Thomas Merton is één van de bekendste spirituele figuren uit de vorige eeuw. De mens achter de monnik biedt een royale bloemlezing uit zijn dagboeken die een goed beeld geven van zijn spirituele zoektocht die een leven lang duurde en met zijn vroege dood op 53-jarige leeftijd een abrupt einde vond.
Merton werd geboren in 1915. Zijn vroege jeugd bracht hij door in Frankrijk waar zijn vader als kunstschilder werkte. Toen hij zes jaar was, overleed zijn moeder. Enkele jaren overleed ook zijn vader. Als tiener verhuist Thomas naar familie, eerst in Engeland, later in Amerika. Daar studeert hij Engelse taal- en letterkunde. Hij raakt in die periode steeds meer geboeid door het rooms-katholicisme en ontwikkelt het verlangen tot een monastiek leven. In 1941 treedt hij in bij de trappisten en gaat leven in de abdij Gethsemani, Kentucky. In 1943 sneuvelt zijn broer in de oorlog, en is Thomas zonder naaste familie. De kloostergemeenschap functioneert als een vervanging, maar kan het fundamentele gemis in zijn leven nooit helemaal opvullen.
Het boek Louteringsberg maakt hem in 1948 wereldwijd beroemd. Daarin beschrijft hij zijn weg naar het geloof en het kloosterleven. Het zorgt ervoor dat hij een veelgevraagd schrijver wordt van spirituele lectuur. Tegelijk hield hij al vanaf zijn tienerjaren een dagboek bij.
Deze bloemlezing uit zijn dagboeken begint in de jaren waarin hij toegroeit naar zijn bekering en zijn intrede in het klooster. Hij is onzeker over zijn roeping. Thomas voelt zich aangetrokken tot de eenzaamheid en de stilte. Als hij op straat gegroet wordt door een man, vrouw en kind, bedenkt hij “.. dat ik nooit, maar dan ook nooit, een zinvol leven zou kunnen hebben buiten het klooster. Ik ben een eenling en dat is dat. Weliswaar houd ik van mensen, maar ik hoor thuis in de eenzaamheid” (p. 157).
Hij heeft lang geijverd om een eigen ‘kluis’ te hebben, een plek om zich terug te trekken, een verlangen waar de abt uiteindelijk in bewilligde. Tegelijk was hij door zijn schrijfsucces inmiddels een publieke figuur geworden en werd er op allerlei manieren aan hem getrokken, voor artikelen, boeken, lezingen. Hij krijgt binnen het klooster de taak om de novicen te begeleiden en om les te geven. De vele verantwoordelijkheden drukken op hem terwijl hij er ook van kan genieten. Hij kent zijn eigen valkuilen en strijdt er tegen. Die van ijdelheid die gestreeld wil worden; de erkenning die ieder mens zoekt, menselijke genegenheid en liefde, en tegelijkertijd het verlangen naar een solitair leven; het aangetrokken worden door menselijk gezelschap en er tegelijk een afkeer van hebben: “Ik onderken in mezelf een onderliggende trots en een verachting voor andere mensen, waarvan ik dacht dat ze verdwenen waren, maar ze zijn er nog steeds, even erg als ooit”, noteert hij in 1949 (p. 83).
Het kloosterleven blijkt voor hem de vorm te zijn waarin hij met al zijn tegengestelde neigingen om leert gaan: “Voor mij is mijn komst naar het klooster precies de goede manier van terugtrekken geweest. Het heeft me perspectief gegeven. Het heeft me geleerd hoe te leven. Nu ben ik verplicht iedereen in de rest van de wereld te laten delen in dat leven” (p. 103). De wens om zijn innerlijk leven te delen is er vanaf het begin van zijn monastieke leven en zo begrijpt hij ook zijn eigen gave om te schrijven. Als een roeping en een verantwoordelijkheid.
Naast de blijvende worsteling met zijn roeping, het leven in het klooster en de zoektocht naar de voor hem meest geschikte levensvorm, vinden we in deze dagboekfragmenten uitgebreide impressies van de natuur die hem omringt en hem fascineert. Hij is geschokt door het boek van Rachel Carson, Silent Spring, die in 1962 al waarschuwde voor het funeste effect van pesticiden op de natuur en met name de vogels.
De grote gebeurtenissen uit de wereld komen soms voorbij, zoals de zorgen om de atoombewapening; de politieke moorden in de VS op de Kennedy’s en op Martin Luther King. Thomas Merton engageert zich met de vredesbeweging wat hem de nodige moeilijkheden oplevert. Hij krijgt een tijdelijk publicatieverbod op dit thema opgelegd. Pas jaren na zijn dood wordt het boek Vrede in het na-christelijk tijdperk uitgegeven (vorig jaar in Nederlandse vertaling). “In ieder geval lijkt het erop dat ik een van de weinige katholieke priesters ben in het land die zich ondubbelzinnig heeft uitgesproken voor een volledig compromisloze strijd voor het afschaffen van oorlog en het gebruik van geweldloze middelen om internationale conflicten te beslechten”, schrijft hij in 1961 (p. 212). Later durft hij ook kritisch te zijn op de oorlog in Vietnam.
Net als velen ontwikkelt Merton in de jaren zestig een belangstelling voor de religieuze cultuur van Azië. Hij bestudeert mystieke tradities in hindoeïsme en boeddhisme en heeft contact met spirituele collega’s. In 1968 vertrekt hij uit de abdij om een lange rondreis te gaan maken. Een noodlottig ongeval met een defecte ventilator op zijn hotelkamer in Bangkok maakt op 10 december van dat jaar een plotseling einde aan zijn leven.
Sinds zijn dood blijven zijn geschriften in de belangstelling staan en is er veel óver Merton geschreven. Met De mens achter de monnik, vertaald door Willy Eurlings, voegt Uitgeverij Damon een nieuwe publicatie toe aan het al eerder door hen uitgebrachte werk ván Thomas Merton.
We maken kennis met de vele inzichten die hij op zijn spirituele levensreis verzamelt, in soms zeer poëtische taal, met zijn fijnzinnige natuurobservaties maar ook met zijn genadeloos openhartige worsteling met het leven. Met name de kortstondige en heftige liefdesaffaire met een verpleegster wordt eerlijk beschreven. Als hij tot het inzicht komt dat hij haar moet loslaten, verzucht hij: “Ik heb een rijk leven, maar gebouwd op kosten van een wreed gemis” (p. 326).
Merton vond zelf dat zijn dagboekaantekeningen tot het beste behoort wat hij geschreven heeft. Als hij mijmert over de plek waar zijn geschriften na zijn dood bewaard zullen blijven (het huidige Thomas Merton Center) noemt hij dat “.. een cel waarin ik niet echt leef. Waar mijn geschriften leven. Waar mijn geschriften meer zijn dan wat ik ben. Ik ben zelf open en gesloten. Wanneer ik het meest onthul, verberg ik het meest” (p. 343).
In De mens achter de monnik leren we deze unieke persoonlijkheid beter kennen, maar blijft het echte geheim dat ieder mens uiteindelijk is, bewaard.
De mens achter de monnik. Thomas Merton. Een leven in dagboeken. Vertaald door Willy Eurlings, Uitgeverij Damon Eindhoven 2023, 416 pag., €29,90
No Comments