In de economie is er het zogenaamde anticyclisch investeren.
Ik leerde die term een paar jaar geleden tijdens de economische crisis.
Anticyclisch investeren betekent dat, als de economie in een dip zit, je dan juist gaat investeren. Tegen de trend in, anticyclisch.
Dat doen overheden om de economie te stimuleren, maar ook als je ondernemer bent kan dat verstandig zijn. Het vraagt durf, want het gaat eigenlijk tegen je gevoel in. Je moet precies anders doen dan je geneigd bent. Anticyclisch investeren.
Ik moest aan dat woord denken bij het verhaal van Jeremia. Jeremia koopt een akker, in zijn geboorteplaats Anatot.
Het is om allerlei redenen een wonderlijk verhaal. De profeet Jeremia koopt een akker. Het wordt uitgebreid beschreven, we hebben zelfs nog een stuk overgeslagen anders zou het te lang worden.
Wat is de betekenis van deze aankoop, deze investering?
En waarom moeten wij dat zoveel jaren na dato weten?
Daarvoor moeten we iets weten over de achtergronden.
Akkers worden door alle eeuwen gekocht en verkocht. Eigendom gaat over in andere handen, dat is al zo oud als de mensheid. Maar dit is een bijzondere transactie, onder bijzondere omstandigheden.
Om te beginnen zit Jeremia, de profeet, op dit moment in de gevangenis van Jeruzalem. Hij wordt in verzekerde bewaring gehouden, want hij heeft het gewaagd de koning te vertellen dat de stad Jeruzalem binnenkort in de handen van de Babyloniërs zal vallen. De vijandige troepen staan al aan de poorten van de stad. Jeruzalem is in staat van beleg. De koning wil er niet aan. Jeremia met zijn onheilspraatjes kan hij er niet bij gebruiken, daarom stopt hij hem in het gevang. Kritische stemmen die monddood worden gemaakt, ook van alle tijden.
Maar, en dat is het tweede opmerkelijke. Als Jeremia weet dat de stad binnenkort zal vallen, dat het volk in ballingschap zal worden weggevoerd – wat ook allemaal is gebeurd – als hij dat weet, waarom dan nog een akker kopen? In deze omstandigheden, dat is toch waanzin? Je hebt nu toch wel wat anders aan je hoofd, dan je hoofd breken over de aankoop van een akker?
Het andere opmerkelijke is, dat het hier om een transactie gaat in de familiesfeer. De verkoper is een neef van Jeremia, Chanamel. Hij wil van de akker af, en volgens het oude recht van Israël, heeft Jeremia daar een bepaald recht op, om de akker te lossen, zoals dat heet. Dat is een recht, maar ook een zekere plicht.
Waarschijnlijk weet Chanamel dat allemaal perfect. Hij is best wel een beetje leep.
Je kunt je voorstellen dat hij handig gebruik wil maken van de onzekere omstandigheden. Hij probeert net op tijd zijn akker te slijten, aan zijn neef. Chanamel weet goed wat er te wachten staat. Hij leest ook de krant. Binnenkort is de koning van Babel aan de macht, worden de mensen gedeporteerd. Weg akker, weg boerderij; dan heb je meer aan contant geld dan aan bezit waar je niet meer bij kunt.
Zo zou hij hebben kunnen redeneren.
In ieder geval, hij gaat naar de gevangenis om deze koop aan zijn oom voor te stellen.
En het volgende opmerkelijke is dan, dat Jeremia instemt met de koop.
Hij begrijpt dit wonderlijke verzoek als een opdracht van de Heer.
En dan wordt het opeens een serieuze zaak.
Er wordt een notaris opgetrommeld. Blijkbaar kan dat allemaal terwijl je in de gevangenis zit. Uitgebreid wordt een contract opgesteld, in tweevoud. De prijs wordt bepaald en ter plekke betaald. We krijgen het allemaal te horen.
Ik weet niet of u zelf wel eens bij een notaris bent geweest, als je een huis koopt, of een testament op laat maken, of als de statuten van de vereniging moeten worden aangepast. De notaris vraagt dan, zal ik de hele akte voorlezen, of alleen de samenvatting. Doe maar de samenvatting… we geloven het wel. Maar hier wordt als het ware de hele akte, de bepalingen en de voorwaarden, opgesomd. En Jeremia geeft aan zijn secretaris Baruch de opdracht om het contract zorgvuldig in een kruik op te bergen, om het zo voor lange tijd in goede staat te houden. De koop wordt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gesloten.
Waarom is dat allemaal zo belangrijk?
Omdat deze verkoop een teken wordt, een symbolische handeling, met een betekenis die boven zichzelf uitwijst.
Luister maar, “dit zegt de Heer van de hemelse machten, de God van Israël: Eens zullen in dit land opnieuw akkers, huizen en wijngaarden worden verkocht”.
Met andere woorden, deze hele uitgebreid vertelde verkoop en aankoop van de akker, wordt een teken van hoop. Het is een anticyclische investering, want het gaat dwars tegen het gevoel en de situatie van dat moment in. Midden in de dreiging, midden in de ellende, in het zwartste scenario voor volk en stad, wordt een teken gesteld dat verwijst naar een andere toekomst. Ooit komt er een einde aan de nacht. Eens zullen wij terugkeren uit onze ballingschap. Er komen tijden, dat dit land dat op het punt staat veroverd en vernield te worden, weer bevolkt zal worden, dat er akkers, huizen en wijngaarden worden verkocht. Dit land, waarvan jullie zeggen dat het ‘een woestenij is, zonder mens of dier’, land in handen van de Chaldeeën (= Babyloniërs), in dit land zullen weer akkers worden gekocht (vs. 43).
Jeremia doet iets, wat waanzin lijkt, en het misschien ook wel is, maar dat tegelijk een teken wordt dat spreekt. Het einde is nabij, maar Jeremia weet dat God niet zal laten varen wat zijn hand begon.
“Ik zal hun doen terugkeren naar deze stad en hen er veilig laten wonen’.
Dat is even zeker, als dit koopcontract verzegeld en bevestigd en zorgvuldig gedocumenteerd is.
Het blijft een wonderlijk verhaal.
Maar ik denk dat er een boodschap in doorklinkt, die ons vandaag ook kan aanspreken. Dat heeft precies met dat woord te maken waarmee we begonnen, anticyclisch investeren.
Of, tegen de keer in.
Anders denken, of andersom denken.
Het is vaker zo dat de Bijbel en het geloof je daartoe uitnodigt.
Niet zien naar wat voor ogen is, maar anders kijken, dieper zien, verder reiken.
Als je om je heen kijkt, in de wereld van vandaag, dan doemen er ook allerlei donkere scenario’s op. Jeruzalem ligt onder beleg in Jeremia’s tijd, en wij worden van allerlei kanten belegerd door verschillende crises en onzekerheden, dreigingen en gevaren.
Er zijn veel mensen die zich zorgen maken.
Je zou er soms moedeloos van worden.
En dan leven wij nog in een deel van de wereld en in omstandigheden die vele malen beter zijn dan voor degenen die werkelijk in de vuurlinie staan. De mensen in oorlogsgebieden, de onbeschrijfelijke puinhoop, menselijk, moreel, in Gaza. Of, ander voorbeeld, de mensen in landen die direct worden geconfronteerd met de gevolgen van een veranderend klimaat.
Maar ook dichter bij, in je eigen kleine leven, of in de situatie van onze eigen kerkelijke gemeenschappen, het is neergang en achteruitgang en dat lijkt allemaal onvermijdelijk te zijn en wie kan daar wat aan veranderen?
Anticyclisch handelen is niet de dwaasheid laten regeren, het is ook niet de kop in het zand en blind zijn voor de situatie, maar het is wel je daar niet blind op staren, het is, tegen de trend in en tegen je gevoel in, oog houden voor mogelijkheden die zich nu nog buiten je blikveld bevinden.
Het is, om een voorbeeld te geven uit de kerk, in tijden van neergang en kerkverlaten, als kerk investeren in pioniersplekken. Niet omdat die succes garanderen, of om het algemene tij te keren, maar wel als voorbeelden van vitaliteit en durf, durf ook om te falen.
Als je blijft doen wat je deed, dan krijg je wat je kreeg – u hebt dat vast vaker gehoord.
Dus is het zaak om soms iets heel anders te doen, of te proberen. Tegen de trend in. Anticyclisch. Dat kan ook in je eigen situatie gelden.
Jezus spreekt in het evangelie van de graankorrel. Een bekend beeld.
Het kan misschien juist nu, in de afgelopen week was het biddag, aan het begin van een nieuw groeiseizoen, aanspreken. We gooien het graan in de aarde, en we vertrouwen er iedere keer maar weer op dat het daar, in de verborgenheid, zijn werk doet. Afsterven, opnieuw opbloeien, opkomen en vermenigvuldigen en vrucht geven. Zo gaat het ieder jaar. Maar het blijft een wonder, geen vanzelfsprekendheid. Dat weet iedere boer, die weet wat er gedaan moet worden om dat allemaal mogelijk te maken.
Eigenlijk is zaaien ook een vorm van anticyclisch investeren, want je hebt geen garantie vooraf. Je zaait in goed vertrouwen. Je gooit het weg, en je moet maar afwachten of en hoe je het terugkrijgt. Zaaien is een vorm van uit handen geven. En dat is misschien het hele leven wel.
Pas als je dat durft, als je durft los te laten, kan er iets nieuws gebeuren.
Ik zou tenslotte, deze kerngedachte ook nog willen verbinden aan het verhaal dat we in deze weken overdenken, het verhaal van Jezus’ leven en lijden.
Hij spreekt over de graankorrel, als hij met zijn leerlingen spreekt over zijn aanstaande lijden, over zijn eigen dood.
En in dat verband spreekt Jezus dat wonderlijke woord: ‘Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven’.
Het eeuwige leven, is niet alleen het leven voorbij dit leven, maar het is het echte leven in dit leven, dat je ervaren kunt, waar je naar reiken kunt, als je niet verkrampt in angst of verlamd laat maken door de omstandigheden.
Is dat hele paasverhaal, ook niet een vorm van anticyclisch denken en doen?
In het gezicht van de dood, in de schaduw van het kruis, in het midden van het lijden, vasthouden aan, je richten op het leven voorbij de dood, voorbij aan onze mogelijkheden en onmogelijkheden. Omdat God daar zelf de garant voor is.
Hij laat immers niet varen, het werk van zijn hand?!
Er zullen weer akkers, huizen en wijngaarden worden verkocht.
Dit land, deze aarde, is gegeven om tot bloei te komen.
‘de wereld hemelsbreed, zal goede aarde zijn’ (uit Lied 650).
No Comments