Vorige week was er het bericht van een groep Belgen die een gepeperde rekening van de Oostenrijkse bergpolitie tegemoet kunnen zien. Nadat ze een berg hadden beklommen en in een berghut hadden geslapen, durfden ze de andere dag de afdaling langs de besneeuwde hellingen niet meer aan en moesten ze met een helikopter van de berg afgehaald worden. De rekening ontvangen ze achteraf.
Je moet goed weten wat je doet, als je een berg beklimt.
Je moet er namelijk ook weer af.
Overdenking gehouden in PG Groningen-Zuid, in kader zomerproject De Bergen in
Vandaag gaat het over de berg Karmel en de berg Horeb. Over die twee bergen en wat daar gebeurt met en rond de profeet Elia. Twee verhalen, die in de Bijbel op elkaar volgen. Die alleen al daarom met elkaar te maken hebben. Tenminste, dat is de lijn die ik met u wil volgen. Twee verhalen, twee berg-ervaringen, die in verband met elkaar staan. In beide speelt de profeet een belangrijke rol. In beide is er sprake van dat God zich openbaart, maar dan wel in twee fundamenteel tegengestelde ervaringen. Het verband daartussen lijkt mij van belang. En dus ook de volgorde. Eerst de eerste, dan de tweede berg.
Het verhaal van Elia en de Baälpriesters op de Karmel. Ik kan me herinneren dat ik dat als kind, toen het je verteld werd door een meester op school die mooi kon vertellen, dat je dat een geweldig verhaal vond. Wat een stunt. Zelfs met water er op en er om heen, stond toch mooi het offer van Elia in brand. Onze God is de beste god. De Baälpriesters een stelletje prutsers. Hoe harder ze schreeuwen, hoe meer hun onmacht blijkt. Als kind had je de ironie van Elia nog niet goed door. Die vraagt op een gegeven moment of ze niet wat harder kunnen schreeuwen, want hun god is misschien wat hardhorig, of hij heeft zich misschien afgezonderd. Bij ons in Drenthe zeggen we dan: hij is misschien even achteruut. Dat bedoelt het Hebreeuws ook.
Maar goed, een verhaal dat beeldend verteld wordt, dat tot de verbeelding spreekt.
Toen vond ik het geweldig. Nu vooral gewelddadig.
Want het eindigt met een gewelddadige slachtpartij. Alle 450 Baälpriesters worden, als ze het potje goddelijk armpje drukken hebben verloren, zonder pardon over de kling gejaagd. Ik weet eigenlijk niet goed of dat er in die kinderbijbels ook bij werd verteld. In ieder geval, we weten het nu.
Wat moet je daar mee? Wat moet je daar van vinden?
Geloof en geweld, een noodlottige combinatie, door alle eeuwen heen.
Of is het een teken van het primitieve van het oudtestamentische geloof, waar God en geweld nog dikwijls samen gaan. Zijn we dat stadium voorbij? Is God zelf niet gegroeid, van een woeste stamgod tot een liefdevolle vader.
Er zijn ook vandaag uitleggers die zeggen, dat is kleinburgerlijke gevoeligheid, om je op te winden over die dode Baälpriesters. Wat de boodschap is, is dat het kwaad met wortel en tak uitgeroeid moet worden. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Als Israël zich niet zuivert, als ze hier niet eenduidig kiezen voor God de Heer alleen, de ware God, dan ligt het verval in het heidendom, in de aanbidding van de natuur en de krachten van potentie en macht, steeds opnieuw op de loer.
Het hele idee achter deze verhalen, profetische geschiedschrijving, is de boodschap dat als het volk afdwaalt – en dat doet het met koning Achab en zijn buitenlandse vrouw Izebel – als het volk het verbond vergeet, dat dan het onheil op de loer ligt. Dan is er de profeet om namens God het volk en de koning tot de orde te roepen. Je kunt niet op twee gedachten hinken. Je kunt niet God dienen en de Mammon, zal later Jezus zeggen.
Daar zit zeker iets in.
Het profetische protest, de profetische hartstocht voor de waarheid, is een serieuze zaak. Daar valt blijkbaar niet mee te spotten.
De Baälpriesters komen er niet zomaar mee weg. Wij zijn te week, te fijngevoelig geworden.
We denken dan, die mensen hebben ook een vrouw en kinderen. Moet dat echt zo? Elia had naar zijn glorievolle overwinning, met God aan zijn zijde, toch ook een goed gesprek met zijn ongelukkige collega’s kunnen voeren, misschien een omscholingscursus aan kunnen bieden, of weet ik wat.
Nee dus, het kwaad moet kennelijk radicaal worden verwijderd. Zonder pardon. Zonder vergeving.
Tja, het mag dan 100 x in de Bijbel staan, toch hoeven we dat niet kritiekloos te accepteren. Dit geweld, gepleegd in de naam van God, blijkbaar, hoewel er nergens staat dat Elia de opdracht tot de moord op de priesters in Gods naam doet, maar het feit blijft staan en van God horen we op dat kritieke moment even niets; dit geweld hoeven we niet goed te keuren.
Net zo min als ieder ander geweld, in naam van god of geloof of overtuiging of eigen gelijk.
Is dat niet de hele geschiedenis door tot op vandaag gebleken een bron van kwaad, van moord en geweld te zijn, als de één zijn gelijk ten koste van de ander door wil drukken. Als zuiverheid, zuiveren, etnisch zuiveren, de maatstaf gaat vormen; gaat het dan niet altijd al in de aanvang mis?
Nu is het opmerkelijke, dat dit soort bedenkingen, die modern lijken, al in de Bijbel zelf op worden geroepen. Tenminste, dat is wat volgens mij gebeurt als we de twee berg-verhalen vanmorgen met elkaar verbinden.
Want na het geweld op de Karmel, is er de ijle stilte van de Horeb. De tweede berg.
Het is alsof we in een fundamenteel andere sfeer verkeren.
Elia die daar staat, die al zijn zekerheid en stoerheid achter zich heeft gelaten. Elia, op de vlucht, voor het tegengeweld dat hij zelf opgeroepen heeft, die 40 dagen en nachten door de woestijn heeft gereisd naar de Horeb , ook al gegevens met een symbolische meerwaarde. Elia staat in ijle lucht van het hooggebergte, als God zich opnieuw openbaart. Maar nu geheel anders. Niet in donder en geweld, maar in het suizen van een zachte koelte, het gefluister van een zachte bries, in een rimpeling van de wind, of hoe je het ook mooi poëtisch wilt vertalen of omschrijven.
Het staat er niet met zoveel woorden bij.
Dat doet de bijbel niet. De Bijbel legt niet uit, maar laat je zelf het verband raden, vermoeden, vaak. Maar is het vergezocht om in deze openbaring op de Horeb als het ware een correctie te zien op de openbaring op de Karmel?
Elia is niet voor niets in de crisis geraakt, na wat op het eerste gezicht een glorieuze overwinning leek, maar misschien ook wel iets van een nederlaag had. De moordpartij waarmee het eindigt.
Elia is de weg kwijtgeraakt, is God kwijtgeraakt, nadat hij hem eerst met donder en geweld had afgesmeekt. Een God die zich toont in kracht en sterkte, in natuurlijk geweld.
Maar nu moet hij, Elia, zijn God als het ware terugvinden, zichzelf terugvinden. Niet in het geweld, noch van vuur, noch van storm, noch in het beven van de aarde, maar in de ijle stilte, in het stil gemoed.
Alsof God zelf met zoveel woorden zwijgt, aan het geweld, ook het geweld op de Karmel voorbijgaat, dat corrigeert, erop terugkomt.
Elia, wat doe je hier? De tweemaal gestelde vraag, met nadruk.
Elia, die zichzelf terugvindt, op zichzelf teruggeworpen wordt. De vraag naar zijn roeping, zijn weg, opnieuw gesteld. Hij krijgt in het vervolg een nieuwe opdracht, een laatste opdracht. Hij weet weer wat hem te doen staat. Een opdracht die toekomst opent, die de weg vrijmaakt voor een nieuwe generatie, terwijl Elia in zijn wanhoop dacht dat hij aan zijn einde gekomen was. Ook dat is veelzeggend.
Ten slotte,
De stilte van de bezinning opent nieuwe wegen. Onvermoed.
De tweede berg, is ook de titel van een boek van de Amerikaanse journalist David Brooks, columnist van de New York Times. Dat gaat niet over onze beide bergen, van vandaag, maar toch heeft het misschien daar wel een zeker verband mee.
In De tweede berg beschrijft Brooks een belangrijke ontwikkeling in zijn leven. Hoe hij, na een diepe crisis, een nieuw leven opbouwt in een nieuwe relatie. Hoe hij, afkomstig uit een niet religieus joods milieu, door zijn nieuwe vriendin en haar omgeving, langzaam toegroeit naar het christelijk geloof.
In zijn boek gebruikt hij het beeld van de twee bergen die je in je leven beklimt. De eerste berg is die van carrière, werk, eventueel gezin, de berg van onze successen, de berg die je beklimt om status te verwerven, een eigen plaats in de maatschappij. Iedereen doet dat uiteraard op een andere manier. Maar de eerste berg is het beeld van de levensfase waarin je eigen ik centraal staat. Ons ego en wat we ons toe-eigenen, eigen maken.
De tweede berg heeft een heel ander karakter. De tweede berg die je beklimt is niet de berg waar jouw ik centraal staat, waar het niet gaat om wat ik mij zelf allemaal eigen heb gemaakt of wat ik heb vergaard. Op de tweede berg gaat het over wie we zijn in onze relaties met anderen, gaat het over de morele verbindingen die we aangaan, over datgene waar we ons hart aan hechten.
Op deze berg gaat het niet over succes, maar om betekenis.
Het is verleidelijk om dat beeld van de tweede berg vandaag tegen de Eliaverhalen aan te leggen.
En om dan te zeggen: het gaat om het beklimmen van die tweede berg.
De berg, niet van succes, maar van betekenis.
De berg, waarin je dicht bij God bent, maar waarin het geheim dat God is, dat het leven is, wordt bewaard.
De berg, waarop je de weg vindt om vandaar te gaan, omdat je weet wat je te doen staat, wat dat ook voor jou moge zijn.
De stilte van de bezinning opent nieuwe wegen. Onvermoed.
AMEN
2 Comments
Beste Bert,
Veel dank voor je inspirerende dienst vanmorgen in mijn “geliefde” Immanuelkerk. Ik heb genoten van je overdenking over de twee bergen en met mij, zo weet ik zeker, vele gemeenteleden. Ik ga je overdenking nalezen en vrienden die niet aanwezig konden zijn, hierop attenderen.
Ook je liederenkeuze vond ik mooi; pasten goed bij je overdenking. Zeker het slotlied, wat wij niet vaak zingen, was fijn om te zingen. Tenslotte: je hebt een heldere en plezierige stem om naar te luisteren!
Leuk om bij de koffie je nog even te hebben gesproken. ik hoop dat ik je nog eens mag benaderen om te vragen of je bij ons wilt voorgaan!
Hartelijke groeten, Cor van der Klaauw
[…] Zondag ga ik (voor het eerst) voor in de Immanuëlkerk in Groningen-Zuid. Ze hebben daar een mooi zomerproject, met vieringen rond het thema De bergen in. Steeds staat een ander (berg)verhaal uit de Bijbel centraal. Als gastvoorgangers werden we gevraagd om mee te werken en onze voorkeurverhalen door te geven. Ik heb gekozen voor de twee bergen die de profeet Elia beklimt, eerst de Karmel en daarna de Horeb. Beide verhalen worden kort na elkaar verteld, in het 18e en 19e hoofdstuk van het eerste boek Koningen. De tekst van de preek vind je uiteraard op mijn site (De ijle stilte). […]