Overdenking

Het geheel is meer dan de som der delen (Pinksteren 2021)

Vandaag wil ik beginnen met een verhaal uit de Soefi-traditie.

Alle vogels van de wereld komen samen om op zoek te gaan naar een leider.
Dat levert niet meteen resultaat op.
Dan treedt de hop naar voren. Hij zegt dat ze als vogels wel degelijk een koning hebben, die hen steeds nabij is, al zijn zij ver van hem. Het gaat om de Simoerg. Dat hij bestaat heeft hij bewezen door één van zijn veren te laten neerdwarrelen.
De vogels raken opgewonden van die boodschap van de hop en zij willen de Simoerg, hun koning, op gaan zoeken.
De hop zegt, dat de weg lang en gevaarlijk is, en dat de zoektocht de nodige moeite zal kosten.
Dan haken de een na de andere vogel af.
De eend wil het water niet verlaten. De valk verklaart dat hij genoeg heeft aan zijn menselijke meeste. De kwikstaart voelt zich wat zwakjes. De pauw wil zijn verlangen naar een aards paradijs niet opgeven. Zo hebben vele vogels wel een excuus om niet mee te gaan.
Maar de hop weet toch een groep vogels te verzamelen om de tocht naar de Simoerg te aanvaarden.

Hun reis voert door zeven valleien, elk met hun eigen uitdagingen, verleidingen en risico’s. De vallei van zoeken, van liefde, van inzicht. De vallei van onthechting, van eenheid en van verbijstering. En tenslotte de vallei van de ontbering.
Sommige vogels raken de weg kwijt. Andere keren terug, of sterven onderweg. De hop moet de overige vogels steeds aanmoedigen en overtuigen.

Uiteindelijk arriveert hij met dertig overgebleven vogels bij de berg waar de Simoerg zijn paleis heeft. Ze worden binnengelaten, maar treffen niemand aan. Wanhopig vliegen ze door lege zalen en galerijen. Zo vinden ze de binnentuin met in het midden een groot meer. Nog steeds is er niemand te zien. Maar wanneer ze over het water vliegen, reflecteert de waterspiegel beneden hen, en doemt uit die weerkaatsing van dertig vogels een gestalte op. Uit de eenheid die zij in hun gezamenlijk zoeken vormen, komt de Simoerg tevoorschijn.
Zij zíjn de Simoerg, niet in hun afzonderlijke weerkaatsing, maar in het grotere geheel waarvan zij deel uitmaken.

Dat is het verhaal van de Simoerg. Ik kwam het tegen in het boek Verlangen naar Zin, van Hans Alma.

Een goed verhaal moet je niet doodslaan met teveel uitleg.
Slechts één ding uit dit rijke verhaal wil ik er vanmorgen graag uitlichten, met het oog op het Pinksterfeest dat we vandaag vieren.
En dat is de gedachte, dat het geheel meer is dan de som der delen.
Dat zit volgens mij ook in het symbool van de Simoerg.
Het geheel, dat wordt gevormd door de reflectie van de afzonderlijke vogels, is méér dan die afzonderlijke vogels bij elkaar opgeteld.
Het geheel voegt iets toe. Het maakt van een bonte verzameling een geheel, dat een eigen kracht en waarde heeft. De eenheid die daaruit ontstaat, wijst als het ware boven zichzelf uit naar een groter geheel, naar een meer omvattender werkelijkheid.

Ik denk dat dit een ervaring is die we allemaal wel kunnen herkennen.
De kracht van een groep.
Als je aan een teamsport doet, weet je dat. In een spannende wedstrijd kan een team boven zichzelf uitgroeien; kunnen er onvermoede krachten worden losgemaakt; presteer je meer dan je had verwacht.
Of denk aan de kracht van een familie of gezin, de kracht van het collectief. Als het ongeluk je treft, verlies, een dodelijke ziekte. Soms gebeurt het dan dat je dan pas goed de saamhorigheid binnen jouw familie ervaart. Soms gebeurt dat ook niet – dat maakt het extra pijnlijk. Maar er kan een bijzondere kracht schuilen in het gevoel elkaar te vinden, te ondersteunen, niet los te laten als het leven slagen geeft.
Het geheel is meer dan de som der delen.

Het is, u voelt het al aankomen, ook iets wat geldt in de gemeenschap van de kerk.
We zijn blij dat we vandaag weer kerkgangers kunnen ontvangen. Niets ten nadele van u, die thuis meekijkt – begrijp me goed. Maar het is zoveel anders, niet alleen voor ons voorgangers, maar voor iedereen, om samen te kunnen zijn – ook al is het vooralsnog in klein verband. Maar toch. De fysieke nabijheid, weliswaar op 1,5 meter; elkaars gezelschap genieten helpt om het allemaal sterker te ervaren. Als je er bij bent, ben je er meer bij…

Soms helpt het je ook bij je geloven. Dat lukt maar slecht in je eentje en op eigen kracht. De gemeenschap waar ik mij in kan voegen, de traditie die mij draagt – dit huis van hout en steen dat stormen heeft doorstaan – dat alles helpt mij soms verder als ik het op eigen kracht niet goed kan. Als ik even stil val, vult de ander mijn gebed aan.

Het pinksterfeest is ook het feest van de kerk, van de Geest die mensen verzamelt en bij elkaar brengt en samen sterker doet zijn. De Geest is de toegevoegde waarde. De Simoerg van God.
Het begint met twaalf mensen – misschien meer? – in Jeruzalem. Mensen die aan het begin nog wat aarzelend zijn. Ze zijn verloren met zichzelf en verlegen met de zaak. Hun Heer en Meester is er niet meer. Wat moet er van komen?
Ze zijn bijeen in een huis in de stad. Of ze de deur op slot hadden, zoals de vorige keer (Joh. 20: 19) staat er niet bij, maar je zou het je voor kunnen stellen.
Maar dan ontdekken ze de kracht van de gemeenschap. In de tekst wordt dat gemarkeerd, want er staat dat ze ‘allen bij elkaar’ waren, het staat er dubbelop: ze waren allen samen bijeen.
Pas als ze écht samen zijn, ontstaat het wonder van Pinksteren, en ervaren zij dat het geheel meer is dan de som der delen.

En dan kunnen er wonderen gebeuren.
Ik heb het zelf altijd wonderlijk gevonden, dat die aarzelende en bange leerlingen uit de evangeliën, zo zelfverzekerd naar voren treden in het boek Handelingen.
Dat die eenvoudige vissers en landmensen, dat volk uit Galilea, zo welsprekend worden – de preek van Petrus op die eerste Pinksterdag – dat uit die groep een krachtige gemeenschap ontstaat.
Sowieso, blijft het iets wonderlijks dat er überhaupt een kerk is ontstaan. Dat het verhaal van een mislukte Messias, die voortijdig eindigde aan een kruis, zoveel weerklank heeft gevonden dat zijn naam tot op de dag van vandaag in ere wordt gehouden.
Pinksteren is voor mij daarom ook, iets vasthouden van deze verwondering. Maar ook van het besef dat, ook al ben je een kleine groep of een minderheid, dat je toch het verschil kan maken, als je de kracht van het collectief ontdekt.

De kracht van de gemeenschap is dat je daarin uit kunt stijgen boven je zelf. Boven je eigen aarzelingen, twijfels en ongeloof uit. Niet om ze achter je te laten, maar om ze in een hoger weten mee te nemen.

Wat mij betreft trekken we de centrale gedachte door. Want dat het geheel meer is dan de delen, slaat niet alleen op onze eigen gemeenschap. Het betekent ook dat we als kerkelijke gemeenschap zelf weer ingebed zijn in een groter geheel. Het geheel van de gemeenschap, waarin we geen eiland vormen, maar een integraal onderdeel.
Het geheel van de oecumenische gemeenschap, de beweging van kerken en christelijke groeperingen, het eigen kerkverband van de landelijke kerk. En zo kun je, mag je, moet je, de kringen steeds wijder trekken. Niet om alles kerkelijk te annexeren, maar om te integreren. Ook dat is Pinksteren, een beweging die haar vleugels uitslaat, de wind die je blaast naar onvermoede verten, het lopend vuurtje.

Het evangelie, God grote daden, zoals er in het verhaal van Pinksteren staat, van bevrijding, van toekomst, van gemeenschap tussen mensen in een hopeloos verdeeld wereld, die droom kunnen we alleen verwezenlijken als we op de adem van zijn Geest boven ons zelf uitstijgen, als we samen meer zijn dan ieder voor zich.

AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply