Het is al tientallen jaren geleden. Na een lange periode van drugsgebruik werd Arie-Jan Mulder “daar in één klap van bevrijd, door een eenvoudig gebed van mijn moeder”, zoals hij schrijft op pag. 91 van zijn boek. Hij komt een paar maal over zijn heftige verleden te spreken, heeft naar eigen zeggen tweemaal vlak voor de dood gestaan waarbij hij alles moest loslaten. Het zijn ervaringen die zijn leven en zijn geloof kleuren. “ … ik merkte dat dat loslaten een uiterst positieve en bevrijdende ervaring was. Terwijl ons ego levenslang roept dat loslaten eng en gevaarlijk is, is de werkelijkheid dat het loslaten van onze zekerheden juist enorm bevrijdend is” (p. 45).
Dit inzicht vormt een rode draad in de twaalf bijbelstudies, of liever tekstverkenningen, die Mulder heeft gebundeld in zijn boekje De naakte christen.
Naaktheid staat voor kwetsbaarheid. De durf om alles los te laten en je over te geven. Aan het leven, aan de werkelijkheid, aan de anderen, aan God.
Mulder ziet dit als de concretisering van Jezus’ boodschap van het Koninkrijk. Wat moet je daar nu onder verstaan? Jezus spreekt over het koninkrijk alleen maar in beelden en gelijkenissen (en dan ook nog eens via het getuigenis van de evangelisten). Die gelijkenissen werpen je vaak weer op jezelf terug. Je krijgt geen duidelijke leer opgelegd, maar handreikingen om het in je eigen leven gestalte te geven.
Volgens Mulder geldt, dat daar waar vrede heerst, in de brede, bijbelse zin van het woord sjalom, waar vertrouwen regeert en de angst is uitgebannen tussen mensen, dat je daar al iets van dat koninkrijk kunt ervaren.
Dat vraagt van de gelovige een voortdurende zelfreflectie. De wijsheid van Jezus helpt daarbij, maar dus niet door pasklare antwoorden. Ook die (schijn)zekerheden moet je durven loslaten. Jezus’ woorden en zijn daden zetten jezelf tot denken en vooral tot handelen aan.
Mulder blijft dichtbij zichzelf en vanuit die persoonlijke insteek weet hij soms een verrassend licht op bepaalde bijbelteksten te werpen. Je merkt dat hij te rade is gegaan bij andere bijbeluitleggers, zonder overigens daar naar te verwijzen, maar hij vaart daar niet blind op vaart of blijft daarin steken. Dat maakt dat zijn beschouwingen vaak verfrissend zijn en to-the-point. Zijn boekje is niet geschreven voor professionele exegeten maar voor gewone bijbellezers.
‘Goed is wat leven mogelijk maakt, kwaad wat leven onmogelijk maakt’. Een oneliner die we ook al kennen uit eerder werk van Mulder. In alle eenvoud een heldere leidraad.
‘We zijn niet geroepen om gelijk te hebben, maar om lief te hebben’, is ook zo’n voorbeeld van beknopte helderheid. Net als ‘zonde is de weigering om deel te hebben aan het lijden van de ander’. Ik noteerde ze dankbaar.
De naaktheid als verbindend thema komt een paar maal terug: in het verhaal van de leerlingen die zonder ballast (geen geldbuidel, reistas en sandalen – ‘naakt’) op weg stuurt om het koninkrijk te prediken, maar ook in het verhaal van de bezeten naakte man tussen de graven en in de gelijkenis van de van zijn kleding beroofde man die door de barmhartige Samaritaan wordt gevonden en geholpen. En natuurlijk in het verhaal van de naakte Christus aan het kruis, zijn ‘daad van ultieme liefde’ en voorbeeld van uiterste kwetsbaarheid.
Al met al, een mooi en toegankelijk geschreven boekje, met een prettig persoonlijke toon.
Arie-Jan Mulder, De naakte christen, over koninkrijk en kwetsbaarheid. De Lepelaar uitgeverij Purmerend 2024, 156 pag., €16,50
No Comments