Overdenking

Een engel gaat voorbij (Kerstnacht 2024)

Alles hangt met alles samen.
Dat is in het gewone leven zo.
Dat geldt ook voor de verhalen in de Bijbel, want die gaan ook over het gewone leven van gewone mensen, al lijkt het er soms wat wonderlijk aan toe te gaan.

U bent allemaal gekomen om dat oude, vertrouwde en wonderlijke Kerstverhaal te horen.
Waarin alles met alles samen hangt.

Want ga maar na, als er niet dat bevel van de keizer was geweest voor de volkstelling, hadden Jozef en Maria niet op weg hoeven gaan, van hun woonplaats Nazaret naar het pittoreske stadje Betlehem, op de bezette Westoever van de Jordaan – u weet wel.

Nu wordt er altijd wat negatief over dat bevel van de keizer gesproken. Want dat is typisch zo’n besluit van een machthebber. Hij wil zwart op wit over hoeveel mensen hij precies de baas is. Natuurlijk met het idee om ze dan beter onder controle te hebben. Om zijn belastinggegevens op orde te hebben. De macht die ons gewone mensen wil beheersen. Toen ook al.

Misschien is dat zo. Een verkeerd besluit van een onderdrukkende macht. Maar, dat is een andere les, uit iets slechts kan altijd ook iets goeds voorkomen.

Want alles hangt met alles samen.
Als die herbergier ze botweg had geweigerd, vol = vol, als hij ze niet naar zijn schamel schuurtje had doorgestuurd – zijn vrouw zei nog: zie je niet dat dat meisje op haar laatste dagen loopt, je kunt toch nog wel érgens een slaapplaats vrijmaken – als dat niet was gebeurd, was het kind niet geboren in een stal – en wat had dat dan betekend voor de kerstcommercie? Dan had niemand thuis een kerststal gehad. Dat zou toch ook wat zijn.

Als dat kind niet in de nacht was geboren en als er toen net geen herders bij de schapen waren geweest, tja, dan hadden die engelen voor een leeg veld staan zingen. Nou ja, nu maak ik het te gek, of niet?

Maar toch, als die herders hadden gedacht: mooi gezongen, leuk verhaal, kom, we gaan weer verder. De nacht is nog lang en de schapen worden onrustig – als ze níet op zoek waren gegaan naar dat koningskind in de kribbe, ja, dan hadden wij er uiteindelijk niet van geweten.

En zo kun je nog wel even doorgaan. Alles hangt met alles samen, zeker in een goed verhaal.

Op de voorplaat van de liturgie staat een foto van een beeld. Een zandstenen beeld van een vogel, ik zie er een vredesduif in. Dat beeld staat sinds deze zomer bij ons in de tuin. Dat komt zo.
Twee jaar geleden deden we een keer mee aan een pubquiz bij ons in het dorpshuis. Dat is gezellig en je leert er andere dorpsgenoten kennen, want je wordt van te voren willekeurig ingedeeld. In mijn groepje zat er een wat oudere vrouw. We raakten aan de praat. Waar woont u precies? Nou daar en daar. Ik zei: O, in die boerderij met dat mooie beeld in de hal. Want dat viel me op als ik er met de hond langskwam.
Deze zomer werd er gebeld. Die mevrouw aan de lijn. Ze ging verhuizen, naar een appartement in Assen. Ze moest veel spullen opruimen, ook het beeld, de kinderen wilden het niet hebben en zij wilde het niet bij grof vuil zetten. Of ik er belang bij had.
En zo is dit beeld bij ons terecht gekomen.
Omdat we het mooi vinden en ook wel een beetje om het mooie verhaal.

Wat is nu de moraal van dat verhaal? Dat je altijd mee moet doen aan een pubquiz…?
Nou nee, dat niet per se.
Maar als we toen niet dat gesprekje hadden gehad, had zij mij nooit gebeld met die vraag.
Als ik daar nooit met de hond was langsgelopen, had ik van dat beeld niks geweten.
Alles hangt met alles samen.

Soms komen dingen op je pad. Dit is maar een eenvoudig en misschien zelfs onbenullig voorbeeld. Maar ik weet zeker dat iedereen van u soortgelijke voorbeelden kan geven, want zulke dingen maken we allemaal wel eens mee.
Als vanavond aan tafel iemand niet had gezegd: ‘zullen we toch maar gaan?’, had je hier nu niet gezeten. Als je pas morgen naar je ouders was gegaan, had je deze dienst gemist.

Het moest zo zijn. Dat is voor mij bedoeld.
Je hebt het niet gepland, je zag het niet aankomen, maar nu komt het op je pad.
En zelfs uit iets slechts of lelijks of verdrietigs of erger, zelfs daar uit kan iets goeds voortkomen.

Er komt een engel voorbij.
Dat gebeurde in die nacht lang geleden in de velden van Betlehem, zegt het verhaal. En de eenvoudige herders hebben het gehoord.
Er komt een engel voorbij. Iemand zegt een woord. Iemand maakt een gebaar.
Ga je er op in, of laat je het gaan? Laat je het aan je voorbij gaan.

Het begint al bij de openheid om met elkaar in gesprek te gaan. In een gebaar van openheid. Een oogopslag: Ik heb je gezien. Uit zo’n openheid kan iets voortkomen, ongedacht, onverwacht.

We leven in een wereld waarin velen zich afsluiten.
Om allerlei redenen. Afsluiten voor anderen. Zich opsluiten in zichzelf.
Uit teleurstelling. Uit wrok. Uit angst.

Maar als je in jezelf gekeerd bent, als je alleen maar met jezelf bezig bent, als je geen oog hebt voor de ander, voor de anderen, dan gaat de engel ongemerkt aan je voorbij.

Laat dat toch niet gebeuren. Laat die engel niet voorbijgaan.
Kerst is een feest dat van alles betekent. Licht. En vrede. En een nieuw begin. Een kind dat wordt geboren, dat met open ogen en open zintuigen en zonder ballast de wereld tegemoet treedt, ontvankelijk.
Misschien zijn die kinderen wel de engelen die voorbij komen. Ieder nieuw begin van leven is een belofte van hoop, een vertrouwen op de toekomst.

Kerst betekent ook, die openheid bij je zelf toelaten en ontwikkelen. Soms tegen je eigen neiging in.

De engel zei tegen hen: Wees niet bang. Ik kom jullie goed nieuws brengen, dat grote vreugde betekent voor heel het volk. Vandaag is jullie redder geboren.

Als de hemel opengaat, kan mijn hart toch niet gesloten blijven.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply