Overdenking

de mensen bibliotheek (gedachtenisdienst)

Er is een gezegde uit Afrika, dat gaat als volgt:

Als er een mens sterft, gaat er een bibliotheek verloren.

Dat is een mooie beeldspraak, waarvan je de diepere betekenis snel aanvoelt. Als er een mens sterft, gaan er veel verhalen verloren. De verhalen die in een leven lang zijn verzameld. Van alles wat ze hebben meegemaakt, en van wat wij met hen hebben meegemaakt. Ervaringen, herinneringen, lief en leed. Soms spreek ik wel eens met oude mensen over hun leven, en dan zeggen ze: dominee, ik kan er wel een boek over schrijven.
Sommigen doen dat ook daadwerkelijk, een levensboek. Soms ook als hulpmiddel om het eigen verleden vast te houden.

Vandaag  gedenken we degenen die ons ontvallen zijn. Verloren gegane bibliotheken, stuk voor stuk. Verhalen die zijn uitverteld. Herinneringen die nog even blijven, zolang wij ze levend houden. Maar er is ook iets dat voorgoed verloren is gegaan. Dat doet pijn. Het gesprek is stilgevallen. Je kunt het niet meer navragen, hoe zat dat ook alweer?
Karin Bloemen zong ooit een mooi lied, misschien kent u het, Geen kind meer.
De dag waarop je moeder sterft, daarmee begint het. En dan regels als, dat er dan niemand meer is die je vroegste vroeger met je kan delen, of: De dag waarop je moeder sterft, de dag waarna je nooit meer kind zult zijn…

Als er een mens sterft, gaat er meer dan een bibliotheek verloren.
Er zit ook nog een andere kant aan dat gezegde, dunkt mij.
Want het beeld van de bibliotheek is ook dat van de verzamelplaats van wijsheid en kennis. Uit zoveel bronnen samengebracht en bewaard. Dat betekent het letterlijk: bewaarplaats van boeken.
Als iemand sterft, gaan verhalen verloren, maar ook de kennis en levenswijsheid die je in een leven lang hebt opgedaan. Iedereen doorloopt de leerschool van het leven. Of wijsheid per se met de jaren komt, weet ik niet, mensen hebben ook hun karakter. Maar voor de meesten geldt toch wel dat je door en van het leven leert.
Zo denken we aan wie ons ontvielen. Aan de goede raad die je van hun ontving. De wijze spreuken, karakteristieke uitspraken. ‘Mijn vader zei altijd….’  Verleden tijd. Of is het: ik hoor het hem nog zeggen? 

Misschien is het geen toeval dat dit gezegde over de bibliotheek die verloren gaat, uit Afrika komt. Afrika is groot, en divers. Maar het zijn culturen waarin anders naar de ouderdom wordt gekeken dan bij ons. Met een andere waardering voor de ouderdom.
Hier zijn ouderen vaak een last, we hebben het over het probleem van de vergrijzing en van de eenzaamheid, van tekorten in de zorg en in de ouderenzorg enzovoort. Soms zeggen ouderen dat zelf: ik wil niemand, ik wil mijn kinderen niet tot last zijn.
Dáár worden oude mensen geëerd, om hun wijsheid, om hun ervaring, en blijven ze deel uitmaken van het gemeenschapsleven.
Dat moet je ook niet idealiseren, maar toch.

Met de mensen die ons ontvallen zijn, is ook veel wijsheid en kennis verloren gegaan.
Misschien hoort dat ook wel bij het menselijk bestaan. Dat iedere generatie als het ware zelf weer opnieuw het leven moet uitvinden. Dat we dezelfde of vergelijkbare fouten maken als de generaties voor ons. En dat latere generaties over ons zullen oordelen, zoals wij dat nu doen over mensen uit het verleden. Want mensen zijn nu eenmaal gebrekkige wezens. Het is vreemd dat je, als je eindelijk het leven een beetje snapt, het weer moet loslaten…

Het Afrikaanse gezegde kwam bij mij naar boven, ook naar aanleiding van het korte gedeelte dat we vandaag hoorden uit de Bijbel.
De Bijbel. Ook op zichzelf al een bibliotheek, letterlijk zelfs. Zoveel verschillende boeken en teksten, in één band verzameld. Zoveel verhalen. Zoveel menselijke ervaringen. Zoveel wijsheid?!

We hoorden het begin van het laatste boek, Openbaring, 1: 1 – 8.
Boek over het einde, boek over het nieuwe begin. De toekomst van God.
‘Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen … want de tijd is nabij’.
Een boek vol visioenen, droomgezichten, het voert te ver om daar nu al te veel op in te gaan. Maar centraal staat het beeld van Jezus Christus, de betrouwbare getuige wordt hij genoemd, en de eerstgeborene uit de dood. Dat betekent, dat Hij de eerste mens is van een nieuwe toekomst.
En dan horen we hoe er wordt gezegd: ‘Ik ben de alfa en de omega. Ik ben het die is, die was en die komt’.

Ook dat is weer beeldspraak, dichtbij dat beeld van de mensenbibliotheek. Want alfa en omega, dat weet u, zijn de eerste en de laatste letters van het alfabet. Van A tot Z. Van kaft tot kaft? Begin en einde.

God staat aan het begin, en Hij komt aan het einde.
Dat wordt hier met zoveel woorden gezegd. En het is bedoeld als een verzekering, als een woord van troost en bemoediging. Ja zeker, maar ook als een woord dat uitzicht biedt.

Als ons verhaal is uitgeschreven, als de woorden ons ontvallen, als de levende relatie met wie ons lief zijn weg is gevallen, dan resten de herinneringen, hún verhalen en hun wijsheid, zeker, maar dan is er ook de hoop dat hun verhaal als het ware verder gaat bij de God die er was voor onze aanvang en zal zijn voorbij ons einde.
Als ieder mens een levensboek is, blijft God daarin eindeloos doorlezen.
Bij God gaat het boek nooit dicht. God leest verder, ook in de letterlijke zin van lezen, verzamelen, bijeenhouden, bewaren. Zo leest God onze levens samen.

Ook dat is allemaal, u begrijpt het al, beeldspraak. Natuurlijk. We hebben geen andere taal, naast de taal  zonder woorden, van onze gebaren, van onze tranen, van onze gebeden en onze rituelen.
Maar dat alles spreekt.

We gedenken vandaag degenen die we eerder moesten loslaten. Dit jaar, of al eerder, mensen die ons levenspad hebben verrijkt, die voort blijven leven in onze verhalen en in wat we van hen hebben mogen ontvangen, aan wijsheid, liefde, trouw, geloof.

Het is aan ons om hun nalatenschap te bewaren, om hun verhaal als het ware verder te vertellen, door ons eigen verhaal daaraan vast te knopen; door hun wijsheid mee te nemen en in ons eigen leven een plek te geven.
Misschien helpt de gedachte dan, dat zij hun leven hebben geleefd in het geloof en vertrouwen op de God die zichzelf bekend maakt als de alfa en omega, als begin en einde, oorsprong, doel en zin.

Jezus is de mens, die ons het hart van God zelf heeft getoond, in zijn liefde die alles overwint. Die liefde blijft, ook gaat alles verloren. Liefde die de dood voorbij leeft, eerstgeborene uit de dood.

Het verhaal gaat door.
Voor iedere bibliotheek die verloren gaat, is het aan ons om weer een nieuwe in te richten.

AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply