Overdenking

Elkaar niet verliezen, I Kor. 1: 1 – 17 (en Mat. 4: 12 – 22)

Bij het opruimen van mijn mailbestanden kwam ik een oude uitnodiging tegen voor een werkbijeenkomst over de rol van kerken in tijden van onbehagen en polarisatie. Dat was in het najaar van 2017, dus meer dan vijf jaar geleden. Georganiseerd door de stichting Oikos, die inmiddels ook al niet meer bestaat. Hoe dan ook, het thema staat al langer op de agenda, ook vóór de coronacrisis: maatschappelijk onbehagen en polarisatie.

U heeft wellicht ook gezien dat SIRE, de stichting ideële reclame, onlangs een nieuwe campagne is gestart: Verlies elkaar niet, als polarisatie dichtbij komt.

Een goede discussie is een uitwisseling van gedachten. Als je met elkaar praat over verschillende standpunten, wordt iedereen er wijzer van. Als het goed is.

Maar met polariserende onderwerpen kan het ook heel anders gaan. Ze kunnen mensen lijnrecht tegenover elkaar zetten. Neem bijvoorbeeld een discussie over vaccinatie, asiel, klimaat of stikstof. Het drijft mensen soms echt uit elkaar.

Als je zo’n discussie dan ook nog eens hebt met iemand die heel dicht bij je staat, dan kan dat heel moeilijk of verdrietig zijn. Het kan er zelfs toe leiden dat je elkaar verliest. Hoe voorkom je nou dat dat gebeurt? Hoe verlies je elkaar niet?

In de gemeente van Korinte is er verdeeldheid.
Het is van alle tijden. We hebben er geen mail over gehad, maar bij het opruimen van onze oude briefcorrespondentie kwamen we het weer tegen. Paulus heeft er immers uitgebreid over geschreven, toen, aan die gemeente daar. Hij doet een brief lang zijn best om de verdeeldheid te bezweren, om ze op te roepen eensgezind te zijn. Om niet mee te doen aan partijvorming: ik ben voor Paulus, ik voor Apollos, ik voor Kefas.

Nee, bij ons in de gemeente van Christus moet het er anders aan toe gaan, vindt Paulus. En verderop in deze brief gebruikt hij het bekende beeld van het ene lichaam en de vele leden. We hebben elkaar hard nodig. De een kan niet zonder de ander. Ieder met zijn of haar eigen kwaliteiten, gaven, charismata, in de taal van de Bijbel.

En misschien herinner je je dat ook nog, wat Paulus in diezelfde oude brief schrijft, maar nog even actueel: die verdeeldheid in de gemeente geeft helemaal geen pas, als je samen aan tafel gaat. Dan kan het niet zo zijn, dat de tafel scheiding brengt, dat de ene groep zich isoleert van de ander, dat er niet samen wordt gegeten en gedronken. Als je dat doet, zegt Paulus, dan eet en drink je jezelf een oordeel, ook weer in de taal van de Bijbel. Dan doe je juist in het hart van het christelijk geloof precies het omgekeerde van wat de bedoeling is. Dan beroof je het kruis van Christus van zijn kracht, schrijft Paulus. Dan is alles waar Jezus voor geleefd, gestreden en geleden heeft, voor niks geweest.

Zo diep gaat het en zo zwaar zet Paulus het aan.
Dat er verschil van mening is, dat er allerlei opvattingen zijn, en voorkeuren, dat is niet vreemd. Dat is menselijk. We zijn nu eenmaal verschillend gebouwd – dat maakt er ook de sjeu van uit. Het lichaam bestaat uit verschillende lichaamsdelen met ieder een eigen functie en betekenis. Maar dat die verschillen leiden tot verdeeldheid, tot polarisatie, tot het elkaar verliezen, dat mag niet zo zijn.

Hoe voorkom je dat nou? Hoe verlies je elkaar niet?
De vragen van de SIRE-campagne zijn ook onze vragen, in de kerk en in onze gemeenschap en in de maatschappij van vandaag.

Nou biedt die campagne allerlei tips. Hoe je op een goede manier het gesprek kunt blijven voeren. Het is de moeite waard om dat zelf eens te bekijken.

Vanmorgen wil ik daarnaast, vanuit de Schriftgedeelten die we hebben gehoord, er ook nog iets over proberen te zeggen.
Dat heeft iets ongemakkelijks, om eenzijdig vanaf de kansel iets te zeggen, wat eigenlijk in het gesprek met elkaar moet gebeuren. Maar zie het dan maar als een bijdrage die tot dat gesprek leiden kan. Wat ook precies de preek is, maar dat terzijde.

Hoe verlies je elkaar niet?
Paulus zet al zijn retorische kracht in om de gemeente van Korinte bij elkaar te houden. We hebben er al iets over gezegd.
Voor hem staat de boodschap van het kruis van Christus centraal. En dat is meer dan een vrome frase. Het kruis is het ultieme teken van de liefde die overwint. Eén van de mooiste teksten over de liefde komt niet voor niets ook in deze zelfde brief voor, het dertiende hoofdstuk.

Liefde, dat is de kracht die mensen samenbindt, bij alle verschillen en bij alle onderscheid. Liefde, dat is dat je elkaar vasthoudt, wat er ook gebeurt, in goede en in kwade dagen. Liefde is, de goddelijke kracht van de solidariteit, zoals Jezus die heeft getoond. Hij heeft de weg van de liefde volgehouden, ook toen het kwaad zich tegen hem verhief. En in het woord solidariteit, dat we misschien wel te weinig gebruiken, zit solide, stevigheid verankerd. Een vaste grond, waar je op bouwen kunt. Tegen liefde, echte liefde, is geen on-kruid gewassen. Geen onkruid van polarisatie en stemmingmakerij.

In de gemeente van Christus houden mensen elkaar daarom vast, ook al staan ze soms in discussies en opvattingen lijnrecht tegenover elkaar. Elkaar loslaten is het lichaam van Christus uiteenscheuren. Langs elkaar heen leven, is de eenheid van het lichaam van Christus ontkennen, tot je eigen oordeel, tot je eigen ondergang. Je hebt met elkaar van doen, van Christus wege en daarom moet je het ook met elkaar doen. Dat is de uitdaging. Het is ook een opdracht.

Daarom is, de lieve vrede bewaren, de zaken maar een beetje in het midden laten om al te ongemakkelijke situaties te voorkomen, ook onder de maat, de christelijke maat. Dat is een onverschilligheid die niet past. Mensen die je niks kunnen schelen, daar loop je aan voorbij, daar maak je geen woorden aan vuil. Alleen met de mensen om wie je geeft, neem je de moeite om het gesprek aan te gaan, of zelfs misschien wel om het conflict op te zoeken. Je bekvecht alleen met je vrienden, die zijn dat waard. Daarom zit Paulus er zo boven op, in zijn vlammende brieven. Des te meer als hij een persoonlijke band met de betreffende gemeente heeft, en dat geldt voor de meeste, die hij vaak zelf gesticht heeft.

Maar kunnen we nu ook nog iets meer zeggen, iets inhoudelijks? Is er een criterium om de verschillen van inzicht en mening aan te toetsen? En wie bepaalt wat dat dan is?

Zonder de pretentie van het laatste woord, wil ik daar twee dingen over zeggen, naar aanleiding van de gelezen gedeelten. Het ene gaat over de inhoud, het andere over de vorm.

Paulus roept op om “scheuringen te vermijden en in uw denken en uw overtuiging volkomen één te zijn” (vers 10). Maar wat is dat, volkomen één. Dat je over alles in de kerk en de maatschappij precies hetzelfde denkt? Dat we elkaar binden aan één geloofsbelijdenis, of desnoods aan drie formulieren, of aan de Bijbel, van kaft tot kaft? Nou ja, daar kom je ook niet mee uit, dat heeft de kerkgeschiedenis wel bewezen.

Je kunt zeggen, het gaat om de eenheid in Christus, de eenheid in verscheidenheid. Dat klinkt al sympathieker, maar verschuift het probleem. Want hoe groot mag dan die verscheidenheid zijn, zonder buiten de kring van de eenheid te vallen?

In de wereld heerst verdeeldheid. Dat is de polarisatie van onze maatschappij, die alleen maar meer dreigt toe te nemen. Ieder in de bubbel van zijn of haar eigen gelijk. En er zijn krachten, in de politiek, in de media, die er alleen maar op uit zijn die verdeeldheid groter te maken.
Zo gaat het er in de wereld aan toe, en de kerk is een stukje wereld, ja zeker, maar de kerk is ook een plaats waar die wereld als het ware een getuigenis gegeven wordt van hoe het er ook aan toe zou kunnen gaan: gemeenschap, omzien naar elkaar, werkelijke aandacht, respect voor ieders opvatting, waarbij de liefde van Christus altijd het criterium is. Die liefde schrijft niemand bij voorbaat af; het is zijn liefde die juist het verlorene zoekt, de zondige mens in de lichtkring van zijn liefde trekt.
Alles wat daar tegen in gaat, is onder de maat van Christus liefde, berooft het kruis van zijn kracht. Daarom kun je in de kerk het hartgrondig oneens zijn, maar het mag nooit zo zijn dat je elkaar verkettert, loslaat, kwijtspeelt: elkaar verliest.

Nu geldt ook, dat de kerk vaak tegenvalt en de wereld vaak meevalt.
Misschien moeten we die scheiding ook wat relativeren. We zijn in de kerk net zo werelds en kinderen van onze tijd en onze cultuur. En toch, het is te mager om je daar dan maar bij neer te leggen en de dingen te laten zoals ze zijn.

De boodschap van Christus is die van de liefde, die verbindt. Die grenzen overschrijdt. Die van vreemden vrienden maakt. Zoals hij dat zelf heeft gedaan. Een wereld met God heeft verzoend, in de taal van de bijbel. 
Dat wijst een andere weg.
En dat vraagt andere vormen en zo kom ik tenslotte bij het tweede, de vorm.
Jaren voordat  de problemen in de kerk van Korinte speelden, is het allemaal anders begonnen. Het is begonnen op een vroege ochtend, toen twee vissers bezig waren met hun werk, aan de oever van het meer, de laatste nevelslierten nog over het water oplossend door de opkomende zon. Het is begonnen bij die twee eenvoudige mannen, die opeens die man zagen staan, bij hun boten, bij de netten, binnen hun gehoorsafstand. En Hij riep hen…

Kom, volg mij. Volg MIJ. En toen nog twee en toen en toen en toen…

In de gemeente van Christus, de gemeente onder het kruis, zijn we allemaal met elkaar, mensen die op een of andere manier of moment in hun leven die roep hebben gehoord. We zijn allemaal leerlingen, mensen op weg. Niemand heeft de wijsheid in pacht. We zoeken de wijsheid, samen, in het spoor van de gekruisigde.
Dat bindt ons samen. Dat houdt ons vast.
Wij volgen HEM, niet onze eigen wijsheden en waarheden, maar zijn weg, van liefde en verzoening.
En dat moet er toch voor kunnen zorgen, dat we elkaar niet verliezen…

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply Pieter 25/01/2023 at 16:59

    Beste Bert Altena,

    Wat een mooie overweging. Fijn om te lezen na de afschuwelijke toestanden rondom de voetballer Berghuis. Dank.

    Vriendelijke groet,

    Pieter Nauta

  • Leave a Reply