Artikelen

De profetische prediking van Martin Luther King

Dit artikel is een uitwerking van de lezing die ik heb gehouden op de Summerschool van 2024 die ik samen met Peter Sierksma, auteur van het boekje De lessen van King, heb georganiseerd.

1.
‘I have a dream.’
Deze woorden hebben ook na ruim zestig jaar nauwelijks toelichting nodig. De toespraak van ds. Martin Luther King bij het Lincoln Memorial in Washington D.C. op 28 augustus 1963 maakt deel uit van het collectieve wereldgeheugen. Wie heeft niet ooit de beelden gezien van deze fameuze rede, nog volop te vinden op YouTube, en wie werd daarbij niet geraakt door de meeslepende en emotionele spreekstijl van de zwarte dominee?

‘I have a dream’ is het terugkerend motief van de toespraak die een blijvende indruk heeft gemaakt. Het is een sleutelmoment in de strijd voor gelijke burgerrechten voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap in de Verenigde Staten. Achteraf gezien is het ook het hoogtepunt in de populariteit van King geweest, die na het bereiken van de primaire doelstellingen van de burgerrechtenbeweging sterk afnam. Na zijn tragische dood in april 1968 nam deze een nieuwe vlucht en nu heeft MLK de status van moderne heilige.

In dit artikel wil ik de achtergronden van Kings toespraak schetsen. Het gaat dan om de verworteling in de traditie van black preaching (zwarte prediking) die bijdraagt aan de retorische zeggings- en werkingskracht van deze iconische rede. Daarnaast schenk ik aandacht aan het genre van de profetische prediking, waar je de I have a dream-rede onder kunt scharen. Ik ga in op de ontwikkeling van Kings profetische prediking in de laatste jaren van zijn leven. Dat leidt tot de vraag hoe het vandaag staat met de profetische prediking. Is Kings erfenis nog levend?

2.
De strijd om burgerrechten voor de zwarte bevolking heeft een lange geschiedenis. We beseffen tegenwoordig nauwelijks nog hoe gesegregeerd Amerika tot diep in de 20e eeuw is geweest. Ook nu is het racisme nog steeds deel van de Amerikaanse samenleving.
In 1955 krijgt de burgerrechtenbeweging nieuw elan met de busboycot in Montgomery, Alabama, nadat Rosa Parks weigerde om haar plaats in de bus af te staan aan een blanke man. Ze wordt gearresteerd, allemaal ingecalculeerd door de burgerrechtenactivisten want nu komen zij in beweging met mediagenieke acties om maximaal politieke druk te zetten. Vanaf het begin is Martin Luther King een belangrijke figuur. Hij is pas begonnen als predikant als hij wordt gevraagd om te spreken op een politieke bijeenkomst in de kerk naar aanleiding van Rosa Parks arrestatie. Zijn toespraak heeft een geweldig effect. Het wordt meteen duidelijk dat hij de massa weet te bewegen, door zijn voordracht maar ook omdat hij hun ervaringen verwoordt. King wordt snel één van de publieke figuren in de strijd voor gelijke burgerrechten. Met zijn principiële keuze voor geweldloos verzet en door zijn nadrukkelijk beleden christelijke motivatie voor de strijd spreekt hij ook een groot deel van de witte Amerikaanse bevolking aan.

Er volgen jaren van strijd, van acties, van publiek verzet. King verdeelt zijn aandacht tussen het gemeentewerk als predikant en zijn inzet voor de burgerrechtenbeweging. Voor dat laatste reist hij onvermoeibaar de hele Verenigde Staten door en spreekt op tal van politieke en kerkelijke bijeenkomsten. Zo wordt hij, mede door de opkomst van de televisie, een publieke persoonlijkheid met een grote bekendheid in het hele land.

Dat is de situatie als op 28 augustus 1963 de mars op Washington wordt gehouden. Bij het Lincoln Memorial in de hoofdstad van de VS, op een locatie die bol staat van betekenis voor de politieke traditie van het Amerikaanse volk, is King één van de laatsten in een rij van sprekers. Het publiek is vermoeid, hoort aanvankelijk zijn redevoering met een zekere matheid aan. Ook bij King is het heilig vuur nog niet ontstoken. Dat verandert als iemand in zijn directe omgeving – men zegt dat het gospelzangeres Mahalia Jackson is geweest – hem toeroept: ‘Tell ‘em your dream’. Waarop King besluit de droom die hij al vele malen vaker heeft gebruikt in allerlei preken en toespraken er nog eens in te gooien.
Al in 1955 heeft hij dat ooit zelf gehoord van een vrouwelijke medewerkster in de beweging die een bijeenkomst afsloot met een gebed ‘I have a dream.’ Daarmee sloot zij op haar beurt weer aan bij een bekend thema uit de traditie van de black preaching, onder verwijzing naar profetische teksten (‘oude mensen zullen dromen dromen, en jongeren zullen visioenen zien’ – Joël 3: 1) maar ook naar de Amerikaanse cultuur (The American Dream).

Het is opmerkelijk om te zien (en te horen!) hoe zijn toespraak in een hogere versnelling komt. Niet omdat King sneller gaat spreken, maar vanwege het vuur dat in zijn spreken wordt ontstoken, waar het publiek op reageert waardoor de spreker er nog een schepje bovenop doet. Er treedt een wisselwerking op die zo typerend is voor de traditie van preken waar King uit voortkomt. In de zwarte (baptisten)kerk wordt een preek samen gemaakt. Het publiek zit niet aandachtig stil te luisteren maar komt tussenbeide, met oproepen en aanmoedigingen. De prediker wordt opgezweept en de preek wordt een religieuze happening. Het gaat in de black preaching niet om originaliteit maar om werking. En de droom werkt, zeker toen en daar in Washington.

Daar komt bij dat King over bijzondere retorische gaven beschikt. Het timbre van zijn stem, het ritme van zijn voordracht, de frasering, de uitgerekte lettergrepen, de melodieuze voordracht, de herhaling van de centrale zin ‘I have a dream’, niet altijd aan het begin van een nieuwe regel, maar juist aan het einde, voor een maximaal effect: het draagt allemaal bij aan de krachtige werking van deze memorabele, profetische speech.

3.
De mars op Washington markeert het hoogtepunt van de burgerrechtenbeweging. Onder president Lyndon B. Johnson, die de in november 1963 vermoorde John F. Kennedy opvolgt, wordt in 1964 de Civil Rights Act en in 1965 de Voting Rights Act aangenomen. King heeft het oor van de president, die hem op zijn beurt kan gebruiken voor zijn politieke doeleinden. De populariteit van King bereikt een nieuwe piek als hem in 1964 de Nobelprijs voor de Vrede wordt toegekend. In ons land ontvangt King het eredoctoraat van de Vrije Universiteit in 1965.

Met de wetswijzingen waar zo lang voor gestreden is, is voor King echter de beweging niet ten einde. Waar je zou denken dat nu de belangrijkste politieke doelen zijn bereikt, gaat hij verder. Steeds meer ziet hij in dat het racisme niet is opgelost met nieuwe wetten. Er is een structureel racisme dat de gehele samenleving in de wortel aantast. De politieke instituties van Amerika, waar King en de burgerrechtenbeweging zich voortdurend op beroepen, zijn in de kern gebaseerd op een koloniale en hegemoniale manier van denken. De Founding Fathers zelf waren slavenhouders en hebben bij de oprichting van de Verenigde Staten verzuimd om de gelijke rechten ook voor slaven en voor de inheemse bevolking te laten gelden.
King komt steeds meer tot het inzicht dat er een structurele onrechtvaardigheid is die zorgt voor ongelijkheid in de samenleving. De zwarte bevolking wordt stelselmatig achtergesteld en zwarte arbeiders worden uitgebuit en onderbetaald. De oorlog in Vietnam ziet King eveneens als een onrechtvaardigheid die door het systeem wordt voortgebracht. Het zijn vooral de verarmde zwarte jongeren die de oorlog worden ingestuurd en die een onevenredig groot deel van de soldatenpopulatie (en slachtoffers) uitmaken.

De profetische kritiek van King verscherpt zich in deze turbulente jaren. Het zorgt ervoor dat hij de sympathie die hij aanvankelijk bij een groot deel van de witte Amerikanen en bij het politieke establishment bezat, kwijtraakt. Kings contact met het centrum van de presidentiële macht is verbroken.
Tegelijkertijd groeit er ook  kritiek op King uit eigen kring. Veel jonge zwarten zijn klaar met de in hun ogen te lieve geweldloze actietechnieken. Dat King zo goed ligt bij veel witte Amerikanen en zelfs bij de president, spreekt juist tegen hem en maakt hem in hun ogen verdacht. Hij wordt door een groot deel van zijn achterban als een achterhaalde figuur gezien. Binnen de burgerrechtenbeweging zijn er twijfels over hoe het nu verder moet en of King nog wel de geschikte leider is. Ook hebben sommigen moeite met zijn politieke radicalisering.

De brute moord op 4 april 1968 in Memphis maakt echter alles anders voor wat betreft de nalatenschap van King. Nu, twee generaties na zijn dood, wordt hij alom geëerd als een moderne heilige, als een grote morele gestalte en voorvechter van burgerrechten. Sinds 1986 wordt er op de derde maandag in januari de Martin Luther King-dag gehouden in de gehele Verenigde Staten. Sinds 2011 is er een Martin Luther King Memorial in Washington, niet ver van de plaats waar hij zijn meest beroemde toespraak hield. Er staat een gigantisch standbeeld van King, de Stone of Hope. De vraag is echter of met al dat eerbetoon zijn profetische stem nog wel klinkt.

4.
Maar wat bedoelen we precies met ‘een profetische stem’ of met profetische prediking?
Het populaire beeld van de profeet in de christelijke traditie is dat van de toekomstvoorspeller. De profeten hebben de komst van de Messias voorspeld en met de geboorte van Jezus is deze profetie vervuld.
Maar veel meer dan een toekomstvoorspeller is een profeet iemand die in naam van God het heden peilt. Hij (een enkele keer: zij) duidt de eigen tijd, stelt het heersende onrecht aan de kaak, roept het volk en/of de koning op tot omkeer. Een profeet waarschuwt voor dreigend onheil als men blijft zondigen door afgodsbeelden te vereren of het sociale onrecht te laten bestaan. Profeten schetsen soms een visioen van een mogelijke toekomst, van bevrijding of terugkeer (uit de ballingschap), maar wel met de voorwaarde dat er recht gedaan wordt aan Gods woorden en verordeningen (Thora).
Daarnaast wordt een profeet gekenmerkt door een heilige woede, een niet aflatend pathos voor zijn roeping en zijn taak, vaak tegen wil en dank. De profeet leeft zijn boodschap. Niet zelden gaan zijn woorden gepaard met symbolische acties.

Rabbijn Joshua Heschel, voor de oorlog vanuit Europa naar de Verenigde Staten gevlucht, trok samen met King op in de burgerrechtenbeweging. Heschel had voor de oorlog een proefschrift geschreven over het profetisch bewustzijn dat pas in de jaren zestig op de Amerikaanse markt verscheen als The Prophets en nog steeds als een klassieker geldt. Daarin benadrukt hij dat profeten zijn begiftigd met een goddelijk pathos. Profeten zijn meer dan historische figuren. Het zijn mensen die gegrepen zijn door God en daardoor een spirituele radicaliteit bezitten. Ze kennen geen compromissen want ze zetten zich met hart en ziel en vol overgave in voor vrijheid en rechtvaardigheid. De bijbelse profeten fungeren als visonairs en wegwijzers voor het morele handelen vandaag.
Heschel herkende in King een stem als die van de profeten uit zijn eigen traditie.

