Overdenking

Intocht, Lc. 19: 29 – 40

Als je naar het voetballen gaat klinkt er ruim voor de wedstrijd begint opzwepende muziek door het stadion. Dan komen de elftallen uit de kleedkamer en worden de spelers voorgesteld. Als het een interland is worden er ook nog volksliederen gespeeld en eventueel vaantjes uitgewisseld. Een heel ritueel voordat de wedstrijd begint.
En ik weet niet of u wel eens bij een popconcert bent geweest. Dan is er eerst een voorprogramma. De spanning wordt opgevoerd. Afhankelijk van hoe beroemd ze zijn, laat de band lang of minder lang op zich wachten. Maar dan eindelijk komen ze het podium op.

Ik bedoel maar. De entree is deel van de voorstelling.
Datzelfde zou je kunnen zeggen van het verhaal van deze ochtend, palmzondag.
Zorgvuldig is een en ander voorbereid. Jezus geeft tamelijk precies zijn aanwijzingen. Je krijgt de indruk dat het geen spontane actie is, maar een gebeuren waar goed over nagedacht is. Zo wil hij Jeruzalem binnengaan. Op een ezelsveulen.
En als het dan zover is, zorgen zijn leerlingen voor het juiste eerbetoon: ze spreiden hun mantels op de weg. En de palmtakken, die mag je er zelf bedenken (want die worden door Lucas niet vermeld).

Met Palmzondag begint de stille week of goede week.
De intocht van Jezus maakt onderdeel uit van het lijdensverhaal dat we de komende dagen zullen vieren. De entree is deel van de voorstelling.
Palmzondag is een feestelijk gebeuren. Maar de schaduw van wat komen gaat, hangt er overheen. Zoals wordt uitgedrukt in die bekende regel: heden hosanna, morgen kruisig hem.
Dat is de dubbelheid van deze dag. En misschien kun je wel zeggen, de dubbelheid van het hele feest van Pasen. Vreugde vermengd met verdriet. Vreugde geboren uit verdriet.

De boodschap van dit verhaal zit voor een deel in die zorgvuldige enscenering. Jezus doet niet zomaar wat. Met zijn intocht op een ezel maakt hij een statement.
Om dat te verduidelijken, grijpen we vandaag ook terug op die tekst uit de Filippenzenbrief. Want die geeft als het ware de achtergrond om Jezus’ statement nog beter te begrijpen.

Het staat ook wel bekend als het lied van de mensenzoon. Volgens geleerden is hier een oude hymne uit de vroege christelijke kerk in de brief van Paulus terechtgekomen. Een lied dat bezingt hoe Jezus, door de weg die hij gegaan is, het gelaat van God weerspiegelt. Hij is van God gekomen, om mens te worden. Sterker, om de gedaante van een slaaf aan te nemen. Zoals er staat: als mens verschenen, heeft hij zich vernederd, en werd gehoorzaam tot In de dood – de dood aan het kruis.
En na zijn vernedering, door God hoogverheven, een naam boven alle naam.
Hier wordt als in een notendop de beweging van Pasen geschetst. En het loopt, als in een echt loflied, uit op een belijdenis: Jezus Christus is Heer. Tot eer van God de vader.

U merkt al, dit is liturgische taal.
Helaas is de melodie niet bewaard gebleven maar wij kunnen het zingen op onze eigen manier.

De vernedering, waarvan sprake is in dit lied, Is niet alleen iets wat hem wordt aangedaan. Het is ook iets waar Jezus actief voor kiest. Hij vernedert zichzelf, of zoals er staat: hij doet afstand van zijn goddelijkheid.

Dat zijn raadselachtige woorden, waar theologen zich het hoofd over hebben gebroken. Kan dat wel? Is dat niet te radicaal? Praat je dan niet te laag over Jezus?
Het zou te ver voeren om daar nu veel dieper op in te gaan.
Wat mij belangrijk lijkt zijn in dit verband twee dingen.
Allereerst dat je In de liturgie, of in het lied, soms meer kunt zeggen of zingen, dan je In de geloofsleer met woorden verantwoorden kunt. Misschien kent u die ervaring. Daarom is het soms zo fijn, om mee te kunnen zingen, of mee te kunnen bidden, met woorden die je zelf misschien niet zo gauw zou gebruiken, woorden die je als het ware boven jezelf uittillen.
Als ik voor mezelf mag spreken, is dat ieder jaar weer de ervaring rond Pasen. De liturgie neemt je mee in een verhaal dat mijzelf vaak boven de macht gaat.

Daarnaast, het tweede als het gaat over die nederigheid. Dat is nu precies wat in het teken van Palmpasen, in die zorgvuldig georkestreerde intocht, zichtbaar wordt.
De koning rijdt op een ezel.
Niet op een paard. Niet hoog gezeten. Niet op een manier, die macht en kracht en geweld uitstraalt. Want een paard, dat is in die tijd een dier dat gebruikt wordt in de oorlog en de strijd. Maar een ezel, dat is het vervoermiddel van de gewone mens.
De ezel betekent eenvoud. Bescheidenheid. Geen uiterlijk vertoon, maar teken van kwetsbare beschikbaarheid.
Deze intocht is daarnaast de uitvoering van een oude profetische belofte, waarin ook sprake is van de komst van de koning, die op een ezel rijdt.

Toen ik deze week bezig was met dit verhaal en deze preek, las ik op de NOS app een bericht dat president Trump in juni aanstaande ter gelegenheid van zijn verjaardag een militaire parade In Washington DC wil houden. Ja, het is tegenwoordig wat makkelijk prijsschieten voor ons dominees met zo’n Amerikaanse president. En toch, het contrast kan haast niet groter.

De intocht van Jezus is zoals gezegd de opmaat naar het lijdensverhaal. Sterker het is het lijdensverhaal. Hij gaat de stad binnen die het doel van zijn levensreis is. In Jeruzalem, in het hart van zijn thuisland, zal hij zijn laatste teken stellen. De gehoorzaamheid vervullen. De weg van de liefde en de zachtmoedigheid en de nederigheid tot het laatste gaan.
Niet met geweld en met machtsvertoon. Dat drukt deze hele intocht uit.
Eigenlijk is dat een herhaling van motieven die van begin tot eind in het evangelie van Lucas verweven zijn.
Vanaf zijn geboorte in alle eenvoud in het nachtverblijf voor de dieren. Ook toen was er een ezel in de buurt. Nou ja, die denken wij erbij, want strikt genomen komt hij de tekst niet voor.
Maar wel is er in die nacht van Jezus’ geboorte een lied dat uit de hemel klinkt, over vrede op aarde. En nu bij de intocht wordt er ook gezongen. Gezegend hij die komt als koning In de naam van de Heer. Vrede in de hemel en eer aan de allerhoogste.
Is het te ver gezocht om hierin een verwijzing te zien en te horen naar de engelenzang In de kerstnacht?

Hoe dat ook zij, vandaag mogen we zingen van vrede. Want de Heer komt, in Jeruzalem, de stad van vrede. Zijn weg, van vernedering en zachtmoedigheid, brengt die vrede. Anders dan het in de wereld gaat.

Uit datzelfde Jeruzalem kwam deze week een bijzondere boodschap.
Het is een oecumenische verklaring ondertekend door verschillende kerkelijke leiders uit Jeruzalem. Een getuigenis voor gelijkheid en een rechtvaardige vrede, staat er boven.

Ik wil daar graag iets over vertellen om die boodschap van vrede een beetje concreet te maken in het licht van de situatie van vandaag. In deze verklaring (origineel of in vertaling) schrijven zij: “Terwijl de oorlog in Gaza voortduurt, is Israël een oorlog begonnen op de Westelijke Jordaanoever, verborgen voor de ogen van de wereld. Het Israëlische leger voert de grootste verdrijving van Palestijnen uit hun huizen uit sinds 1967”.
Tegen deze achtergrond herinneren de kerkleiders uit Jeruzalem aan Jezus’ gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, die de gewonde man helpt, terwijl anderen voorbijlopen. En zij schrijven:
“Dominee Martin Luther King stelt dat zij voorbij liepen uit angst: wat gebeurt er met mij als ik stop. Maar de Samaritaan stelt de vraag: wat gebeurt er met hem als ik níet stop?”

Daarom weigeren zij voorbij te gaan, aan het leed van al die slachtoffers In Gaza en op de Westelijke Jordaanoever, hun eigen broeders en zusters. “Tot degenen wereldwijd die onze wonden zien maar zwijgen zeggen ze: we erkennen uw angst en we begrijpen dat het veel kost om nu het woord te nemen. Misschien hoopt u nog steeds in stilte, dat iemand anders zal stoppen om te helpen. (…) Maar is nu niet het moment om u aan te sluiten bij stemmen wereldwijd die oproepen tot gelijkheid gerechtigheid en vrede voor zowel Palestijnen als Israëli’s”. Het indrukwekkende getuigenis eindigt met de volgende woorden:

“Nu Pasen nadert bevestigen wij opnieuw: het licht schijnt In de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. “Wat er door hem geworden is was leven en dat leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen” (Joh. 1: 3-5).

Dit getuigenis van christenen uit Jeruzalem is het waard gehoord en gedeeld te worden.
Woorden doen ertoe, maar pas als ze door onze daden gedekt en bevestigd worden

Vandaag zingen wij, boven onze macht uit, met de mensen in Jeruzalem, toen en nu, onze Heer toe: vrede op aarde en vrede in de hemel!

Moge het zo zijn.
AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply