Overdenking

raadsel en geheim, Marcus 4: 26 – 29

Het leven is soms best ingewikkeld.
Wat is het dan fijn dat je op zondagmorgen om 10 uur naar een kerk kunt gaan, waar woorden worden voorgelezen uit een groot boek, die je vertellen hoe eenvoudig het eigenlijk allemaal is. Want het leven, dat is als het zaad dat op de aarde wordt uitgestrooid, ontkiemt en opschiet en uit zichzelf vrucht voortbrengt. Jezus die deze vergelijking maakt, heeft het over het koninkrijk van God, maar dat is zijn omschrijving van het leven, het leven zoals het bedoeld is. Het koninkrijk, dat is de droom, de belofte van het ongecompliceerde leven, van vrede en gerechtigheid en noem het maar op. Zoals het eigenlijk zou moeten zijn… zoals het zou  kunnen zijn. Daar hoef je niets voor te doen. Het is als het zaad. Het groeit vanzelf. Hoe eenvoudig kan het zijn. Terwijl de boer slaapt.

Gelezen gedeelten: I Kor. 2: 7 – 10 en Mc. 4: 26 – 29

Je hoeft geen boer te zijn, om hier toch even te aarzelen. Jezus is een beste man, maar van het boerenbedrijf heeft hij weinig kaas gegeten. Alsof een boer nadat hij gezaaid heeft, slaapt en opstaat, dag in dag uit, en het daarbij laten kan. Was het maar zo eenvoudig. Ook het boerenleven is soms best ingewikkeld, zeker in onze tijden.

Wat betekenen die woorden van Jezus? Wat roepen ze bij ons op?
Is het naïeve praat, goed bedoeld misschien, maar weinig praktisch. Of zit er toch iets meer in? Dat laatste natuurlijk, anders zou ik er niet over begonnen zijn. Maar dan is de vraag, wat is dat dan wat wij vandaag uit deze op het oog eenvoudige woorden kunnen horen en waarom zou je daarvoor op zondagmorgen 10 uur naar de kerk moeten komen.

Het leven is soms best ingewikkeld.
Ik hoef dat niet toe te lichten want dat weet u allemaal, en ieder van u weet dat op een eigen manier. De dingen die er in je leven gebeuren. Dat wat op je pad komt, zoals ze zeggen. Of dat wat je in je rugzakje mee moet nemen, ook zo’n uitdrukking. Nou, rugzakje?
We krijgen allemaal ons deel van het leven en ieder moet het met zijn eigen stellen. Allemaal clichés, maar daarom zijn ze ook waar. Als het gaat over hoe ingewikkeld het leven is, reageert ieder van ons met zijn of haar eigen levensverhaal. Zo is dat.
En het is niet zo dat het geloof (of de Bijbel) daar het antwoord op heeft. Dat is een karikatuur. Voor sommige mensen maakt het geloof het leven nog ingewikkelder – dat kan ook – maar dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Wat dan wel?

De manier waarop wij het ingewikkelde leven te lijf gaan, is vaak zo dat we het zien als een probleem dat op een of andere manier opgelost moet worden.
Het hangt een beetje af van de persoon en van het karakter, de één heeft het sterker dan de ander – misschien speelt ook nog het verschil tussen vrouw en man mee – wellicht herkent u het. Het is ook iets dat je volgens mij in onze maatschappij kunt aanwijzen. Als er iets gebeurt, als er iets misgaat, dan wordt er geroepen om maatregelen. Dan moet de politiek of de overheid of de instanties ingrijpen, in actie komen. Dan moet er nieuwe wetgeving komen, of het protocol moet worden aangescherpt of wat voor maatregel dan ook.

Problemen zijn er om opgelost te worden. Met elkaar zijn we oplossingsgericht. Daar zit veel goeds in en het heeft ons ook veel gebracht, maar misschien schiet het door. We worden geleid door een grote regelzucht, vanuit de achterliggende idee dat het leven te regelen, te managen valt. Die mentaliteit strekt zich tot allerlei terreinen uit, in de gezondheidszorg, van het begin van het menselijk leven tot het einde daarvan, van IVF tot euthanasie. We managen tegenwoordig zelfs de dood. Het leven mag dan ingewikkeld zijn, maar daar nemen wij geen genoegen mee. Dat valt allemaal te regelen. Ik overdrijf, maar dat is om het duidelijk te maken.

Die eenvoudige wijsheid van het zaad dat groeit zonder dat de mens weet hoe, zou ik vandaag willen inbrengen tegenover dat dominante idee dat alles te regelen valt. Het beeld van het zaad, Jezus schijnt daar een bijzondere voorkeur voor te hebben, doelt op een dieper geheim, een diepere laag onder het oppervlakte van ons dagelijks leven.
Eigenlijk is dat iets, wat we allemaal diep van binnen wel beseffen, maar wat we vaak vergeten, juist in onze cultuur. Dat het leven niet te regelen is of te managen, te beheersen. Dat het echte geheim van het leven, zoals het bedoeld is – dat koninkrijk van God, met het centrale beeld dat Jezus zelf telkens gebruikt, dat het echte leven zich aan onze controledrift onttrekt, dat het er is, als een gave, als een geschenk, als een wonder. Maar ook als een weerstand waar je je lelijk aan bezeren kunt.

Ooit las ik over het verschil tussen een raadsel en een mysterie.
Als je dat voor het eerst hoort, is dat een openbaring, tenminste zo verging het mij.
Een raadsel, dat is een vraagstuk dat moet worden opgelost. Rarara. Dat is soms een hele kluif, maar als je het antwoord hebt gevonden, is het raadsel zelf ook opgelost. Dat bestaat dan niet meer.
Een mysterie dat is van een andere orde. Een mysterie – of een geheim, zelfde woord – blijft bestaan. Het is zelfs zo dat je naarmate je meer van het geheim weet, of er dieper in doordringt, het eigenlijk alleen nog maar groter wordt. Dat is de ervaring van serieuze onderzoekers, die naarmate hun kennis op hun vakgebied groeit, onder de indruk raken van de rijkdom daarvan. Vergelijk het maar met het geheim van de liefde of het mysterie van de ander – als het goed is, wordt dat met de tijd alleen maar groter en dieper en voller – als het goed is.

Echte geheimen blijven altijd bestaan.

De waardevolle dingen van het leven, het leven zelf zoals het bedoeld is, de liefde en de wijsheid, God zelf en het geloof, dragen allemaal dat merkteken van het mysterie.
Hoe meer je daar mee bezig bent, hoe wonderlijker het wordt.
Hoe meer je probeert dat te ontrafelen en op begrip te brengen, hoe platter je het slaat.
Als je het wilt beheersen, ontglipt het je.
Geheimen willen bewaard worden, gekoesterd.
De dingen die er echt toe doen in het leven, zijn van de orde van het geheim.
Dat zit verscholen in het beeld van het zaad.
Dat lijkt op het oog zo eenvoudig, zo simpel, maar het heeft een eigen geheim dat diep gaat. Dieper gaat dan wat voor ogen is. Het is het geheim van het zaad in de aarde…

Paulus schrijft hierover:
“Waar wij over spreken is Gods verborgen en geheime wijsheid”, hoorden we.. Je kunt het ook lezen als: wij spreken Gods wijsheid, als een geheimenis (mysterie, in het Grieks). Hoe dan ook, dat geheimeniskarakter wordt hier benadrukt. Paulus betrekt dat in deze brief op het kruis van Christus, waarvan hij zegt dat het kruis de manier is waarop God in het verborgene werkt – anders dan verwacht, volgens een eigen wijsheid.

Over Paulus en zijn boodschap van de gekruisigde zou veel meer te zeggen.
Wat hier belangrijk is, is dat hij het aanduidt als een geheimenis. Je moet dat daarom niet kapot praten, niet stuk redeneren. Pas dus ook op om van dat kruis een soort dogmatiek te maken, een systeem van geloven – dat doet Paulus niet, dat hebben wij vaak van Paulus gemaakt. Dat is onze theologische regelzucht en beheersingsdwang.

Wat Paulus hier lijkt te zeggen is, dat het geheim van het leven, ligt in het leven van de gekruisigde. In de liefde die zich uit in de overgave, die zichzelf durft weg te schenken. Dat je gedragen wordt als je durft te vallen. Dat je het leven vindt midden in de dood. En dat is in deze wereld als het ware verborgen. Een mysterie.

Uit een preek van Dietrich Bonhoeffer over dit gedeelte:
“Zonder respect voor het mysterie nemen wij de wereld alleen serieus, in zoverre zij becijferd en geëxploiteerd kan worden. Maar dat betekent, dat wij de essentiële dingen van het leven eenvoudig niet zien of ze zelfs loochenen. Dat de wortels van een boom in het donker van de aarde verscholen liggen, dat alles wat in het licht leeft uit het donker en de verborgenheid van de moederschoot stamt, dat al onze gedachten, dat heel ons geestelijk leven voortkomt uit het verborgen donker, zoals onze liefde en alle leven, dat willen wij niet weten. Dat het mysterie de wortel is van alles wat helder, begrijpelijk en duidelijk is, dat willen wij niet horen. En als wij het horen, dan willen wij dit mysterie te lijf, dan willen wij het berekenen en verklaren; wij willen het ontleden en het gevolg is, dat wij het leven doden en het mysterie niet ontdekken. Het onttrekt zich aan onze greep”.

Volgens mij ligt hier de verbinding met de gelijkenis van het zaad.
Dat lijkt op het oog zo eenvoudig, zo simpel, maar ook dat heeft een eigen geheim. Het is het geheim van het zaad in de aarde, dat afsterft om zo nieuw leven voort te brengen….  Het zaad op de aarde, dat kiemt en groeit op een eigen wijze, buiten alle menselijke berekening om, het onttrekt zich aan onze greep. In dat laatste schuilt een grote troost. Het zegt zoveel als: Het hangt niet van onze inspanningen af. Ja, je kunt er zelfs bij slapen – om in de beeldtaal van het evangelie te blijven. Het zaad gaat zijn eigen weg zonder dat wij weten hoe. Dat vraagt wat anders van ons: het vraagt om geduld en om vertrouwen.
Maar het groeit, het groeit en bloeit met het oog op de dag van de oogst. En daar zit naast de troost, een grote belofte in. Want dat betekent zoveel als, dat mijn leven een bestemming heeft, een doel en een richting, dat het zal worden zoals het bedoeld is.

In die belofte  vinden wij de zin van ons bestaan. Niet als het zelf gefabriceerde antwoord op onze problemen, maar als een geschenk, een onverwachte genade.
De moed om te zijn. Een weg om te gaan, ook al kun je die niet van te voren uittekenen. Je vindt het, vertrouw er maar op, de vreugde om te leven en lief te hebben en voor elkaar te bestaan. AMEN.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply