Volzin magazine bestaat 20 jaar en stelt voor de gelegenheid een Reli-boeken Top 10 samen.
Ik was gevraagd om twee titels aan te leveren.
Welke titels mogen volgens jou niet ontbreken?
Hieronder mijn ‘juryrapport’:
Als recensent zie ik heel wat ‘reli-boeken’ voorbij komen. Maar verreweg het meeste ontgaat mij. Er komen zoveel boeken uit dat het onmogelijk is het overzicht te bewaren. Van de tien door Gerard Prickaerts geselecteerde boeken heb ik enkele gelezen, een paar andere titels herken ik, maar de meeste ken ik niet. Dat maakt het lastig om er twee uit te halen. Laat ik daarom maar beginnen met de twee titels die wat mij betreft niet mogen ontbreken in een top tien.
Allereerst moet Tomas Halik er in. Zijn boeken zijn in de afgelopen jaren in rap tempo vertaald en dat is niet voor niets. De Tsjechische priester heeft een bijzondere gave om het christelijk geloof uit te leggen voor een modern, sceptisch en zelfs atheïstisch publiek. Dat heeft alles te maken met zijn eigen biografie, opgegroeid onder een seculier communistisch bewind. Zijn boeken, verzamelingen van essays en artikelen, fascineren vanwege de combinatie van diepgang en doorleefd geloof. In Geduld met God, dat als eerste in het Nederlands is vertaald, komt dat allemaal samen. Hij is solidair met de Zacheüssen van deze tijd, naar de bijbelse figuur die het liever allemaal van een afstandje bekijkt. Een boek voor tijdgenoten, voor twijfelaars en zoekers. In 2011 bekroond met een Europese prijs voor het beste theologische boek.
Een ander boek dat mij omverblies toen ik het voor het eerst las is Het Koninkrijk van Emmanuel Carrère. Carrère is een Franse romancier en scenarioschrijver en dat laatste kun je goed merken in dit bijzondere boek. Hij gaat hierin op zoek naar de wortels van het christelijk geloof, schetst hoe het allemaal begon aan de hand van de apostel Paulus en de evangelist Lucas. Maar door dit historische relaas, dat overigens leest als een trein vanwege de beeldende kracht van Carrère’s proza, verweeft hij zijn eigen nogal turbulente zoektocht naar wat hij nu zelf gelooft. Een kwart eeuw geleden was hij een korte periode overtuigd christen, maar na drie jaar viel hij van zijn geloof op dezelfde heftige manier als hij het daarvoor omarmde. Bij Carrère, regelmatig geplaagd door psychische problemen waar hij in alle eerlijkheid over schrijft, gaat niets zachtjes kabbelend, integendeel. Maar wat een wervelend boek, ontdek ik nu ik het voor de gelegenheid weer eens herlees. In Frankrijk werd het bij verschijnen in 2014 met prijzen overladen. Ik geloof dat de ontvangst in Nederland wat minder enthousiast was, ten onrechte wat mij betreft.
Het zijn dit soort boeken, van relatieve buitenstaanders, die mij vaak meer boeien dan de zogenaamde vakliteratuur. Schrijvers, filmmakers (Paul Verhoeven schreef een prachtig boek over Jezus van Nazareth!), theatermakers – ze hebben het vermogen de oude bronnen helder en levendig voor je geestesogen te toveren. Ze schrijven dicht op de huid en weten mij als lezer daardoor te raken.
Als er twee boeken op de lijst komen, moeten er ook twee af. Ik kies dan, zonder deugdelijke argumenten, ik geef het toe, voor het boek dat Paul Begheyn samenstelde met teksten van Pater van Kilsdonk en voor het boek van Fik Meijer. Dat laatste ken ik wel, maar in dat genre kies ik dus liever voor Carrère. Verder hoop ik dat volgende deelnemers zorgen voor wat meer evenwicht door vrouwelijke schrijvers te nomineren en aandacht te geven aan niet-christelijke spiritualiteit.
No Comments