Blog

abraham

Zoals u van predikanten mag verwachten, zijn wij al druk bezig om de activiteiten voor het komende winterseizoen voor te bereiden. Zo hebben we het plan opgevat om in het najaar enkele avonden te besteden aan de figuur van Abraham. In deze periode lezen we (volgens het rooster) verhalen uit Genesis over deze aartsvader.

Abraham is het voorbeeld voor alle gelovigen, in de drie religies jodendom, christendom en Islam. In de kinderbijbel Woord voor Woord wordt een oude joodse vertelling weergegeven: Abraham zat op te passen in de winkel van zijn vader. Je kon er allemaal beeldjes kopen van de God van die buurt daar. De mensen konden het thuis neerzetten. Ze dachten: als we maar aardig doen tegen zo’n beeldje, dan zal onze God wel aardig voor ons wezen. Dat hadden ze al jaren zo gedaan. Dat gaf al die tijd een veilig gevoel. Maar Abraham was een vreemde jongen. Eigenlijk geloofde hij er niet in, in al die beelden. Hij dacht: eigenlijk geloof ik helemaal niets. Toen kwam er een vrouwtje binnen met een taart.’Die heb ik zelf gemaakt’, zei ze. ‘Geef hem maar aan het beste godenbeeld dat je in de zaak hebt.’ Toen ze weg was, werd Abraham kwaad. Hij had er geen zin meer in om zijn hele leven in deze winkel te zijn. Hij sloeg alle beelden in elkaar. Met een grote stok. Eén beeld liet hij heel. Zo zat hij tussen de scherven toen zijn vader terugkwam. ‘Wat is hier aan de hand, wat is er gebeurd?’ riep die. ‘Tja’, zei Abraham. ‘Een dame bracht een taart voor de godenbeelden hier. En toen kregen ze me toch slaande ruzie. Ze hebben mekaar allemaal in elkaar geslagen. Alleen die ene bleef over.’ ‘Kom nou’, riep vader. ‘Godenbeelden kunnen toch niets.’ ‘Zie je wel’, zei Abraham, ‘Je gelooft er zelf ook niets van. Nou, ik doe er niet meer aan mee.’

Abraham is het voorbeeld voor alle gelovigen, in de drie religies jodendom, christendom en Islam.

Nu is het zo dat de tekst van a.s. zondag ook al over Abraham gaat. Ik volg de alternatieve lezingen uit de brief van Paulus aan de Romeinen en in het vierde hoofdstuk voert Paulus Abraham als voorbeeld op. De argumentatie bij Paulus is altijd wat lastig te volgen, maar dat is een zoektocht voor de rest van de week.
In het Paulusboek van de filosoof Alain Badiou, waar ik in deze weken graag uit put, vond ik alvast de volgende interessante passage:
“Paulus loopt niet hoog op met Mozes, man van de letter en de wet. Hij identificeert zich liever met Abraham (…) Abraham is beslissend voor Paulus, vooreerst omdat hij alleen om zijn geloof door God werd uitverkoren, nog voor de wet, vervolgens omdat de belofte waarmee de uitverkiezing gepaard gaat ‘alle volken’ betreft en niet alleen de joodse afkomt. Abraham loopt dus vooruit op wat we een universalisme (…) zouden kunnen noemen of, anders gezegd, hij anticipeert op Paulus” (pp. 176-177).

In de kinderbijbel Woord voor Woord wordt een oude joodse vertelling weergegeven:
Abraham zat op te passen in de winkel van zijn vader. Je kon er allemaal beeldjes kopen van de God van die buurt daar. De mensen konden het thuis neerzetten. Ze dachten: als we maar aardig doen tegen zo’n beeldje, dan zal onze God wel aardig voor ons wezen. Dat hadden ze al jaren zo gedaan. Dat gaf al die tijd een veilig gevoel. Maar Abraham was een vreemde jongen. Eigenlijk geloofde hij er niet in, in al die beelden. Hij dacht: eigenlijk geloof ik helemaal niets. Toen kwam er een vrouw binnen met een taart.’Die heb ik zelf gemaakt’, zei ze. ‘Geef hem maar aan het beste godenbeeld dat je in de zaak hebt.’ Toen ze weg was, werd Abraham kwaad. Hij had er geen zin meer in om zijn hele leven in deze winkel te zijn. Hij sloeg alle beelden in elkaar. Met een grote stok. Eén beeld liet hij heel. Zo zat hij tussen de scherven toen zijn vader terugkwam. ‘Wat is hier aan de hand, wat is er gebeurd?’ riep die. ‘Tja’, zei Abraham. ‘Een dame bracht een taart voor de godenbeelden hier. En toen kregen ze me toch slaande ruzie. Ze hebben mekaar allemaal in elkaar geslagen. Alleen die ene bleef over.’ ‘Kom nou’, riep vader. ‘Godenbeelden kunnen toch niets.’ ‘Zie je wel’, zei Abraham, ‘Je gelooft er zelf ook niets van. Nou, ik doe er niet meer aan mee.’

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply