Overdenking

Onbegrijpelijk, I Kor. 2: 1 – 5 (en Mat. 5: 13-16)

Op de route naar mijn middelbare school in Emmen kwam ik dagelijks langs de katholieke Pauluskerk. Op de gevel van dat gebouw stond een schildering van de apostel Paulus, met de volgende tekst: Ik predik Christus en dien gekruisigd. Dat is een citaat uit de tekst die we vandaag gehoord hebben, in de toen gangbare vertaling, met die ouderwetse naamvals-n: Christus en dien gekruisigd.

Een paar jaar geleden waren we bij een afscheidsdienst in deze kerk – de vader van een goede vriendin was overleden – en toen viel mij op dat de gevelschildering veranderd was.

Daar moest ik aan denken, toen duidelijk werd dat deze tekst van Paulus vandaag aan de orde is. Daarom heb ik bij de parochie geïnformeerd hoe het precies zat. Ze waren zo vriendelijk de oude pastoor te vragen en die deelde via mail mee dat met de tijd veel mensen de tekst van Paulus niet meer goed begrepen. Toen de gevel in 2014 opnieuw geschilderd moest worden, werd in de parochieraad besloten om een andere, begrijpelijker tekst van Paulus te gebruiken.

En nu wilt u wel weten wat dat geworden is…  (Weet dat de Geest van God in u woont).

Het intrigerende van dit alles vind ik, dat de tekst van Paulus niet meer begrepen werd. Ligt dat alleen maar aan het verouderde Nederlands, ik predik Christus en dien gekruisigd? Of speelt er dan ook meer mee, dat moderne mensen, en dan maakt het niet uit of je katholiek bent of protestant, dat wij niet meer zo goed uit de voeten kunnen met zulke teksten over het kruis… Dan liever een mooie andere tekst, over de Geest van God die in u woont.

Niets mis mee, begrijp me goed. Maar toch. De prediking van het kruis. Voor joden een ergernis, voor Grieken een dwaasheid en voor moderne mensen iets onbegrijpelijks. Is dat het dan?

Als dat meespeelt, dan is het allereerst goed om te noteren dat we dan eigenlijk op een vergelijkbare manier reageren als de gemeenteleden in het Korinte van toen, tot wie Paulus zich in zijn brief richt. Korinte, een grote Griekse havenstad, smeltkroes van allerlei mensen uit alle windstreken, waar zich een kleine gemeenschap van christenen heeft gevormd sinds Paulus daar is geweest. Daarna is Paulus verder getrokken en is er van alles in die jonge gemeente gebeurd. Paulus reageert daarop. Met name op de verdeeldheid die is ontstaan, door groepsvorming, doordat de ene groep zich meer en beter voelt dan de andere. Om die verdeeldheid te bezweren, beroept Paulus zich op de boodschap over het kruis. Dat is alles wat hij heeft willen overbrengen. En de dwaasheid van het kruis, woorden van Paulus, is nu juist precies het onbegrijpelijke wonder, dat God in Jezus de gekruisigde, kiest voor wat zwak en onaanzienlijk is, om de machten van deze wereld, om alles wat zich heel wat waant, te kijk te zetten. Het zwakke van God is sterker dan mensen; het dwaze van God wijzer. Bij God gaat het precies andersom dan je zou verwachten. Dat is Christus en dien gekruisigd, een boodschap die niet overtuigt door wijsheid, maar door de kracht van de Geest; een prediking die niet op menselijke wijsheid steunt, maar op de kracht van God – ik citeer Paulus.
En daarom moet het in de gemeente anders aan toegaan dan in de wereld.
Wie nakomt, komt voorop. Zo dus.

Dat heeft iets onbegrijpelijks en het is belangrijk om dat vast te houden.

Juist omdat het in de geschiedenis vaak zo is gegaan en misschien nog wel, dat we in de kerk eigenlijk gewoon mee zijn gegaan in het denken dat in de wereld geldt. Dat we van dat dwaze kruis een symbool van eigen gelijk, van macht, hebben gemaakt.
Er is een bepaalde vroomheid, er zijn tal van kerkliederen, waarin dat kruis wordt bezongen, verheerlijkt, gebruikt zonder besef van de vreemdheid. Dan is het ons zo vertrouwd geworden, een vroom artikel, dat we het aanstootgevende – het schandaal / skandalon in het Grieks – niet meer voelen.
Op een bepaalde manier moet de boodschap van het kruis onbegrijpelijk blijven. Niet vanzelfsprekend. Het is toch niet normaal dat we een god aanbidden en volgen, die aan een kruis dood is gegaan? Dan ben je toch het lachertje onder alle menselijke religies? Maar dat is precies wat het christelijk geloof is, wat de prediking van Christus en dien gekruisigd behelst. En ik zeg het bewust wat grof, misschien, maar dat is om het schokkende ervan te beseffen.

Het is niet normaal, dat onze God zich laat kruisigen en toch is dat precies wat er gebeurd is.
Het is niet wat je verwacht, maar dat is precies de kern, dat de liefde van God voor mensen zo kwetsbaar, zo weerloos, zo compromisloos is dat ze zelfs het kruis van de haat en van de zonde niet uit de weg is gegaan.
In dat kruis – als gebeuren van onvoorwaardelijke en eeuwige liefde – ligt onze vrede.

En daarom is het kruis wel een overwinningsteken, maar zonder het triomfalisme waarmee het tot onze schande en schade in de geschiedenis vaak gepaard is gegaan.

Ieder triomfalisme, iedere zelfverheffing moet ons als christenen daarom vreemd zijn.
Dat is precies waar Paulus tegen strijdt in zijn vlammende brief aan de gemeente van Korinte. Tegen iedere partijvorming, tegen iedere tendens waarbij de een zich boven de ander verheft. ‘Wil iemand zich beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen’, en anders niet.

Verderop in de brief gaat het over de maaltijd. Daar waar onze eenheid in Christus wordt gevierd, daar manifesteert zich juist de onderlinge verdeeldheid in Korinte. En als het ergens niet kan, dan juist daar.
Het is goed om daar nog even aan te herinneren, nu we zelf vandaag dit oeroude ritueel vieren. Juist aan de tafel van eenheid, leer je wat de prediking van het kruis concreet betekent, voor de omgang met elkaar, voor hoe je naar elkaar kijkt en over elkaar spreekt, toch? De kring om Christus is een open kring. We zijn allemaal geroepen, genodigd.

Als Jezus zelf in de Bergrede spreekt, leert, over wie en wat de gemeente van zijn leerlingen in de wereld is, dan gebruikt hij beelden die ook overbekend zijn geworden. Het beeld van het zout en het beeld van het licht.
Het ene onzichtbaar, het zout in de pap, het andere zichtbaar, het licht op de standaard, de stad op een berg. Maar beide essentieel en onmisbaar.

Beelden die voor zichzelf spreken. Daar is niets onbegrijpelijks aan, zou ik zeggen.
Wat altijd belangrijk is om hierbij te onderstrepen, is dat Jezus ons deze beelden voorhoudt, niet om te zeggen dat we zo zouden moeten zijn. Dat horen wij er vaak in, dat zegt ook iets. Nee, Jezus zegt: Jullie zijn het zout van de aarde / Jullie zijn het licht voor de wereld.
Je bent het al.
Wees het dan ook.

Worden wie je bent, dat is zo’n kreet die je vandaag kunt horen, vaak in een wat therapeutische setting. Het zit al in je in. Durf het er ook uit te laten komen.
Je hoeft niet krampachtig iemand anders te wezen dan je bent. Niet nodeloos je spiegelen aan anderen, die – zeker wat de buitenkant betreft – zoveel mooier, beter, knapper, handiger zijn of wat dan ook. Dat is het onzalige vergelijken – dat wat in de gemeente van Korinte gebeurt, elkaar vergelijken, de maat nemen, onderscheiden: beter – minder, hoger – lager.

Al dat soort mechanismes worden in het geloof ondergraven. Ook dat is al inbegrepen in de prediking van het kruis en de gekruisigde. Het komt concreet naar voren in het beeldend spreken van Jezus. Je bent het al, zout, licht. Voel dan ook de moed om het zijn.

Of, met een andere citaat van Paulus, en daarmee keer ik weer terug naar de katholieke parochiekerk in Emmen:
Weet dat de Geest van God in jullie woont.

AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply