bij de voorbereiding van een preek:
“Door detextificatie vindt de voorbereiding hoofdzakelijk plaats in het actuele gesprek met de uiteindelijke hoorders. Er vindt een democratisering van het verstaansproces rond de tekst plaats. Het is niet meer de inbreng van de academisch geschoolde spreker (…), maar de ervaringen van de hoorders gaan de doorslag geven. Op deze manier zet ik, als geestelijk verzorger, mijn ‘hoofd’ in (…) om te zoeken en komen tot contact vanuit het ‘hart’ met de anderen” (pp. 95-96).
Op een studiedag voor RK geestelijk verzorgers hield theoloog Erik Borgman een lezing die ook in deze bundel is opgenomen. Hij thematiseert de spanning tussen een cultuur die zelfontplooiing en individuele (keuze)vrijheid hoog in het vaandel heeft en het bijbels besef dat mensen niet van zichzelf zijn, maar aangewezen op elkaar. Ten diepste zijn we van God. “De overtuiging dat mensen van God zijn impliceert belangstelling. ‘Hoe gaat het echt met jou? – ik wil het weten, want hoe het met mij gaat hangt mede af van hoe het met jou gaat’. Gedetineerden zijn deel van onze samenleving; het gedrag waarvoor zij bestraft zijn is maatschappelijk gedrag. Dat wil niet zeggen dat ze geen verantwoordelijkheid dragen voor hun daden maar wel dat zij de verantwoordelijkheid niet alleen dragen. Zij zijn niet alleen van zichzelf, zij zijn van ons en de kwaliteit van onze samenleving wordt mede zichtbaar in de manier waarop wij hen behandelen en van de mate waarin daaruit blijkt dat wij ze als ‘van ons’ beschouwen” (p. 129).
De bundel maakt deel uit van een serie ‘In Vertrouwen’, bedoeld om bij te dragen aan het gesprek tussen de verschillende geloofstradities en het inzicht te vergroten in het werk van geestelijk verzorgers bij justitie.
In deze opzet is men zeker geslaagd.
Ryan van Eijk, Bikram Lalbahadoersing, Monique Rietveld (red.), Geestelijke verzorging en visies op humaniteit in detentie, Uitgeverij Van Warven Kampen 2023, 154 p., € 19,95
No Comments