Het gaat vanmorgen over leven of dood.
Dat zal niet verbazen, nu we beide lezingen nog horen naklinken. Het wonderlijke verhaal van de opwekking van Lazarus, die weer het leven ingeroepen wordt. En het fragment uit de brief van Paulus aan de Korintiërs (I Kor. 15, 12 – 19) over de opwekking uit de dood.
Maar luistert u goed: het gaat vandaag over leven OF dood. Niet over leven én dood.
Dat is een cruciaal verschil.
In deze periode op weg naar het Paasfeest laten we ons weer meenemen in de gang van het evangelie, in de levensweg van Jezus, zoals die getekend wordt in de evangeliën.
Je kunt dan zeggen: heel zijn leven, heel zijn missie, wordt gestempeld door zijn inzet voor het leven. Voor het leven van gewone mensen die hij op zijn pad ontmoet. Bruiloftsgasten in Kana, een Samaritaanse vrouw bij de bron, een blindgeboren man langs de kant van de weg (verhalen uit dit evangelie van Johannes).
Hij is gekomen om mensen een beter, heler, gezonder leven te geven, in allerlei opzichten.
Dat is zijn roeping.
Aan het open graf van Lazarus, bidt Jezus: “Vader, ik dank U dat U mij hebt verhoord … ik zeg dat ter wille van al deze mensen hier, opdat ze zullen geloven dat U mij gezonden hebt” (43).
Heel die wonderbaarlijke geschiedenis is bedoeld om dat te demonstreren. Het leven; niet de dood, heeft het laatste woord.
Ondertussen blijven we wel zitten met al die eigenaardige zaken uit dit verhaal. In de bijbel staan tal van wonderverhalen, maar dit is toch wel van een buitencategorie.
Lazarus is niet schijndood. Hij is niet in een diepe coma, die ze voor de dood aanzien, of zo. Hij ligt niet gestorven op zijn bed. Nee, ze hebben hem al naar zijn graf gebracht. Hij ligt er al vier dagen en het ontbindingsproces is al op gang gekomen. De stank slaat hen tegemoet. Verdere details worden ons bespaard. Ik hoop maar dat u niet een beelddenker bent.
Wat moet je daar, als nuchter, hedendaags mens mee?
Soms zeggen mensen, je moet die verhalen niet al te letterlijk nemen. Dat klinkt dan, alsof je ze niet al te serieus moet nemen.
Ik zou dat graag omdraaien: je moet ze uiterst serieus nemen en dat doe je door ze zo letterlijk mogelijk te nemen, dat wil zeggen: nauwkeurig letten op de details die je naar een andere uitleg, naar een dieper begrijpen van dit verhaal, kunnen leiden.
Een paar dingen wil ik er uitlichten.
Het eerste en misschien wel meest opmerkelijke is dat we van de hoofdpersoon om wie het allemaal draait niets te horen krijgen. Lazarus zwijgt als het graf.
Hoe heeft hij gereageerd op deze verbazingwekkende ontwikkeling?
Wat vindt hij er zelf van dat zijn grafrust is verstoord?
Geen woord.
Lazarus zelf doet er het zwijgen toe.
Als het gaat over wat er zou zijn, na onze dood, na dit leven, dan zeggen we half gekscherend: er is nooit iemand teruggekomen om ons dat te vertellen.
Nu is er eindelijk iemand voor wie dat wel geldt… houdt hij zijn mond!
Wat betekent dat? Is hij er verlegen mee? Is hij teleurgesteld? Een beetje zoals iemand die een bijna-dood-ervaring heeft gehad, terugverlangt naar het vredige licht dat hij of zij heeft ervaren. Of is Lazarus misschien minder belangrijk voor het verhaal? Gaat het niet om zijn reactie, maar om de reacties (de respons) die het verhaal bij ons los maakt?
Want ondertussen zijn er wel allerlei andere, sprekende en handelende personages in betrokken.
De leerlingen die aan het begin worden genoemd. Maar ook Marta en Maria, de beide zussen van Lazarus. En natuurlijk vooral Jezus zelf.
Als je inzoomt op hoe Jezus hier handelt en spreekt, dan vallen er een paar dingen op.
Dat hij aanvankelijk aarzelt om zijn vriend op te zoeken.
Als hij bericht krijgt dat Lazarus ziek is, zegt Jezus: ‘Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geëerd kan worden’. Dat is al een vreemde reactie. Hij bleef nog twee dagen talmen, en als hij dan wil gaan, proberen zijn leerlingen hem tegen te houden, bang voor het gevaar dat Jezus zo dicht bij Jeruzalem loopt.
Maar Jezus zet door: “Onze vriend Lazarus is ingeslapen. Ik ga hem wakker maken”, zegt hij. Waarna er misverstand ontstaat. Zijn leerlingen die het letterlijk nemen en niet begrijpen dat Jezus bedoelt dat Lazarus nu echt gestorven is. Heeft Jezus bewust daarop gewacht?
Het misverstand is overigens een bewust stijlmiddel van Johannes. Een soort heilzame verwarring die je uitnodigt zelf dieper in het verhaal af te dalen.
Maria en Marta. De één stil en teruggetrokken, zoals ze in een ander evangelie wordt getekend. Bezig met de hogere dingen, de spiritualiteit. Het is deze Maria die in dit evangelie straks Jezus zal zalven met het oog op zijn begrafenis.
De andere zuster, Marta, praktisch en van aanpakken. Als ze horen dat Jezus er aan komt, gaat zij hem tegemoet, Maria blijft thuis.
Het gesprek tussen Jezus en Marta. Met het verwijt, Heer, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn. Het zijn overigens precies dezelfde woorden die even later de thuisgebleven Maria zal gebruiken.
Jezus die geladen woorden spreekt: Ik ben de opstanding en het leven, en vraagt om geloof.
Jezus die zijn emoties toont, opmerkelijk dat dat in dit verhaal zo veel aan de orde is. Hij huilt. Tranen van verdriet? Of van woede? Er staat ook dat hij zich ergerde, tot twee maal toe.
En dan, de ontknoping van het verhaal. Hoe Jezus de naam van Lazarus roept, schreeuwt, staat er eigenlijk. Kom naar buiten. Maak hem los en laat hem gaan. Geladen woorden die misschien wel bewust de verbinding oproepen met de bevrijding van Pascha, uit het graf van het diensthuis en de slavernij, geroepen uit de ballingschap van de dood..
Het zijn allemaal wat associatieve gedachten dicht bij de letter van de tekst.
Hoe preciezer je leest, hoe wonderlijker het wordt.
Maar hoe meer je wellicht ook gaat vermoeden van de diepgang die in verhalen als deze schuil gaat. En dan nog laten we allerlei sprekende details onvermeld.
Jezus verzet zich, met alle macht, met alles wat in hem is, tegen de dood en tegen alles wat het leven fnuikt, vernielt, breekt in de knop. Hij legt zich niet neer bij de dood van zijn vriend. Dat kan niet, dat mag niet, waar zijn. Vandaar die heftige emoties, de ergernis, de woede, de frustratie haast, de schreeuw bij het graf, Jezus’ grote NEE tegen de dood.
Onze wereld is vol van de dood. Niet alleen de dood als laatste onvermijdelijke grens die voor ieder mens geldt. Er is ook zoveel dood IN het leven.
Doodmakende processen en structuren die ongelijkheid in stand houden en oorlogen steeds weer doet oplaaien.
Er is zoveel dood in het leven. Leven dat vruchteloos is. Leven dat onder de maat is. Leven dat niet meer is dan de tijd doden.
Er is zoveel dood vóór de dood, mensen van angst verlamd om werkelijk te leven.
Levend begraven. Al je aspiraties, je verlangens, idealen, ze zijn allang geleden geofferd op het altaar van de realiteit, van zo-is-het-nu-eenmaal en wat-doe-je-er-aan. Dood is dood, zeggen de mensen. Leven en dood horen bij elkaar, zeggen wij, nuchter en realistisch..
Maar… dit verhaal van Lazarus wil iets anders benadrukken. Niet dood en leven, maar dood of leven. Leven en dood horen niet bij elkaar, staan tegenover elkaar, sluiten elkaar uit.
En de boodschap van Jezus is, dat er leven is, zelfs in de dood. Dat is de paaservaring waar dit verhaal natuurlijk al naar vooruitwijst.
Kies voor het leven (Deut. 30). Sta op tegen de dood.
Het evangelie is de boodschap van leven, niet alleen na de dood, maar, in dit leven, in de dood. “Wie in mij gelooft, zegt Jezus, zal leven, ook wanneer hij sterft”(25) zoals heel het evangelie de boodschap van de Levende is.
Christus’ verzet tegen de dood is zijn inzet voor het leven. In al de wonderverhalen klinkt dat door. Hij is het leven zelf. Ik ben het leven en de opstanding.
Tegen de dood, die allesomvattende en vergiftigende macht van de dood, de dodende dood, komt het geloof in verzet.
Tegen de dood met zijn vele gedaanten, de dood als grens, de dood die elke levende relatie verbreekt, tegen de dood voor de dood, de dood bij het leven, staat Jezus op.
Tegen de dood, voor het leven. Dat is geloof dat in iedere situatie, hoe uitzichtloos ook, de moed geeft om te verwachten dat het altijd nog anders kan. Wie zich neerlegt bij de feiten, legt zich neer bij de dood. Dood of leven?
Een levend geloof kiest voor het leven. In alle omstandigheden. Het zou wat zijn als we alleen onze hoop zouden koesteren voor een leven na dit leven, om Paulus om te draaien. Dan zouden we pas beklagenswaardig zijn.
Leven is: hier en nu geroepen worden door Hem, zoals Lazarus.
De doeken waarin je ingewikkeld bent en die je het zicht benemen en de adem beroven, daarvan wordt gezegd Maak ze los en laat hem gaan (44).
Wie zich door Jezus, de Levende, laat roepen, loopt de wereld weer in.
Gaat het leven tegemoet.
Leeft in volle overgave.
AMEN
No Comments