Overdenking

Een te grote jas?, II Kon. 2: 19-25

De één heeft het meer dan de ander: gevoel voor humor.
Nog afgezien van de vraag, wat voor soort humor, want daar zijn verschillende smaken van. Toch denk ik dat mensen die weinig of niet lachen kunnen, te beklagen zijn. Maar, degene die niet om zichzelf kan lachen, is wel het meest beklagenswaardig.

Mensen zonder zelfspot kunnen groot onheil aanrichten. Ik denk dat het daar uiteindelijk over gaat in dat bizarre verhaaltje dat we net hoorden, over de profeet die wordt uitgelachen en uitgescholden als kaalkop en vervolgens op een weerzinwekkende manier wraak neemt. Elisa, een man zonder zelfspot, die zichzelf iets té serieus neemt. Hij vervloekt de jongens die hem uitschelden in de naam van de Heer, waarop er twee berinnen uit het bos komen – ook uit naam van de Heer? – die vervolgens tweeënveertig van de roepende en joelende kinderen verscheuren. Begrijpt u er iets van?

Je kunt bij dit vreemde verhaal nog wel verklaringen proberen te geven, maar een rechtvaardiging toch eigenlijk niet. Ergens las ik dat de kinderen Elisa uitschelden voor kaalkop en dat betekent dat ze van bovenaf op hem neer kijken. Ik citeer: ‘Van boven af, vanaf de licht verhoogd gelegen stad zien zij neer op de beneden voorbijgaande oudere heer. Afkeurende blikken vanuit de hoogte. En hun brutale, kleinerende blikken worden gevolgd door nog brutalere en denigrerende woorden, kaalkop, kaalkop’. Maar dan nog, erkent ook deze uitlegger (E. Jüngel), ‘hoe schaamteloos het ook is als men een mens vanwege zijn uiterlijk lastert’, er is geen enkele rechtvaardiging voor de uitgevoerde straf.

Hoe kan zo’n verhaal in de Bijbel terecht komen? Hoe kan het dat dit zonder commentaar wordt verteld. Tweeënveertig dode kinderen en de profeet vertrekt doodgemoedereerd naar de berg Karmel en vandaar terug naar Samaria… (vers 25).

Misschien is de kern wel, dat Elisa geen gevoel voor humor heeft. In ieder geval, geen gevoel voor zelfspot. Het is weliswaar pijnlijk als er om je gelachen wordt – zeker als het gaat om je uiterlijk, waar je niets aan kunt doen – maar kom op, je kunt beter mee lachen. Maar dat kan Elisa niet. Met alle gevolgen van dien.

Je kunt dat zien als een persoonlijk gebrek. Een typische eigenschap van zijn karakter. Kortaangebonden profeetje?
De Bijbel is zo’n boek waarin mensen verschijnen zoals ze zijn, met hun gebreken en met hun verdiensten. En dat zonder uitzondering. Ook de belangrijke mensen, de aartsvaders en aartsmoeders, de grote leider Mozes, de profeten in zijn spoor, de koningen, zelfs als ze geliefd waren in de ogen van de Heer … ze worden allemaal getekend als de mensen met naast hun verdiensten ook hun tekortkomingen.
Tegelijk maakt de Bijbel weinig woorden vuil aan wat wij psychologische verklaringen noemen. De verhalen spreken voor zich. Daar rijst een beeld uit op, dat wij als hedendaagse lezers en hoorders steeds weer als een spiegel kunnen gebruiken, om ons zelf in te herkennen maar ook te onderscheiden.

Om Elisa te begrijpen, is het nodig wat uit te zoomen. Zoals we ook al enigszins hebben gedaan, door het voorafgaande erbij te lezen.
Elisa is niet los te zien van Elia, en daar zit meteen de kneep. Want het omgekeerde zou nog wel denkbaar zijn. Elia, staat op zichzelf. Elia is in de joodse traditie één van de belangrijkste profeten. Zijn naam wordt nog steeds genoemd. Elia is de profeet die een rol speelt in de voortgang van de geschiedenis, die verbonden is met de toekomst van God. Voor Elia wordt de spreekwoordelijke stoel vrij gehouden. En als profeet van de eindtijd wordt hij meermalen in het nieuwe testament genoemd. Elia is kortom een grootheid.

Maar Elisa. Elisa is zijn opvolger. Staat letterlijk en figuurlijk in zijn schaduw. Elisa draagt wel de profetenmantel, die hem persoonlijk door Elia is omgehangen. Maar misschien zit die mantel hem wel te ruim, is die mantel een paar maatjes te groot voor hem.

De Bijbelse verhalen over Elisa doen er alles aan om te onderstrepen hoezeer Elisa op Elia lijkt. Beiden komen als profeten tevoorschijn als het ware uit het niets. Ze hebben geen vrouw, geen kinderen, geen vaste woon- of verblijfplaats. Ze huizen in bij oude echtparen of weduwen of verblijven in woestijn of gebergte. Ze doen dezelfde soort wonderen, of beter: Elisa doet wonderen die Elia ook gedaan heeft – oliekruikjes die niet leeg raken, een kind dat uit de dood wordt opgewekt – en, ook opmerkelijk, ze verdwijnen op een even wonderlijke manier weer van het toneel. Elia wordt opgenomen in de hemel, Elisa verdwijnt in een graf waarbij een laatste, ook al bizar wonder, plaatsvindt. Lees het maar na in 2 Kon. 13.

De hele opbouw van  het verhaal in ons gedeelte, is bedoeld om die gelijkenis tussen beiden te bevestigen. Het heeft iets geforceerds. Elisa die letterlijk op de schreden van Elia terugkeert. Die de omgekeerde route maakt: Van Jericho, naar Betel, naar uiteindelijk de Karmel. En dat is de berg, waar eerder de beroemde confrontatie tussen Elia en de priesters van de Baäl heeft plaatsgevonden. U kent dat verhaal, met vuur uit de hemel die uiteindelijk het pleit beslecht.

Het voert te ver om allerlei andere verbanden die in en achter de tekst schuilen nader aan te duiden. De mantel en het vuur. Ook de halteplaatsen zijn niet willekeurig gekozen. Net zo min als de wonderlijke oversteek van de Jordaan waarbij de profetenmantel een belangrijke rol speelt, en dat natuurlijk verwijst naar de oversteek van het volk ooit bij de in bezit name van het land. Er zit altijd veel meer in.

Waar het nu om gaat, ook in verband met het schandaal van de tweeënveertig dode jongens, is dat het Bijbelverhaal en zeker de traditie waarin het altijd door de Joden is gelezen, suggereert, dat bij alle gelijkenis Elisa niet in de schaduw van Elia kan staan.
Anders dan Elia, speelt Elisa in de traditie van het jodendom geen belangrijke rol. Hij wordt in het nieuwe testament verder niet vermeld.
Elisa speelt de tweede viool en zelfs dat niet helemaal zuiver. Dat blijkt uit het stuitende verhaal van de twee berinnen en de tweeënveertig kinderen. Is het toevallig dat dit verhaal aan het begin van zijn optreden wordt verteld?
God laat niet met zich spotten. En dus denkt de profeet Elisa kennelijk, moet Gods profeet ook niet met zich laten spotten. Met alle gevolgen van dien. Maar wat een bekrompen idee.

Elisa maakt zichzelf te belangrijk.
Waar dat gebeurt – en daarvoor hoef je maar om je heen te kijken, of misschien wel in je eigen spiegel? – waar mensen zichzelf te belangrijk wanen, daar gebeuren ongelukken.
Wie niet in staat is tot gezonde zelfspot, wie niet zichzelf kan relativeren, wie niet het gevoel voor heilzame ironie heeft, die maakt brokken.
Waar mensen zich vastbijten in hun verongelijktheid, ontstaat bitterheid en woede, en ook dat leidt naar het ongeluk.

Ik denk dus dat je dit lastige verhaal kunt lezen als een negatief spiegelverhaal. Een voorbeeld zoals het niet moet. Nogmaals, de Bijbel zelf geeft zelden leeswijzers, en trekt lang niet altijd heldere conclusies; dat mag je zelf doen. Maar het is toch nauwelijks vol te houden in het optreden van de profeet hier een aanbeveling te zien. Volgens een andere uitlegger zondigt Elisa hier tegen het gebod de naam van de Heer niet ijdel te gebruiken. Want, waar in Gods naam geweld wordt uitgeoefend, mensen de dood worden ingejaagd, daar wordt zijn naam mis-bruikt.

Het is verleidelijk om in de lijn van dit verhaal actuele voorbeelden aan te halen, van mensen die met een te groot ego rondlopen en schade aanrichten.
Van mensen – mannen? – met een gebrek aan zelfspot, gezonde zelfrelativering. De opgeblazen ego’s, ‘de ijdelheden op hun pauwentroon’ (Oosterhuis), alles wat zich groot en breed maakt in de wereld, misschien wel om een eigen innerlijke leegte of zwakte te verhullen.

Het is niet zo moeilijk om dat allemaal aan te wijzen.
Ja, bij een ander…

Maar bij mij zelf?

Aan paus Franciscus werd eens gevraagd naar twee voorbeelden van alledaagse schoonheid. De paus noemt er twee: een glimlach, en gevoel voor humor. Waarna hij vertelt dat hij elke dag, na het ochtendgebed, een tekst van Thomas More leest – de Engelse heilige, vriend van Erasmus.
Daar wil ik vanmorgen mee eindigen.

Schenk mij, Heer, een goede spijsvertering, en ook iets om te verteren.
Schenk mij een gezond lichaam, en het nodige goede humeur om het te onderhouden.
Schenk mij een eenvoudige geest die de waarde kent van alles wat goed is
En die niet snel bang is van het kwade,
Maar die voor alles de juiste plaats kent.

Geef mij een ziel zonder verveling, gezeur, zuchten en klachten,
En niet te veel stress omwille van dat hinderlijke ding dat we het ‘ik’ noemen.

Schenk mij, Heer, een beetje zin voor humor.
om met een grap vreugde in het leven te vinden,
En die te kunnen delen met anderen.

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply kees verdouw 19/10/2022 at 08:48

    Dank,

    Wat een mooie uitleg

  • Leave a Reply