Ik ben de oudste zoon.
Er komen nog drie jongens na mij, we zijn met zijn vieren.
Ik weet uiteraard niet hoe uw gezinssamenstelling is. Het gezin waarin je zelf geboren bent en eventueel het gezin wat je samen hebt. Maar we weten allemaal dat het nogal een verschil kan uitmaken. En hoe bepalend gezinsconstructies kunnen zijn. Sommige mensen worstelen een heel leven lang met de gevolgen daarvan.
In het verhaal van deze zondag, de overbekende gelijkenis van de verloren zoon, is er ook een oudste zoon. Maar die staat op de achtergrond (letterlijk op het schilderij van Jannes de Vries). Het gaat allemaal om de jongste zoon, natuurlijk.
In het verhaal van Jezus wordt al duidelijk dat dit van alles oproept bij de oudste zoon. Over gespannen gezinsverhoudingen gesproken…
En er is natuurlijk de vader. Misschien wel de echte hoofdpersoon in de gelijkenis.
We zijn gewend om over de gelijkenis te spreken als die van de verloren zoon, maar misschien is het wel beter om het de titel van de liefdevolle vader te geven, of zoiets.
Maar, als we het hebben over gezinsconstructies. Hoe komt het dat we nergens horen over een moeder?
Een paar jaar geleden preekte ik ook over dit verhaal. Zoals u weet staan mijn preken op Internet. Dus kort daarna kreeg ik een brief als reactie. Van de vereniging van vrouwelijke voorgangers. Ik heb hem even meegenomen:
Waarde collega, beste Bert,
We lazen jouw preek over de gelijkenis van de verloren zoon. Je benoemt dat dit een van de mooiste gelijkenissen van Jezus is. En verder zeg je dat deze gelijkenis typerend is voor het evangelie van Lucas, ja, dat het misschien wel de centrale boodschap daarvan is. Vergeving voor wie is afgedwaald.
Nou, dat klinkt allemaal geweldig, maar wij willen daar toch wat kanttekeningen bij plaatsen. Want waar blijven de vrouwen in dit verhaal?
Een vader had twee zonen…. Ja, dat zal. Maar die waren er niet geweest zonder vrouw als moeder. En in dit verhaal doet zij helemaal niet mee. Hoezo, typerend voor het evangelie en hoezo, kernboodschap, als vrouwen daarin vakkundig zijn weggewerkt?
Hoe denk je dat die moeder het zou hebben gevonden, dat haar jongste kind zomaar de wijde wereld in trekt? Daar horen we niets over. Is het alleen de vader die op de drempel van het huis uitziet naar de terugkeer van zijn kind.
Kom op, je weet wel beter. Het is een schandaal dat vrouwen worden weggepoetst uit veel bijbelverhalen. Het mag dan een mooie gelijkenis zijn, het voert te ver om dit tot model van het evangelie te maken. Daarvoor gaat dit verhaal teveel mank.
Misschien zou je, als je er weer eens over gaat preken, dat ook kunnen benoemen.
Met vriendelijke groeten, je vrouwelijke collega’s.
Kijk, daar kun je het eigenlijk alleen maar mee eens zijn.
Zo zie je hoe belangrijk feedback is, positieve kritiek, want dat verruimt je blik.
Wat zou moeder ervan hebben gevonden?
We weten het niet, en je kunt er naar raden, en dat is misschien ook wel hoe zo’n overbekend bijbelverhaal toch weer wat nieuws op kan roepen.
Maar ik wil nog wat meer vertellen, over dit verhaal en over de andere verhalen die Jezus hier ook vertelt, die we nu niet gehoord hebben, maar die allemaal gaan over iets wat verloren is geraakt en weer teruggevonden wordt. Een schaap dat is afgedwaald en door de herder wordt gevonden. Hij heeft de 99 andere schapen even alleen gelaten. En over de vrouw die haar hele huis op de kop zet, omdat ze een muntje is kwijtgeraakt. Als ze het teruggevonden heeft, trakteert ze de hele straat op koffie met gebak. Er zit in al die verhalen iets overdrevens, iets uitbundigs. Waarom is dat?
Voor het antwoord moet je bij het begin van het hoofdstuk zijn. Ik zal het u voorlezen:
“Alle tollenaars en zondaars kwamen Hem opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis” (15: 1-2). En dan volgen er drie, die dus eigenlijk één geheel vormen.
Het lijkt een soort algemene opmerking te zijn, enkele inleidende zinnen. Maar hier ligt de sleutel om deze gelijkenissen te begrijpen.
Jezus vertelt deze gelijkenissen als reactie op de farizeeën en de schriftgeleerden, die klagen dat Jezus omgaat met het uitschot, met de tollenaars en de zondaars. Daar vinden ze wat van. Dat kan toch niet. Hij ontvangt zondaars en, nog erger, eet met hen, te zot voor woorden.
Het is niet zozeer dat hun burgerfatsoen is gekwetst. Jezus zet met zijn open avondmaal praktijk de religieuze orde op zijn kop. Jezus ontvangt zondaars. Hij gaat samen met hen aan tafel. Dat betekent dat hij hun fouten vergeeft, dat ook, maar daarbij dat hij hen aanvaardt en aanneemt als volwaardige leden in de gemeenschap. De bestaande tweedeling, tussen zondaars en rechtvaardigen, waar de farizeeën over waken en op bedacht zijn, wordt door Jezus doorbroken.
Als ze daar kritiek op hebben, antwoordt Jezus met zijn gelijkenissen. Indirect maar wel effectief. Want in deze gelijkenissen gaat het steeds om het zoeken van het verlorene. En als het verloren schaap is teruggevonden, zegt Jezus: “…zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben” (vers 7).
Het wordt herhaald bij de verloren muntje en het is geïmpliceerd bij de verloren zoon. Als de oudste zoon loopt te mokken – hij vindt er ook wat van – zegt de vader: “We kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen; hij was verloren en is teruggevonden” (vers 32).
Waar de farizeeën en de schriftgeleerden de tweedeling van hun maatschappelijke en religieuze ordening het liefst in stand willen houden, gescheiden werelden, zondaars en rechtvaardigen, doorbreekt Jezus dit scheidingsdenken. Hij is gekomen om te redden, te zoeken, te verzoenen, alles wat gescheiden is.
Volgens mij ligt een belangrijke boodschap in deze verhalen in het gegeven dat Jezus Gods verzoenende en verzamelende liefde vertegenwoordigt. Dat is geen klamme deken die alle zonden en fouten en het kwaad met de mantel der liefde bedekt. Juist door mensen niet af te schrijven, maar er bij te halen, bewerkt hij de verandering die nodig is. Mensen worden andere mensen, als ze worden gezien en erkend en op waarde geschat.
Jezus doorbreekt de grenzen die mensen van elkaar gescheiden houden, die wij vaak optrekken, om ons zelf als een ondoordringbare muur. Zie wat die oudste zoon doet. Hij sluit zichzelf buiten door zich niet over te kunnen geven aan de vreugde om de herstelde gemeenschap. Zijn vader wil hem er ook bij hebben. Maar hij, de oudste, kon dat niet. Wat zonde.
Jezus’ gelijkenissen zijn daarom een aansporing om bij jezelf na te gaan, waar wij anderen uitsluiten, afhouden, wegzetten, over het hoofd zien. Met het oog op de farizeeën en schriftgeleerden die zo doen, vertelt hij immers deze gelijkenissen.
En dan juist vandaag, op de zondag halverwege de Veertigdagentijd, waarop de maaltijd wordt gevierd, juist dan is het goed te bedenken dat de aanleiding voor deze gelijkenis precies bij de maaltijd van de Heer aan de orde is: Jezus houdt open maaltijd. Jezus trekt geen scheidingslijn. Hij ontvangt zondaars. Hij gaat samen met hen aan tafel. Dat betekent dat hij hun fouten vergeeft en hen aanvaardt en aanneemt als volwaardige leden in de gemeenschap.
Dat gaat over mij. Ook ik mag bij hem aan tafel. Ook ik, als zondaar, word aangenomen en uitgenodigd.
De jongste zoon was verloren geraakt, niet zozeer omdat hij het ouderlijk huis had verlaten. Dat is alleen maar gezond, op zijn tijd. Maar hij is verloren geraakt, omdat hij daar in het buitenland, op een gegeven moment verstoken was van elk menselijk contact. Toen hij geen geld meer had om liefde te kopen, was het daarmee gedaan. En hielden de varkens hem gezelschap en omgekeerd.
Hij kwam tot zichzelf, staat er dan.
Een zin met een diepe lading.
Hij dacht aan zijn familie, zijn thuis, het gezin, de onvoorwaardelijke liefde van zijn ouders. Wat is het een groot goed als je daar op terug kunt vallen. Onvoorwaardelijke liefde.
Hij dacht bij zichzelf: Ach, was ik maar bij moeder thuisgebleven…
En toen keerde hij terug. In de schoot van ontferming, bij moeder thuis.
Zo is onze God, bij haar komen wij allemaal eindelijk thuis.
No Comments