Artikelen

Keti-Koti

Op 1 juli begint het herdenkingsjaar slavernijverleden, 150 jaar na de definitieve afschaffing van de slavernij. Tegelijk is er steeds meer besef dat dit verleden doorwerkt tot op de dag van vandaag. Ook binnen de kerk groeit dat besef.

Er is veel materiaal beschikbaar om hier aandacht aan te besteden.
Zelf ben ik gevraagd om een preekschets te maken, bij een van te voren vastgestelde bijbeltekst.
Je kunt dat en veel meer allemaal terugvinden in het Kerkenpakket van Micha.

Hieronder de tekst van mijn bijdrage
(foto Fort Elmira, Ghana)

Bijbelteksten

Centrale Bijbeltekst:                            Johannes 8:31-36

Suggestie Eerste Testament:             Deuteronomium 5:1-21

Suggesties Tweede Testament:        Romeinen 8:18-24a (30); Galaten 5:1 en 5:13-14

Schriftuitleg

De lezing uit het evangelie is een fragment van een groter geheel, waarin Jezus in gesprek/debat is met de Joden. In de eigen weergave van het Johannesevangelie, waarin we een ‘andere’ Jezus ontmoeten als in de synoptische evangeliën, is dat al een problematische typering, niet in het minst omdat Jezus zelf een Jood is.

In deze paar verzen staat er uitdrukkelijk bij dat Jezus zich richt op de ‘Joden die in Hem geloofden’. Ze worden opgeroepen vast te houden aan wat Jezus zegt/leert. Dan zal de waarheid u bevrijden.

Kenmerken voor het Johannesevangelie is dat deze wat mysterieuze woorden – want wat is dan die waarheid, een vraag die later in hetzelfde evangelie door Pilatus wordt gesteld (Joh. 18 vers 38) – gevolgd worden door een even mysterieuze dialoog. De Joden zeggen, we zijn nakomelingen van Abraham en nooit slaaf geweest van wie dan ook. Met andere woorden: we hebben geen bevrijding nodig. Waarop Jezus reageert door te zeggen dat wie zondigt, slaaf van de zonde blijft en dat de Zoon pas ervoor kan zorgen dat je werkelijk vrij bent.

Let op hoe haast ongemerkt de thematiek per zin verandert. Gaat het over waarheid, over vrijheid, over zonde, over slaaf-zijn, of over de Zoon? Of over dat alles tegelijk, maar hoe verhoudt zich dat dan tot elkaar?

Als rode draad voor de uitleg kies ik voor vers 32: U zult de waarheid kennen en de waarheid zal u bevrijden.

De centrale gedachte is, dat de waarheid vrij maakt. De waarheid die je vrijmaakt, is niet een bepaalde leer of opvatting, maar een levende relatie met de Heer. Jezus maakt, zeker in het Johannesevangelie, de waarheid persoonlijk. Hij belichaamt zelf die bevrijdende waarheid (Vgl. zijn uitspraak: Ik ben de weg, de waarheid en het leven – Joh. 14 vers 6). Waarheid is niet een begrip, maar een relatie-woord, dat relaties kan veranderen.

Dat is een bevrijding op verschillende niveaus, op het vlak van de samenleving en van de geschiedenis, maar ook op het interpersoonlijke en persoonlijke niveau. Het gaat om nieuwe, bevrijde, menselijke verhoudingen, om de heel eigen vrijheid van de kinderen Gods (vgl. Rom 8 vers 21), de geestelijke, innerlijke vrijheid die je in het geloof kunt ervaren. Leven in de waarheid, betekent tegelijkertijd een bevrijdingsbeweging in het maatschappelijke en politieke vlak.

Bevrijding is daarom een proces, dat op die verschillende niveaus gestalte moet krijgen. Ook nu de slavernij allang is afgeschaft, kunnen mensen nog ‘gevangen’ zitten in slavernij, belemmerd of beschadigd door een onverwerkt verleden. Ook als iemand is afgekickt van zijn of haar verslaving, kan deze persoon innerlijk nog op allerlei manieren vastgebonden zijn aan oude gewoonten, onoverwonnen impulsen, blijvende verleidingen en zo voort. Misschien gaat het proces van bevrijding, als het gaat om de slavernij of andere vormen van perverse afhankelijkheid, wel een leven lang door. Zoals je een kind uit de oorlog kunt halen, maar de oorlog niet zomaar uit het kind, geldt dat hetzelfde voor wie met de slavernij te maken heeft (gehad?).

Tegen deze achtergrond en rode draad, worden de suggesties voor andere lezingen hopelijk begrijpelijk.

De Tien Geboden, zoals ze traditioneel worden genoemd; beter is misschien: de Tien Woorden, of de tien wegwijzers, in de weergave van Deuteronomium benoemen een paar maal nadrukkelijk de achtergrond van bevrijding uit de slavernij. Dat geldt voor het eerste gebod (idem in de weergave van Exodus 20). God is de Heer die het volk heeft bevrijd uit Egypte, uit de slavernij. Het sabbatsgebod – ook een vorm van bevrijding, van de druk van altijd maar moeten werken en presteren – wordt hier in Deuteronomium onderbouwd door opnieuw de verwijzing naar het slavernijverleden van het volk Israël. Omdat je zelf slaaf bent geweest, is het goed om de vrijheid van de sabbat te vieren.

Je kunt alle geboden zien als een nadere uitwerking van dat gegeven, zoals Paulus later de gemeenten van Galatië voorhoudt: Je bent bevrijd! Laat je daarom niet opnieuw een slavenjuk opleggen (Galaten 5 vers 1). Bij Paulus gaat het dan om nieuwe wetten of verplichtingen, zoals de besnijdenis. Maar dat is verder uit te werken naar iedere vorm van (geloofs)dwang, naar regeltjes en voorschriften die mensen elkaar opleggen en waarmee mensen elkaar uitsluiten. De vrijheid is radicaal. Niet als vrijbrief om te doen waar je zin in hebt, maar om elkaar in liefde te dienen. Lees maar even verder in Galaten 5, verzen 13 en 14: “Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf’.”

Relatie tussen de Bijbeltekst en deze themazondag

Een kanttekening bij het thema is, dat je ook te snel kunt spreken van een ‘gedeeld’ verleden. Dat veronderstelt een gemeenschappelijkheid die er niet automatisch is. Het is eerlijker om te erkennen dat we een ‘verdeeld’ verleden hebben. Het maakt nogal uit of je voorouders tot slaaf gemaakt waren of behoorden bij de slavenhouders of de groepen die daarvan hebben geprofiteerd. In sommige gevallen loopt dat door elkaar heen, maar ook dan kun je niet zomaar spreken van een gedeeld verleden. Er is wel een verleden dat we delen, omdat we allemaal onze wortels hebben in het verleden en staan op de schouders van wie ons voorgingen. Het luistert nauw. Belangrijk is om met respect voor ieders situatie én ieders beleving, de open vraag aan elkaar te stellen wat dit verleden voor jou betekent en hoe het doorwerkt in jouw heden. Is er ruimte voor ieders ervaring, van rouw, klacht en/of hoop?

Evenzo is er een open toekomst die we samen delen en waar we allemaal aan bij kunnen dragen. Welke lessen kunnen we leren uit het verleden? Wat kunnen we leren van elkaar? Als de waarheid ons vrijmaakt, wat betekent dat dan concreet voor ons leven en samenleven in de nabije toekomst? Wat helpt om te voorkomen dat wij zelf of anderen weer tot slavernij en/of afhankelijkheid vervallen? Wat is nu nodig om moderne vormen van slavernij te bestrijden? Deze vragen samen onder ogen zien en aanpakken, is de manier om de toekomst te delen.

Homiletische notities

De kracht van een goede preek is, dat het inspiratie kan bieden voor actualisatie. Maar het begint bij verheldering. Wat bedoelen we precies als we het hebben over vrijheid, gedeeld verleden, gedeelde toekomst?

Ervaringsverhalen van mensen uit je gemeente of omgeving, die vanuit hun familiegeschiedenis rechtstreeks met de thematiek te maken hebben, verrijken de preek.

Zijn er plekken en gelegenheden in je eigen gemeente, om het samen over deze vragen te hebben?

Spreek met elkaar af om een goede film over het thema te bekijken, bv. Amazing Grace (2006), of een documentaire uit de reeks van 2Doc.nl over het thema slavernij. Of organiseer een excursie naar het Tropenmuseum in Amsterdam (in afwachting van de realisatie van het Nationaal Slavernijmuseum).

Muzieksuggesties

Psalm 81; Lied 691; Lied 839; Lied 975; Lied 993; Lied 1001

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply