Maurits de Bruijn, Geweten

In het gezin waar Maurits de Bruijn als jongste van vier jongens opgroeit, is 4 mei jaarlijks een beladen gebeurtenis. De vier zoons leggen dan bij het monument in hun dorp Maasland een boeket, dat door hun moeder met zorg is uitgezocht. Zelf is ze niet aanwezig bij de herdenking. Dat komt te dichtbij. De moeder van Maurits is als baby bij een gereformeerd gezin ondergebracht door haar joodse ouders, voordat ze werden weggevoerd en uiteindelijk met hun twee andere dochters in de vernietigingskampen verdwenen.

Met dit persoonlijke verhaal zet De Bruijn zijn boek Geweten in. Hij vertelt over zijn ongemak met de jaarlijkse herhaalde mantra ‘Nooit meer’. Een ongemak dat alleen maar groter is geworden sinds de oorlog in Gaza, waarbij aan de ene kant de verschrikkingen van de Holocaust worden gebruikt als rechtvaardiging voor het Israëlisch geweld en aan de andere kant de zinledigheid van het ‘nooit meer’ blijkt. Er vindt opnieuw een genocide plaats, ditmaal op de Palestijnen, en de wereld kijkt toe maar grijpt niet in.

Al langer is De Bruijn ervan overtuigd dat de staat Israël een zionistisch project is dat gebaseerd is op fundamenteel onrecht. Natuurlijk zijn er verschillende soorten zionisme, De Bruijn gaat er dieper op in. “Nu, binnen dit tijdsgewricht, gebruik ik het stempel zionist voor mensen die menen dat de Israëlische staat alles wat in zijn macht ligt mag doen om ervoor te zorgen dat die staat gehandhaafd wordt, ongeacht de gevolgen die dit voor Palestijnen heeft” (p. 79).
Die gevolgen zijn het systematische onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan, wier land wordt bezet, onrecht door het apartheidsregime waardoor Palestijnse grondrechten worden geschonden en onrecht door het dagelijkse geweld, dat sinds 7 oktober 2023 apocalyptische vormen heeft aangenomen.
Het maakte hem al jaren geleden tot activist voor de Palestijnse zaak. Activisme dat gesterkt werd na meerdere bezoeken aan Israël en de bezette gebieden en dat door de recente gebeurtenissen alleen maar verder is aangewakkerd. Activisme dat hem overigens op de nodige kritiek en tegenwerking komt te staan. Een nestbevuiler wordt hij genoemd. Een aanvankelijke uitnodiging om te spreken op Holocaust Memorial Day op 26 januari 2025 wordt zonder opgaaf van reden schielijk ingetrokken.

In het eerste deel van zijn boek (Discours) vertelt hij het verhaal hoe hij tot zijn opvattingen is gekomen. Een mix van persoonlijke familie-ervaringen, reisindrukken, studie van literatuur en geschiedenis. Overtuigend laat hij zien dat je niet neutraal kunt blijven of voor het ‘radicale midden’ kunt kiezen: “Dat zou, als ik het goed begrijp, moeten draaien om empathie voor zowel Israëli’s als Palestijnen. Daar is niks mis mee, maar er is wel degelijk iets mis met de gelijkwaardige empathie wanneer die enkel tot de conclusie komt dat deze oorlog voor beide partijen pijnlijk is. Daarmee wordt de asymmetrie ontkend waarin Israëli’s alle rechten hebben en Palestijnen vrijwel geen. Net als het besef dat we ons moeten richten op de wortel van de onrechtvaardigheid: de Israëlische bezetting van Palestijns grondgebied, de ideologie die daarachter schuilgaat en het systeem van apartheid dat er het gevolg van is.” (p. 50).

Dan komt er eind november 2024 een uitnodiging van een niet nader genoemde NGO om met een groep antizionisten op reis te gaan en contact te maken met degenen die de dagelijkse realiteit van bezetting en annexatie ondervinden. Een reis, waar hij tegen opziet, maar die hij wel moet maken van zichzelf, ‘om het beest in de bek te kijken.’

In het tweede deel (Werkelijkheid) krijgen we in stukjes en beetjes, in een verzameling korte impressies, het verslag van zijn reis. Dat laat zich moeilijk samenvatten. Het is een bonte verzameling van diverse, soms schrijnende, ontmoetingen en ervaringen. Je voelt de verharding van standpunten, de angst die makkelijk naar binnenslaat, ook bij De Bruijn zelf. Israëli’s die zich verschansen in ‘een harnas van rouw’ om de aanslag van 7 oktober en het lot van de gijzelaars, zonder oog te hebben voor het lijden van de Palestijnen. Palestijnen die hun ervaringen delen met maar één wens: ‘Vertel mijn verhaal’. Want de wereld moet het weten. Zo zegt een Palestijn die hij ontmoet: “We hebben iedereen over de hele wereld nodig. Want we hebben ons nog nooit zo alleen gevoeld. Kinderen zijn aan stukken gescheurd in Gaza. Het is het ergste jaar op de Westoever. En als de wereld een geweten had, dan was het meteen gestopt.” (p. 206).

Met zijn boek geeft De Bruijn gevolg aan dit verzoek.
Door zijn persoonlijke insteek en betrokkenheid, voel je op iedere pagina het engagement dat hem drijft. Tegelijkertijd sijpelt de wanhoop er regelmatig doorheen. Omdat de situatie zo verschrikkelijk en hartverscheurend is.

Toch eindigt hij dit indrukwekkende boek hoopvol:
“Als ik één ding kan bereiken met deze getuigenis, laat het dan zijn dat mijn woorden deel zullen uitmaken van een golf van verzet die lang geleden haar oorsprong vond en nog altijd aan kracht wint. Een golf die tussen de rivier en de zee opsteeg, de wereld over raast en het uiteindelijk onmogelijk maakt dat iemand zich nog kan verschuilen door te beweren dat die het simpelweg niet geweten heeft.” (p. 234)

Maurits de Bruijn, Geweten. Over Israël en Palestina, Das Mag Uitgevers 2025, 244 pag., € 22,99

Schrijf een reactie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *