Overdenking

Noodpakket of Kerstpakket (Kerst 2024)

U had het vast al wel door.
Het lijstje dat ‘Jozef’ daarnet afwerkte.
Dat is het lijstje dat de Rijksoverheid voorschrijft voor het samenstellen van een noodpakket.
We worden aangespoord om een noodpakket bij de hand te houden, voor als zich calamiteiten voordoen.

Wat moet je daar van vinden?
Aan het begin van het jaar kwam onze hoogst Navo-militair, Rob Bauer met de boodschap dat we onze mindset moeten veranderen. We hebben een oorlogsvoeringstransformatie nodig (17 januari).
En kort geleden kwam de nieuwe secretaris-generaal van de Navo, onze eigen Mark Rutte, met een vergelijkbare boodschap: ‘Het is tijd om ons geestelijk voor te bereiden op oorlog’ (Een Vandaag, 13 december).

Toen ik dat allemaal zei tegen onze volwassen dochter die laatst op bezoek was, schrok ze zichtbaar.
‘Natuurlijk’, zei mijn vrouw achteraf, ‘daar schrik je van als een vader dat zegt’. En ze moest denken aan haar eigen jeugd, toen we met elkaar bang waren dat de bom zou vallen. Daar kun je als gevoelig kind last van hebben.
Had ik het wat minder stellig moeten zeggen?

Niemand kan de toekomst voorspellen. Maar dat er in de politiek én in de media én om je heen meer over gesproken wordt, is onmiskenbaar. We leven in onzekere tijden, zoveel is wel duidelijk.
Het is maar beter om zo’n noodpakket bij de hand te hebben.
Want het hoeft niet meteen oorlog te zijn, het kan ook dat de stroom uitvalt, of dat er een cyberaanval komt om de samenleving te ontregelen.

Of is het, bangmakerij?
Is het niet wat potsierlijk, een noodpakket. Alsof dat helpt, als het echt menens is.
In de jaren vijftig werd de Nederlandse bevolking opgeroepen bij een mogelijke kernoorlog, onder de trap te gaan schuilen.

Kijk, als ik nou een goede, orthodoxe dominee zou zijn, dan zou ik zeggen: noodpakket? Het enige noodpakket dat je nodig hebt is je zakbijbeltje, en je twee handen om in gebed te vouwen. Geloof drijft alle vrees uit. Het enige nodige is je geheel en al op God te verlaten. Hij is getrouw. Lees je bijbel, bid elke dag. Dat is onze enige troost in leven en in sterven.

Maar ja, dat kan ik wel zeggen, en misschien meen ik het ook nog wel, maar of dat het alleen is?
Geloven, leven, is toch ook: bidden én werken.
Je alleen maar terugtrekken op een eiland van veilig geloven, schuilen in de kerk bij wijze van spreken, daar kom je er ook niet mee.

In de kerk klinkt een boodschap van hoop. Dat is waar het met Kerstfeest om gaat. Een boodschap van hoop én van vertrouwen. En dat is een ander verhaal dan de verhalen die angst en onzekerheid verspreiden.

Het eeuwenoude verhaal van het kerstevangelie, de geboorte in de nacht, het licht in de duisternis, de hemelse boodschap van vrede op aarde – ieder jaar klinkt het weer en wil het tot ons spreken, ons aanspreken en aansporen.

En het beeld van het kwetsbare en weerloze kind in de kribbe, dat is het teken. Zo staat het er ook letterlijk, dit zal voor jullie het teken zijn, zegt de engel tegen de herders. Een pasgeboren kind, in doeken gewikkeld, in een voederbak.

Nederiger kan het niet.
Eenvoudiger kan het niet.
Weerlozer ook niet.

Zo komt God in ons midden, in ons leven, als het kleine en kwetsbare begin dat we allemaal zijn geweest. ‘Even weerloos als wij mensen’, zoals we straks zullen zingen.
Zoals een kind, aan mensen toevertrouwd.
En zoals ze kinderen blijven, ook al zijn ze volwassen.
Zoals je zelf, kind blijft.

Het is het beeld van het ultieme vertrouwen. Het vertrouwen dat er anderen zijn om het kind te koesteren, te verzorgen, groot te brengen, weerbaar te maken, wegwijs te laten geraken in het leven en zo voort.
Vertrouwen, dat je niet anders leven kunt als mens, dan van en door en met anderen.
Dat we elkaar nodig hebben, om te worden wie we zijn, om te worden waartoe we zijn geschapen.

Kerst is een boodschap van hoop én vertrouwen. Dat er altijd mensen zijn om die zorgzaamheid en verantwoordelijkheid voor elkaar gestalte te geven.
Gods vertrouwen in mensen is zo groot, dat Hij zichzelf in dit kerstkind aan ons heeft geschonken, zichzelf uit handen heeft gegeven, in onze handen gelegd. God maakt ons door zijn kleinheid groot, ook dat zullen we zingen.

Dat is het onbegrijpelijke wonder van Kerst.
Waar je ieder jaar weer bij wordt bepaald.

Daarom is het misschien toch wel goed, om in dat noodpakket ergens een bijbeltje te stoppen. Want dat verhaal moet je nooit vergeten.

De verhalen die we met ons meedragen, kleuren hoe we in het leven staan.
Is dat een verhaal van angst, van onzekerheid? Verhalen die ons bang maken, voor de ander, voor de vijand, voor de vreemdeling, voor het onzekere?
Of zijn dat verhalen van vertrouwen, van openheid, van onbevangenheid. Verhalen waar je blij van wordt, die je zelfvertrouwen voeden, die je bevrijden van het al te angstige.

Je bent als mens het verhaal dat je vertelt.
Ik las een paar mooie zinnen van Simone Weil, een Franse filosofe, in het nieuwste boek van Frits de Lange over haar leven en denken:
“We zijn nooit echt zonder hoop. Het simpele feit dat we bestaan, en dat we nadenken en iets anders willen dan het bestaande, dat is al een reden om hoopvol te zijn”.
(In alles tot het uiterste, p. 140).

Je bent het verhaal dat je vertelt.

Heb je een noodpakket in huis, om angstvallig jezelf te beschermen? Een pakket voor je zelf. Als ‘pantsering van je eigen gelijk’ (Kelli van der Waals, in Trouw, 15 december).
Of heb je als het ware een kerstpakket in huis, om gul van uit te delen? Een pakket waar ook anderen van mee mogen genieten.

Ik zou zeggen, het is niet verkeerd om het noodpakket klaar te hebben liggen; maar veel belangrijker is het om dat Kerstpakket vandaag mee te nemen, die boodschap van hoop en vertrouwen. En het allerbelangrijkste is: om uit dat Kerstpakket uit te delen, met ieder ander op je levensweg, een boodschap van hoop en van vrede.

Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.

AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply