Boeken

René van der Rijst, Het geschenk van vertrouwen

De coronacrisis is ook een vertrouwenscrisis. Nu we geconfronteerd worden met een virus dat vooralsnog ongrijpbaar is, doet dat iets met het vertrouwen. Hebben we voldoende vertrouwen in de manier waarop de regering de crisis aanpakt? Vertrouwen we erop dat we het virus kunnen overwinnen met een vaccin of zullen we er mee moeten leren leven? Niemand die het zeker weet. In onzekere tijden grijpen sommige mensen naar de prettige overzichtelijkheid van complottheorieën, die juist het wantrouwen voeden: tegen de wetenschap, de regering en de media. Het recent uitgekomen Het geschenk van vertrouwen van René van der Rijst krijgt door de huidige situatie een onverwachte actualiteit. Maar de zogenaamde vertrouwenscrisis is al langer gaande.

Sinds het begin van de moderniteit (16e eeuw) is er een proces van ontbedding gaande. De vertrouwde zekerheden van een christelijk wereldbeeld raken verkruimeld in de processen van rationalisatie en secularisatie. In onze tijd is daar de globalisatie bij gekomen. We staan met de hele wereld in verbinding. Het leidt tot een pluralisatie van meningen en leefsferen, tot een grote variatie aan levensbeschouwelijke opvattingen, waarvan de waarheid tegelijkertijd gerelativeerd wordt. Gevolg, we zijn met elkaar krampachtig op zoek naar onze identiteit, teruggeworpen op ons zelf, zonder de steun van een overkoepelend, gemeenschappelijk en gezaghebbend groot verhaal. Dat alles maakt het steeds moeilijker te vertrouwen.

Van der Rijst beschrijft deze grote cultuurfilosofische bewegingen, maar daar ligt niet de spits van zijn boek. Hij wil juist laten zien dat een hernieuwd vertrouwen mogelijk is. Daarvoor is het nodig het gebrek aan vertrouwen te zien als een spirituele crisis. Vertrouwen heeft diepere lagen dan alleen de maatschappelijke, culturele en politieke kant ervan.

Er is een soort basaal vertrouwen dat vanaf het prilste begin van een mensenleven wordt gevormd. Als het daar misgaat, draagt een mens een leven lang de gevolgen met zich mee. Vertrouwen ontstaat in de menselijke relatie en wordt verdiept in de ontmoeting met de ander. Aan de hand van de filosofische ethiek van Levinas en Derrida wordt dat nader uitgewerkt. Dan blijkt vertrouwen vooral een geschenk te zijn, dat de ander jou schenkt in zijn andersheid, in het appèl dat hij op jouw verantwoordelijkheid doet. De ander overkomt je, als een geschenk, maar ook als een opdracht, als een last.
De paradox is dat vertrouwen groeit, naarmate je bereid bent de controle los te laten. Dit inzicht staat haaks op de cultuur van maakbaarheid, waarin we volgens Van der Rijst leven. Anders dan het liberalisme ons wil doen geloven, ben je als mens niet de regisseur van je eigen succes. Vertrouwen begint niet bij zelfvertrouwen, maar bij het vertrouwen dat je geschonken wordt doordat de ander je erkent. “Het is de ander die ons ‘ik’ maakt. Het is van het grootste belang om als mens elkaar te ontmoeten, voorbij alle beelden van de ander, zonder vaste opvattingen over wie de ander is. De ander als ‘beeld van God’ zou je – theologisch – kunnen zeggen, als mens naast je (…) Het gaat mij om ‘vertrouwen als contemplatie’, om aandacht leven, om een manier van kijken naar de ander” (p. 135).
Voor de theoloog Van der Rijst ligt hier de relatie tussen vertrouwen en geloof. Geloof is niet zozeer een rationele keuze voor een bepaalde levensbeschouwing, maar een daad van overgave in vertrouwen. Het is de durf om te leven, om je toe te vertrouwen aan de ander, aan dat wat zich aandient, aan een toekomst die altijd onzeker is.

Van der Rijst heeft een ambitieus en vlot leesbaar boek geschreven over een cruciaal maar tegelijk uiterst breed thema. Dat blijkt wel uit de verschillende invalshoeken en de diversiteit van zijn bronnen die hij gebruikt om het onderwerp te benaderen. Er komt veel voorbij en soms gaat het wel erg snel en met grote stappen, waardoor zijn boek bij vlagen, ondanks alle ware dingen die genoemd worden, scherpte en urgentie mist.  
Van der Rijst weet wel de vinger op de zere plekken te leggen, maar over hoe het vertrouwen in de samenleving concreet verbeterd kan worden, blijft hij in het vage: “Religie reikt woorden aan: zo zou je het kunnen zien. Ze helpt woorden te vinden voor dat ‘iets’ waar je op vertrouwt, ondanks alle onzekerheid. En ze zoekt wegen om met geschonden vertrouwen om te gaan, met een gebrek aan vertrouwen, met angst en wantrouwen. Niet zozeer door antwoorden en oplossingen te geven, maar door erkenning, perspectief, gemeenschap en bezieling of verwondering te bieden”, besluit hij zijn betoog (p. 223). Misschien moeten we er maar op vertrouwen, dat iedereen die mooie woorden in de laatste regel zelf wel in kan vullen.

René van der Rijst, Het geschenk van vertrouwen. De maakbare samenleving voorbij, KokBoekencentrum Utrecht 2020, 239 pag, €19,99

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply