Boeken

Frits de Lange, Overweldigend. Leven met wat je niet in de hand hebt

“Het leven is wat je overkomt, terwijl je druk bezig bent andere plannen te maken” is een veelgeciteerde wijsheid van John Lennon. Die wordt niet aangehaald in het nieuwste boek van Frits de Lange, maar had er misschien ook nog wel bij gekund.

Het leven overkomt ons. Dat is een open deur. Maar het overkomt ons als iets overweldigends, is het uitgangspunt van De Lange. Zoek het overweldigende niet alleen in het bijzondere, de life events of de overbluffende ervaringen die je afvinkt op je bucketlist. Nee, ook het gewone alledaagse is als je er even bij stil staat al overweldigend genoeg. Dat wij er zijn, leven, bestaan. “Het héle leven ís overweldigend”. Daarbij, het overkomt ons. We kunnen wel allerlei plannen maken, maar daar trekt het leven zich niets van aan. De Lange: “Doorgaans denken we dat ons leven pas geslaagd is als we de touwtjes in handen hebben. Maar het is andersom. Het leven is óns de baas. Het leven overkomt ons als een macht die groter en sterker is dan wijzelf” (p. 9). De Lange zoekt naar de manier om met dit gegeven om te gaan. Hij beweegt zich daarmee op het terrein van de levensfilosofie.

Lang werd het overweldigende geduid als de hand van God. Nog bij de watersnoodramp in Zeeland in 1953 kon je dat horen. Maar zelfs in de orthodoxie klinkt het niet meer zo straf. Nu de zingevingspotentie van de klassieke godsdienst, waar De Lange zelf mee is opgegroeid, is uitgeput, moeten we het van andere bronnen hebben.
In de filosofie werd al eerder gezocht naar andere verklaringen voor dat wat ons overkomt. Daar heet het overweldigende het sublieme. Filosofen als Burke en vooral Kant (18e eeuw) interpreteren de ervaring van het sublieme en maken het tot voorwerp van rationele reflectie. Met zijn geest en zijn moraal staat de menselijke rede volgens hen boven de werkelijkheid.

Het is een uitvloeisel van een manier van denken die in de westerse geschiedenis al eerder is ingezet. Descartes (17e eeuw) ontwikkelt in een tijd waarin oude zekerheden wegvallen een nieuwe filosofie op het aller zekerste uitgangspunt dat hij kon bedenken: het eigen ik. Zo komt de denkende mens tegenover de wereld te staan, als meester en bezitter. Een vorm van scheidingsdenken die teruggaat op de filosofie van Plato (4e eeuw v. Chr.) waarmee het allemaal is begonnen mis te gaan. Want pas nu blijkt het al die tijd een illusie te zijn geweest. Het idee dat de mens in het centrum van het universum staat en de wereld dankzij rede, techniek en wetenschap onder controle heeft. Niets is minder waar. Moderne denkers bepalen ons bij onze afhankelijkheid en onze kwetsbaarheid. Het draait niet om ons. We zijn deel van een groter geheel, een grillig universum, een leven dat van toevalligheden aan elkaar hangt.

Voor een nieuwe filosofische benadering laat De Lange zich opmerkelijk genoeg inspireren door Gilles Deleuze (20e eeuw), de Franse filosoof die wat minder bekend is dan zijn postmoderne vrienden, maar die een heel eigen oeuvre opbouwde. “Denken doe je bij hem niet vanuit je hoofd, maar vanuit je middenrif. Daar waar de klappen vallen en er geduwd en getrokken wordt (…) De wereld is een krachtenveld, en wij zijn er deel van. Elke ervaring is voor hem een intense ontmoeting, een shock. We worden letterlijk aangedaan en geraakt, geaffecteerd door wat er op ons af- en over ons heen komt” (pp 97-98).

Levenskunst wordt zo een kwestie van afstemmen. Dat doe je niet door te geloven in illusies, zoals de godsdienst of de psychoanalyse als moderne variant daarvan, zo Deleuze. Je doet het ook niet als je je overlevert aan de macht van anderen, maar door geheel op jezelf te vertrouwen, op je intuïtie en het krachtenspel te leren lezen waarvan je deel uitmaakt. Deleuze gebruikt zelf het beeld van het kind dat leert zwemmen: “Een zweminstructeur kan de schoolslag voordoen op het droge (…) Maar zwemmen leer je niet aan de kant. Alleen als je zelf de beweging van het water en de golven voelt en erop leert te reageren, leer je zwemmen” (p. 124).

In het laatste hoofdstuk springen we met De Lange daarom het diepe in.
Op zoek naar afstemming, kiest hij voor de metafoor van de dans. We moeten leren met het leven te dansen, zoals je volgens Herman Finkers met de dood moet dansen.

De stoïcijnse oplossing om de dood (en al het andere ontregelende) weg te denken, populair bij hedendaagse virtuozen van de levenskunst, wordt door De Lange te licht bevonden. Het is de zoveelste poging om met de ratio het overweldigende leven te bemeesteren. Nee, het komt er juist op aan om mee te bewegen op het ritme van het leven dat zich aandient zoals het komt en je overkomt. Dansen met de wereld, is het devies van zijn ‘spirituele ethiek’. Een manier van denken, of beter: van doen, die aan de hand van ideeën van Hartmut Rosa en John Dewey, verder wordt geschetst.

Frits de Lange schreef opnieuw een wervelend boek, vlot leesbaar en tegelijk uitdagend en prikkelend. Hij voert een keur van inspirerende denkers op, laat zien wat hem daarin aanspreekt en wat hij meeneemt op zijn zoektocht naar een ‘voluit wederkerige verhouding tot de wereld’.

Wat opvalt is dat zijn focus ligt bij de individuele mens. Dat is geheel in lijn met de filosofie van de levenskunst, waarin het gaat om het authentieke, vrije, individu. Misschien blijft hij daarom meer schatplichtig aan de filosofische traditie waar hij kritiek op heeft, dan hij denkt. De Plato-Kant-canon bracht niet alleen een overaccentuering van het rationele voort, dat we moeten corrigeren: minder brein, meer lijf. Maar dezelfde traditie zadelde ons ook op met het individualisme, waarvan we ons moeten bevrijden. Dat perspectief vind je niet in dit boek. De betekenis van een (waarden)gemeenschap of van gezamenlijke rituelen, zowel religieus als niet-religieus, waarin de afstemming met dat wat ons overstijgt wordt vormgegeven, vallen buiten zijn gezichtsveld.

Dat geldt evenzeer voor de andere kant van de menselijke worsteling met het leven en wat ons overkomt. De Lange roept op om mee te bewegen, al dansende, het leven te omarmen, kome wat komt. Hij zet vol in op de ‘positief beamende’ overgave, maar heeft het nergens over verzet.

Je kunt echter ook tegen de stroom in leren zwemmen.
Soms is dat zelfs geboden.

Frits de Lange, Overweldigend. Leven met wat je niet in de hand hebt, Uitgeverij Ten Have Utrecht 2023, 221 pag., € 22,99

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply