Blog

IJdel gebruik

Soms zijn er berichtjes in de krant waar ik van ga glimlachen.
‘Het aloude vloeken met Gods naam lijkt nu op zijn retour’, kopt de zaterdagkrant. De voorzitter van de Bond tegen vloeken, die al meer dan 100 jaar de strijd aanbindt tegen het ijdele gebruik van de naam des Heren, constateert dat er in de media en op straat minder gevloekt wordt. Toch heeft hij er gemengde gevoelens bij. “Wij denken dat mensen de naam van God minder vaak gebruiken als scheldwoord, omdat zij niet bekend zijn met God”.

Er zit ergens een rare twist in deze redenering.
Dat er minder wordt gevloekt – overigens een gevoel, niet gebaseerd op statistisch onderzoek – is dus niet alleen maar positief nieuws voor de Bond. Misschien zijn ze bang dat de rechtvaardiging voor hun bestaan verder erodeert? Als er op straat niet meer gevloekt wordt, betekent dat het einde van hun businessmodel.
Zit ‘god’ al zover in het verdomhoekje, dat de mensen zelfs niet meer de moeite nemen om hem/haar in hun scheldkanonnades te noemen? Ik zou toch denken dat er tegenwoordig nog genoeg gescholden wordt op social media. Wat overigens ook een gevoel is, ik heb er geen onderzoek naar gedaan… Maar god is het vloeken niet meer waard, kennelijk.

Of ligt het toch nog anders?
Misschien komt de voorzitter van de bond onbedoeld wel tot het inzicht dat menige stevige vloek, bij ’ten hemel schreiend’ onrecht of ander ‘heidens’ gedrag, wel van meer geloof en vroomheid getuigt dan het brave taalgebruik dat binnen de burgerlijke fatsoensnormen blijft.
Als zulke ‘vloeken’, niet het ordinaire schelden, maar de oprechte, heilige, woede steeds meer achterwege blijft, dan is er inderdaad reden tot zorg.

Maar ik vraag me af of hij dat bedoelt…

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply