Boeken

Niek Schuman, Mijn jaren van geloven

Aan het begin van zijn verhaal aarzelt Niek Schuman nog even. Het is voor de vorm, want inmiddels hou je een kloek boek in handen. Maar, vraag hij zich af, is mijn leven zo bijzonder dat anderen dat moeten weten? En is het verhaal van een gereformeerd mens die er niet meer zo aan doet al niet veel vaker verteld? Gelukkig hebben deze aarzelingen de emeritus hoogleraar liturgiek er niet van weerhouden zijn levensherinneringen te boekstaven. Want ze bieden een interessant tijdsbeeld van ontwikkelingen in kerk en maatschappij, juist door zijn persoonlijke invalshoek.

schumanSchuman (1936) deelt zijn leven in tijdvakken van tien jaar in. Hij vertelt over zijn jeugd in de Lopikerwaard, over kinderervaringen in de oorlog en het besef daarvan dat pas veel later kwam. Het gaat over zijn jeugd en zijn studententijd, maar het wordt vooral interessant als hij begint te vertellen over zijn predikantschap vanaf 1965. Een tijd die zinderde van veranderingen. Met recht de roerige jaren zestig.
Na enkele jaren pastorie keert Schuman terug aan de universiteit (VU) en blijft zijn verdere carrière in de academische wereld actief. Toch is hij niet een echte wetenschapper, tenminste niet van het type dat zich uitsluitend in het academische milieu beweegt. Toen het onvermijdelijk werd, is hij alsnog gepromoveerd, maar hij is meer de man van gemakkelijk toegankelijk geschreven boekjes over bijbel en liturgie, die een veel wijdere kring van lezers vonden dan doorgaans de strikt wetenschappelijke publicaties doen.

Al vroeg blijkt zijn fascinatie voor de bijbelse profeten en hun tegendraadsheid. Het thema keert op allerlei momenten in zijn boek terug en krijgt een toespitsing als hij via de VU contacten opbouwt in Latijns-Amerika. We zijn dan in de jaren zeventig, de tijd van de bevrijdingstheologie, van revolutionaire bewegingen overal op dit continent, de coup van Pinochet in Chili die een einde maakt aan het democratisch socialisme van Allende, de strijd in Nicaragua enzovoort. Chileense vluchtelingen komen naar Nederland, contacten ontstaan en verdiepen zich. Er is een directe verbinding tussen de profetische kritiek uit de bijbel en de partijkeuze voor de ontrechten die nu wordt gevraagd. Dit bevrijdingstheologische inzicht heeft Schuman sindsdien nooit meer verlaten.

Een andere lijn die uit zijn theologische biografie te destilleren valt, is die van de aandacht voor de psalmen. Een echte gereformeerde voorliefde (bevindelijk – een woord dat hijzelf een paar maal met instemming gebruikt), die enkele jaren geleden tot uitdrukking kwam in zijn boek Drama van crisis en hoop. Ook nu wijdt hij er een paar mooie beschouwingen aan, onder andere over het Ik van de psalmen, dat boven individueel is en tegelijk persoonlijk blijft (282 e.v.).

De belangrijkste rode draad door het boek is echter verbonden met een tekst die Schuman ooit zelf muntte Wij zijn de eersten niet en met het besef dat daarin wordt verwoord. Over de weg die het leven is en (dus!) ook het geloof. Het beeld van de weg is een dragende metafoor in zijn boek, van de omslagfoto met de schrijver voor het slingerende pad naar de top van de berg Thabor, tot aan het slothoofdstuk over de haarspeldbochten die de knikken in zijn leven markeren. We gaan ons leven in verbondenheid met generaties voor ons, want: wij zijn de eersten niet. Dus gaat het in zijn boek over mensen als weggenoten, mensen met wie je de tocht van het leven deelt, maar ook over anderen van wie je onderweg afscheid moest nemen. Hun namen worden genoemd, eenvoudige gelovigen samen met meer bekende persoonlijkheden in kerk en theologie, zonder dat het larmoyant of opschepperig wordt. Het al te persoonlijke uit de privésfeer blijft daar, terecht. Zo ontstaat er een mooi geschreven portret van een leven en een tijdperk, met een bescheiden maar markante persoonlijke toets.

Het verhaal van iemand die opgroeit in een gereformeerd milieu mag dan vaker verteld zijn, wat het relaas van Schuman tenslotte bijzonder maakt is dat hij weliswaar mee veranderd is maar tegelijk erin gebleven is. De ondertitel maakt dat in alle eenvoud en tegelijk poëtisch duidelijk, een kenmerk overigens van veel van zijn teksten: voorgoed verleden, blijvend visioen.
Vanwege dat laatste is het wat mij betreft ook een aanstekelijk boek, zonder enige zweem van gelijkhebberigheid dat bepaalde gereformeerden nogal eens aankleeft. Zijn boek, waarin veel meer aan de orde is dan hier kan worden samengevat, draagt daardoor de trekken van een geloofsverantwoording. Met beroep op zijn eigen leven en allen die hem daarin vergezellen. Hoe kan het ook anders?

Niek Schuman, Mijn jaren van geloven. Voorgoed verleden, blijvend visioen, Meinema Zoetermeer 2012, 348 pag, isbn 9789021143095, €25,00

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply