Overdenking

Als je denkt dat het afgelopen is, Joh. 2, 1-11

In de Bijbel staan vier evangeliën, ik vertel u niets nieuws. Vier boeken waarin de verhalen van Jezus staan opgetekend, zijn wonderen, zijn gelijkenissen, zijn wijze spreuken en natuurlijk, zijn lijden en sterven.
Maar daarnaast zijn er veel verhalen van Jezus die niet in de Bijbel zijn terecht gekomen. De kerk heeft ooit bepaald welke boeken wel en welke niet bij de canon horen, zoals we dat noemen. Verhalen die al te wonderlijk klinken, zijn er niet in gekomen. Zo is er een verhaal over de jonge Jezus die al over bijzondere gaven beschikt. Met zijn speelkameraadjes maakt hij kleine vogeltjes van klei en als hij dan in zijn handen klapt, vliegen ze spontaan op. Kijk, dat vond men ook toen al wat al te wonderlijk…

Maar hoe zit het dan met het verhaal dat we vandaag hebben gehoord. We kennen het allemaal, omdat het wél in de Bijbel is terecht gekomen. Maar is dat niet even wonderlijk, water in wijn veranderen? Dat heeft toch iets weg van een tovertruc. Moet je dat dan wel geloven? Ik ben wel eens op een feestje en dan gebeurt het wel eens dat iemand grappig wil zijn: kun jij niet even water in wijn veranderen. Jij gelooft dat toch, dat staat toch in die bijbel van jullie?

Tja. Uw humor is vast van betere kwaliteit. Maar we kunnen er toch wat verlegen mee zijn.

Iemand noemde het wonder van Kana het meest overbodige van alle wonderen die Jezus heeft gedaan. Kijk, als iemand genezen wordt die blind is, of niet meer kan lopen, dan begrijp je meteen dat dat een wereld van verschil is voor de betrokkene. Mensen die worden genezen van hun ziekte, hongerige mensen die worden voorzien van brood in overvloed, daar zijn mensen echt mee geholpen. Maar water in wijn veranderen op een bruiloft waar al flink gefeest en gedronken is? Is dat nou zo nodig? Dry January? Waarom doet Jezus dat? En waarom is dat dan zo belangrijk, dat het niet alleen in de Bijbel is terecht gekomen, maar dat wij daar zoveel jaar na dato nog aandacht aan zouden moeten geven.

Want dat is ook iets opmerkelijks. Ieder jaar komt op deze zondag dit verhaal weer terug. Ik noemde al die vier evangeliën en als u vaker in de kerk komt, dan weet u dat ieder jaar verhalen van Jezus uit één van de evangeliën centraal staan. Dit jaar is het Matteüs-jaar, dan weer Marcus, dan Lucas en verhalen uit Johannes, zoals dit verhaal, worden verspreid door het jaar gelezen. Dat zorgt voor een zekere afwisseling, maar het verhaal van Kana is elk jaar aan de beurt. In de liturgie is het zelfs een eigen zondag, Kana-zondag.

Kennelijk is het een belangrijk verhaal. Dat zie je ook in de tekst. Aan het einde staat dat dit het eerste teken is dat Jezus heeft gedaan. Het staat er met nadruk. “Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem” (vers 11). OK, maar dan nog de vraag, waarom dit teken als eerste – water en wijn – wat is het belang daarvan. En wat betekent het dat de leerlingen in Hem gaan geloven? Is dat omdat hij bijzondere trucjes beheerst? Even klappen in de handen en voilá, water is wijn geworden…?

We begrijpen allemaal wel dat het niet zo plat is. Ons geloof is geen ordinair wondergeloof. Er is meer aan de hand.
Er staat niet voor niets dat Jezus dit als eerste TEKEN doet. Wonderen zijn tekenen, ze betekenen iets. Dat geldt bij uitstek voor het wonderteken van Kana. Een verhaal vol symboliek, dat geldt voor de bruiloft (symbool van het verbond), voor de wijn, teken van vreugde, voor de getallen, de derde dag, de zes stenen watervaten – ik zal u de uitleg daarvan besparen, en het eerste teken. Dat laatste betekent zoveel als: hier wordt de toon gezet. Daarom is dit zo’n belangrijk, typerend verhaal. Het wonder van Kana is als het ware een spiegel waarin het hele evangelie, de goede boodschap die er van Jezus uitgaat, is samengebald.

Als je denkt dat het is afgelopen, begint het pas.
Zo zou je dat in één zin kunnen samenvatten.
Ik kwam die zin laatst tegen en dat trof me in alle eenvoud en beknoptheid.
Als je denkt dat het is afgelopen, begint het pas.
Dat is de kern van het goede nieuws van Jezus. Het is de samenvatting van zijn leven. Het is de boodschap van Pasen, van het leven voorbij de dood. Als je denkt dat het met hem afgelopen is, begint het pas. Je zou er het hele geloof mee kunnen samenvatten.

Het geldt voor die bruiloft ooit toen in Kana. Toen men dacht dat het afgelopen was, de wijn op, de stemming eruit, de vreugde verstomd, toen was er dat wonder als een teken dat waar Jezus is, het feest doorgaat, het feest van het leven en het samenleven – de bruiloft – niet in het water mag vallen maar in de wijn terecht moet komen. De wijn die in de Bijbel altijd het teken van de vreugde en van de overvloed is. Wijn als zegendrank. Wijn ook als drank die naar de toekomst wijst.

Moet je het dan allemaal symbolisch zien? Misschien vraagt u zich dat nu af.
Ik zou zeggen, meer dan dat.
Je moet natuurlijk niets, maar de verhalen van de Bijbel spreken aan als je ze zo concreet mogelijk leest. Dan gaat het niet meer over iets van lang geleden, maar dan licht er iets op dat ook in jouw leven en in onze werkelijkheid kan gaan spreken.

Het bijzondere van dit verhaal en van alle andere verhalen, is dat ze gaan over de gewone dingen van het leven. Niet over kleipoppetje die tot leven worden gebracht, over buitenissige dingen en mysterieuze zaken. Nee, het gaat over twee mensen die trouwen, een boerenbruiloft, een feest van mensen. Het gaat over het gewone leven.

Het gaat over doodgewone dingen, een bruiloft ergens op het platteland, een gesprek in de nacht, een ontmoeting bij een waterput, een gesprek bij een geneeskrachtige bron, en ga zo maar door, ik beperk me tot de verhalen uit dit evangelie.

Al die ontmoetingen en gesprekken krijgen in dit evangelie een bijzondere glans over zich, omdat zich daarin telkens Christus’ grootheid openbaart. Hij is gekomen om het leven van God gegeven te vervolmaken. Het gaat steeds om situaties en mensen die op een bepaalde manier vastgelopen zijn. Waar Jezus komt, brengt hij er beweging in. Als je denkt dat het afgelopen is, vastgelopen, begint het pas. Wordt er een opening gecreëerd, nieuwe mogelijkheden, nieuwe perspectieven. En dat gebeurt steeds in het gewone alledaagse. Dat is van belang.

Waar we vanmorgen de vinger bij leggen is hoe hier en in het evangelie het gewone leven van mensen door de komst van Jezus in een goddelijk licht komt te liggen. En dat mag je dan ook op je zelf en ons eigen leven betrekken. Daar is dit teken principieel genoeg in.

Waar Jezus komt, wordt onze dagelijkse werkelijkheid aangeraakt. Zijn adem gaat er over. Zijn licht gaat erover schijnen. De dingen zijn niet meer wat ze lijken. Er is altijd meer mogelijk dan je dacht, dan je denkt. Het gewone wordt bijzonder.

Dat is het evangelie van Kana, van de wijn die niet opraakt. Het eerste teken, als een beginsel.

Dus ook als dat in je eigen leven geldt: dat je denkt, ik ben aan het einde van mijn latijn, ik sta tegen de muur, je gelooft er niet meer in, dat het anders kan of dat het ooit wat wordt.

Het geldt ook in de grote wereld. Als je wel eens moedeloos wordt van al die berichten van onheil en oorlog en zorgen en toestanden. We zijn nog maar twee weken onderweg in het nieuwe jaar, met al die goede wensen en voornemens, weet je nog, maar het is alweer het zelfde liedje. Als je denkt dat het een aflopende zaak is, het wordt nooit wat, dan is daar dit verhaal, deze boodschap, dan begint het pas…

Nou is het niet zo moeilijk om daar ook weer vraagtekens bij te zetten. Dominee kan het mooi zeggen, maar soms is het toch ook echt zo, dat het einde oefening is, dat het ophoudt, dat er geen genezing mogelijk is, of dat de dood scheiding brengt.

Zeker. Geloven is niet de werkelijkheid ontkennen. Het is wel, de werkelijkheid bezien met de ogen van het geloof. Dan is er altijd meer mogelijk dan je dacht.
Zelfs waar wij geen mogelijkheden meer zien, ziet God kansen. Dat is het evangelie van Jezus, van Pasen.

En dat geldt niet alleen aan de uiterste randen, maar in het gewone leven en in de dagelijkse gang der dingen. Daartoe wil dit mooie verhaal uit Kana ons uitnodigen, om dat te gaan zien, om dat te geloven. En dat begint in het gewone leven.
Zoals er staat van de leerlingen, dat ze in Hem gaan geloven. Omdat ze het op een of andere manier herkennen, omdat ze zich mee laten nemen door Zijn geloof. Het geloof van Jezus, dat het feest niet mag ophouden, dat het leven het moet winnen van de dood, dat deze wereld anders kan, en mensen voor iets beters zijn bestemd.

Het geloof gaat over gewone dingen, over het leven zoals het is, maar het ziet daarin altijd meer, dan je voor mogelijk had gehouden.
Als je denkt dat het afgelopen is, begint het pas.

Geloven is: niet blijven spartelen in water, maar zwemmen in wijn.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply