Overdenking

De schaduw van uw hand

Lucas is het evangelie van de biddende Jezus.
Regelmatig horen we hoe Jezus in gebed is, als hij zich terugtrekt op een eenzame plaats.
Het is het evangelie waarin Jezus zijn leerlingen – de kerk – het Onze Vader leert bidden.
Jezus bidt, als hij zijn lijden ter sprake brengt, als hij de berg opgaat, waar zijn gelaat hemelse trekken krijgt, als hij op de avond van zijn arrestatie op de Olijfberg is: Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg…

Meditatie bij de laatste vespervieringen rond de Zeven Kruiswoorden, Veertigdagentijd 2019

Ook het kruis blijkt een plaats van gebed te zijn.
Tot tweemaal toe wordt er een kruiswoord als een gebed overgeleverd. En beide keren, net als op de Olijfberg, richt Jezus zijn gebed nadrukkelijk tot de Vader.
Vader, vergeef hun want zij weten niet wat zij doen…
En, het kruiswoord voor deze avond, Vader, in uw handen leg ik mijn geest.

Die aanspreekvorm is belangrijk. Het laat duidelijk zien dat Jezus zijn lijden biddend plaatst in het perspectief van zijn relatie met de Vader. Onze Vader.
Iemand vergeleek het met het kind dat zijn avondgebed opzegt, vlak voor het slapen gaan. Jezus gaat de nacht in, geeft zijn leven in bewaring bij zijn Vader. Ik ga slapen, ik ben moe… Houd ook deze nacht, over mij getrouw de wacht.. Eenvoudige woorden die opeens een diepere lading krijgen, als je Jezus hoort bidden op het kruis.

Zoals bij bijna alle kruiswoorden, geldt ook hier: Jezus bidt de psalmen.
Meer in het bijzonder klinkt hier Psalm 31 op de achtergrond mee, reden waarom wij daar uit gezongen hebben.
Mijn tijden zijn in uw hand, horen we daar.
Het is het beeld van Gods open handen, die als een beschermende kom opgehouden worden. Hoe diep wij ook vallen, wij vallen nooit buiten uw handen. Nooit buiten het bereik van uw liefde.
In die handen, die vaderlijke handen, legt Jezus zijn geest, zijn leven, zijn liefde.

We zingen Lied 948 (tekst Willem Barnard)

Als Gij er zijt, wees dan aanwezig,
niet als een vuur dat ons verbrandt
– vuur is te heilig en te hevig –
geef ons de schaduw van uw hand

om in te schuilen, dat wij leven
al zijn wij dood, zo dood als as.
Laat ons er zijn, een eeuwig even,
laat ons er zijn met U die was,

die is, die komen zal ten laatste,
ten eeuwigste. Kom niet te laat!
Gij kunt U toch in ons verplaatsen?
Kom dan, wij zijn ten einde raad.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply