De Duitse socioloog Hartmut Rosa (geb. 1965) is een scherpe analyticus van onze moderne samenleving. Een belangrijk begrip voor hem is ‘resonantie’. Het is de weerklank die we voelen en ervaren, in contact met de wereld, met anderen en met onszelf. In de moderne maatschappij zijn we deze resonantie in belangrijke mate kwijtgeraakt, volgens Rosa. We zien onszelf in de eerste plaats als een individu, een project dat zichzelf dient te ontwikkelen, op zichzelf staand en onafhankelijk (autonoom). We horen alleen onszelf en de echo daarvan in de zelfbevestigende bubbel die we om ons heen hebben gecreëerd op sociale media.
artikel voor Kerkblad Assen, nr. 11, juni 2023
Tegelijk worden we er met elkaar niet gelukkiger op. De cijfers van mensen die lijden aan psychische problemen of die vastlopen in een burn-out, zijn in de moderne maatschappij hoger dan ooit. Rosa pleit voor plaatsen en praktijken waarin we weer kunnen leren om te resoneren met het leven. In een klein boekje dat vorig jaar verscheen (nog niet vertaald), gebruikt hij dit begrip in een beschouwing over de functie van religie in onze democratie.
Juist in een samenleving die zich naar zijn mening karakteriseert door een steeds grotere versnelling, die ons haast letterlijk de adem beneemt, is het zaak te zoeken naar een andere verhouding tot de wereld. Misschien is de kerk wel de plaats waar een oplossing gevonden kan worden voor de crises waarmee we worstelen.
Hij werkt dat uit door allereerst een analyse te geven van onze huidige tijd. We leven in een adembenemend tempo. We hebben met elkaar een systeem gecreëerd waarin we onszelf onder het regime van de groei hebben gebracht. Alles en iedereen, maar vooral de economie, moet altijd groeien. Groei is nodig om het systeem in stand te houden. Stilstand is achteruitgang.
Dat heeft zijn effect op ons psychisch welbevinden. We staan volgens Rosa in een voortdurende actie-modus, hij noemt het een agressieve verhouding tot de wereld. Onze to-do-lijstjes groeien alleen maar. Iedereen voelt de druk van innoveren, jezelf ontwikkelen, groeien, ieder jaar een beetje beter en groter en meer. Alles wat je daarvan weerhoudt, is een bron van frustratie. De ander is een concurrent die je in de weg staat.
Dat heeft weer zijn effect op het maatschappelijk debat. De ander, die er misschien andere meningen op na houdt, die wat anders wil bereiken, is niet meer een gesprekspartner, maar een tegenstander die je de mond zou willen snoeren. Hij verwijst naar het vergiftigde politieke debat in de USA, maar de voorbeelden in de westerse democratieën zijn even makkelijk te geven. Je hoeft maar te denken aan de ontsporingen op sociale media, de bedreigingen van politici en bestuurders.
In een dergelijke agressief klimaat kan democratie niet functioneren, volgens Rosa. Democratie is nu juist in de kern het precaire samenleven met verschillen die er mogen zijn. Lang heeft hij gedacht dat democratie gaat over ‘een stem hebben’ en die kunnen laten horen. Steeds meer beseft hij dat het nog belangrijker is om het ‘vermogen om te horen’ te ontwikkelen. “Het volstaat niet dat ik een stem heb die gehoord wordt, ik heb ook oren nodig om de andere stemmen te horen”. Meer nog dan kunnen horen gaat het om willen horen, om een open, horend hart dat ook antwoorden wil. Rosa verwijst naar het gebed van Salomo (in onze vertaling bidt de koning om een ‘opmerkzame geest’- I Kon. 3: 9).
Goed en welwillend horen heeft natuurlijk alles te maken met resonantie. Het vermogen om te luisteren, dóór te luisteren, is zeldzaam geworden. In onze samenleving bieden kerken volgens Rosa, in hun rituelen en praktijken, maar ook in hun gewijde ruimten, een bron om het ‘horende hart’ te oefenen en te ontwikkelen.
Met een woordspeling in het Duits benadrukt hij het belang van ‘aufhören’, dat niet alleen betekent met aandacht luisteren, maar ook stoppen. Halthouden om werkelijk te horen.
Resonantie legt hij in dit verband verder uit aan de hand van vier elementen:
1. Allereerst het vermogen om aangesproken te worden. Iemand roept mij, doet een appèl op mij, confronteert mij met iets dat niet mijn eigen gelijk of mening bevestigt, waar ik iets mee moet.
2. Dat leidt tot een vorm van zelfwerkzaamheid. Ik kom in beweging, verbind mij met dit andere of deze ander. Het gaat hier om horen en antwoorden, respons.
3. Als dat gebeurt, Rosa schetst een aantal sprekende voorbeelden, vindt vervolgens een transformatie plaats. Er gaat iets veranderen, ik kom in een andere stemming en daardoor op andere gedachten. Burn-out of depressie wordt juist gekenmerkt door het tegendeel. Ik zie letterlijk geen alternatief meer.
4. Het laatste element is dat dit proces zoals hier beschreven niet te organiseren is, niet tot onze beschikking staat. Je kunt een feestje organiseren en alles in huis halen, maar de goede stemming die het feest laat slagen, is niet te koop.
De kern van religie is volgens Rosa het besef dat er iets is dat mij roept en mij op het oog heeft. We zijn niet autonoom maar staan in een betrekking van resonantie.
Hij wijst verrassenderwijs op de klassieke drie-eenheid, de onderlinge verhouding van Vader, Zoon en heilige Geest, de resonantie die in het godsbegrip is ingevouwen. Hij wijst ook op het ritueel van het gebed, dat zowel zich richt naar buiten als naar binnen, als op het avondmaal, de gemeenschap tussen mensen, met het materiële en met het ongrijpbare geheim dat ons omvat.
Hartmut Rosa, Demokratie braucht Religion, Kösel-Verlag 2022
2 Comments
Dank voor je interessante artikel, Bert. Als ik het zo lees roept het bij mij associaties op aan Caputo’s ‘insistence’. Liggen er inderdaad verbindingen? (voor zover ik kan nagaan noemt Caputo Rosa niet in zijn boek)
[…] wens om een horend hart te ontvangen, voor een eigentijdse beschouwing over onze democratie. Elders heb ik daar uitgebreider over geschreven. Hier een enkele […]