Als je die profetische stem wilt horen, kun je goed terecht op het Internet (YouTube) waar verschillende preken van King te beluisteren zijn.
Al bij zijn leven verschijnt er een boek met preken Strength to Love (1963). Het betreft hier een verzameling van preken/toespraken die hij vele malen bij verschillende gelegenheden heeft gehouden. De meeste van zijn preken en toespraken zijn samengesteld uit elementen die hij aan zijn eigen traditie ontleent, die hij vindt bij andere (zwarte) predikers of elders oppikt en waaraan hij zijn eigen draai geeft. Hij recyclet zijn materiaal veelvuldig.
De preken in de bundel zijn sterk geredigeerd zodat verwijzingen naar specifieke omstandigheden van tijd en plaats ontbreken. Dat maakt de preken ietwat bloedeloos.  Daar komen de voor de hand liggende bezwaren tegen preken op papier bij. Immers, een medium dat het moet hebben van de live performance, van de inbedding in een liturgische viering, van de kracht van de gesproken stem voor een aanwezig hoorderspubliek, en de zichtbaarheid van de persoon van de prediker, wordt in druk onvermijdelijk minder krachtig. Vergelijk het met het verschil tussen een boek met verzamelde theaterteksten lezen en de beleving als je de show live meemaakt.
Om de volle retorische kracht van de prediking van King te ondergaan, moet je tenminste ‘onder zijn gehoor’ zijn. Vooral als het een opname betreft in een van zijn eigen kerken, want daar hoor je hoe het kerkvolk hem soms aanmoedigt. Het is de bekende praktijk uit de black preaching traditie waarin predikers en hoorders elkaar over en weer stimuleren en tot een extatisch hoogtepunt voeren. De preek wordt een happening.

Een goed voorbeeld daarvan is een wat minder bekende preek die King hield in de laatste jaren van zijn leven. Op 5 juni 1966 preekt hij in zijn thuisgemeente de Ebenezer Baptist Church over de tekst uit Jesaja 61 die Jezus leest bij zijn eerste openbare optreden in de synagoge van Nazaret (Lucas 4: 14 – 30). De titel van zijn preek is overigens Guidelines for a Constructive Church.
Als we de kerk levend willen houden, moeten we ons richten op de aanwijzingen die God zelf heeft gegeven, via de profeten én via zijn Zoon Jezus Christus, stelt King. Die richtlijnen (guidelines) vinden we in de voornoemde teksten. De kerk moet dus opkomen voor de armen en ‘aan verslagen harten hoop bieden’, zoals de Jesajatekst in de huidige vertaling luidt. King zet uiteen dat vele predikanten van die richtlijn afwijken, uit angst om hun gemeenteleden voor het hoofd te stoten. Maar je bent als prediker niet geroepen om je gemeente naar de mond te praten maar om Gods woord te verkondigen. King vereenzelvigt zich met de gezalfde van de Heer: ‘I got my guidelines and my anointment from God Almighty …. Some people are still living with segregation and discrimination this morning. I’m going to preach about it. I’m going to fight for them. I’ll die for them if necessary because I got my guidelines clear …’
In de passage waarin hij komt te spreken over het genadejaar van de Heer (‘the acceptable year of the Lord’) plaatst hij de profetische tekst in de actuele realiteit van zijn gemeente. Het aangename jaar is daar waar de geboden van zijn koninkrijk worden vervuld. Dat gaat niet over ooit, over een tijd buiten de geschiedenis ‘…but I say to you this morning that the acceptable year of God can be this year’. En hij vult dat nader in: het jaar waarin mensen hun levens gaan beteren, maar ook het jaar waarin men in Alabama zal ophouden burgerrechtactivisten te vermoorden … Politiek en moraal grijpen in elkaar, in een lange herhaling van steeds dezelfde constructie, begeleid door aanmoedigingen vanuit het publiek (‘Make it plain’). Deze passage bereikt een hoogtepunt als King de bijbelse profetische beelden beschrijft: het jaar waarin ‘elke vallei verhoogd zal worden, en elke berg en heuvel verlaagd, het ruige land vlak wordt en rotsige hellingen rustige dalen … ‘and the Glory of the Lord shall be revealed’ – de profetie uit Jesaja 40 waarin Jeruzalem troost wordt aangezegd door de vreugdebode Sion. Waarna hij bijna naadloos overgaat op het aanhalen van de bekende nieuwtestamentische profetie uit Matteüs 25 over de zeven werken van barmhartigheid: God wordt geëerd door de humane dienst aan de medemens in nood.

5.
Er is een ontwikkeling aan te wijzen in de profetische prediking van King.
De boodschap van King is vanaf het begin sterk verbonden met de bijbelse profetie. De oproep van de profeet Amos: ‘Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voorvloeiende beek’ (5: 24) wordt door King veelvuldig geciteerd. Daarnaast spelen Exodus motieven van bevrijding en uittocht vanouds een belangrijke rol in de black preaching die we ook in de preken van King regelmatig terugvinden.

In de Bijbel zijn er profeten geweest die dichtbij het centrum van de macht functioneerden. Ze vervulden een soort raadgeversfunctie aan het hof van de koning, met name in situaties van oorlog met naburige volken. Andere profeten vervullen hun rol meer van buitenaf. Ze maken geen deel uit van het establishment. Ze identificeren zich met het verarmde en onderdrukte volk en dagen de koning en de machthebbers uit waarbij ze hun sociale kritiek niet schuwen.

Aan de hand van dit onderscheid schetst de Amerikaanse theoloog Richard Lischer op een verhelderende manier de ontwikkeling van de ‘profeet’ King. Als een ‘centrale profeet’ is King sterk betrokken geraakt bij de politieke manoeuvres om de burgerrechten wetten er door te loodsen. Hij staat in contact met de hoogste politieke leiders, met president Kennedy en nadien met Johnson.
Maar als King vanaf 1964 kritiek gaat leveren op de Vietnam oorlog raakt hij zijn privileges en de toegang tot het centrum van de macht kwijt. Hij wordt nu een ‘profeet in de periferie’. Dat gaat hem niet in de koude kleren zitten. King raakt in deze periode gedesillusioneerd over de ontwikkelingen in zijn eigen beweging die steeds militanter wordt. De financiële bijdragen drogen op. Het leiderschap van King staat onder druk. Tegelijk wordt hij gevolgd door de geheime diensten die hem proberen te chanteren met zijn buitenechtelijke affaires. King ontvangt anonieme doodsdreigingen. Hij raakt meer en meer geobsedeerd door zijn eigen dood en zinspeelt daar bij verschillende gelegenheden op, zoals in de geciteerde preek uit 1966 al te horen is.

Fameus is de laatste toespraak die King op de avond voordat hij vermoord wordt, houdt voor een gehoor van stakende vuilnisophalers in Memphis, Tennessee, en waarin hij aan het slot profetische woorden spreekt: ‘Well, I don’t know what will happen now. We’ve got some difficult days ahead. But it doesn’t matter with me now. Because I’ve been to the mountaintop. And I don’t mind. Like anybody, I would like to live a long life. Longevity has its place. But I’m not concerned about that now. I just want to do God’s will. And He’s allowed me to go up to the mountain. And I’ve looked over. And I’ve seen the promised land. I may not get there with you. But I want you to know tonight, that we, as a people will get to the promised land. And I’m happy tonight. I’m not worried about anything. I’m not fearing any man. Mine eyes have seen the glory of the coming of the Lord.’ Met recht een profetische toespraak met een niet te missen verwijzing naar de profeet Mozes (het Exodus-motief).

6.
Profetische kritiek en dus profetische prediking is altijd nodig. Maar het lijkt alsof dit thema momenteel actueler is dan ooit. Dat heeft te maken met de verschillende crises die zich in de huidige wereld voordoen. Crisis is van alle tijden, maar momenteel leven we in een wereld die op allerlei manieren in transitie is. We moeten overschakelen op een ander systeem. Wat betreft onze energievoorziening, watergebruik, de kapitalistische economie, maar ook als het gaat om het waarborgen van sociale rechtvaardigheid en vrede in een wereld met een nog steeds groeiende bevolking. De urgentie van omkeer op allerlei fronten wordt steeds meer gevoeld.

In het Kerstmagazine van De Volkskrant stond eind vorig jaar een indrukwekkend interview met klimaatactivist Roger Hallam, ooit één van de oprichters van Extinction Rebellion. Tijdens het interview droeg hij een elektronische enkelband, hij stond onder huisarrest en had ook al in voorarrest gezeten: ‘Van nature ben ik best angstig. Ik hou niet van conflict en ben verlegen. Natuurlijk voel ik de angst nog steeds, al moet ik zeggen dat ik, na een aantal jaren burgerlijk verzet, rustiger ben geworden. De eerste keer in een cel ben je bang, de tweede keer minder, en bij de vijfde keer denk je: een vrije dag. Je kent de kneepjes. Al moet ik zeggen dat ik, toen ik eind vorig jaar vier maanden in voorarrest zat, het verschrikkelijk vond.’ Toch is hij bereid om gevangenisstraf te riskeren:  ‘Ik ben ingebed in de christelijke traditie, ik heb Kierkegaard en Nietzsche gelezen. Ik begrijp dat het doel van het leven niet geluk is. Het doel van het leven is een betekenisvol leven leiden, en dat betekent dat je jezelf opoffert voor het algemeen belang. Of ik daar blij van word of niet, doet er niet toe’, verklaart hij.
Aan het slot van het interview zegt Hallam dat de klimaatbeweging ‘profetisch leiderschap’ nodig heeft, leiders die bereid moeten zijn om ‘de gevangenis in te gaan’: ‘Een profetische leider raakt van streek, een profetische leider houdt emotionele toespraken, zal huilen, zal schreeuwen, zal mensen schuldgevoelens bezorgen, mensen te schande maken, emotioneel worden. Het is een persoon van het volk, geen intellectueel. Iemand die de waarheid spreekt. Het moet iemand zijn die bereid is te lijden en te sterven voor de zaak.’

Voor zijn betrokkenheid bij blokkadeacties in november 2022, een geweldloze actie zonder slachtoffers, krijgt Hallam in juli 2024 vijf jaar gevangenisstraf opgelegd.

7.
In zijn monumentale biografie van Martin Luther King concludeert Jonathan Eig met betrekking tot Kings nalatenschap: ‘Op de scholen die zijn vernoemd naar King en op vrijwel elke school in Amerika worden Kings leven en lessen op een zo’n gladgestreken en bijgeschaafde manier verteld dat hij bijna onherkenbaar is. Jongeren horen verhalen over zijn droom over verbroedering en zijn wens dat kinderen worden beoordeeld op grond van de inhoud van hun karakter, maar er wordt niets verteld over zijn oproep tot een fundamentele verandering van het karakter van het land, men vertelt niets over zijn smeekbede een einde te maken aan het kwaad van het materialisme, met militarisme en het racisme.

Het ergste wat een profeet kan overkomen is dat hij monddood wordt gemaakt.
Of is dat het ergste wat óns kan overkomen?

Literatuur
Jonathan Eig, King. Een leven, Hollands Diep Amsterdam 2023.
Abraham Joshua Heschel, De profeten, Uitgeverij Skandalon Vught 2013.
Martin Luther King, Jr., Sterk door de liefde. Preken die het hart raken, Uitgeverij Kok Utrecht 2018.
Richard Lischer, The Preacher King. Martin Luther King, Jr. and The Word That Moved America, Oxford University Press New York 1995.
Peter Sierksma, De lessen van King, Uitgeverij Pluim Amsterdam 2023.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply