Boeken

Werner Pieterse, Waar ik je zoek

Als predikant is Werner Pieterse uiteraard goed bekend met de Bijbelse verhalen. Het hoort tot de core-business van predikanten om duidelijk te maken waarom ze vandaag de dag nog relevant zijn.

In Waar ik je zoek heeft Pieterse, stadsdominee van Amstelveen, zich ten doel gesteld de “belangrijkste Bijbelse verhalen en de hoofdlijnen van het Bijbels narratief” opnieuw te vertellen. Dat staat te lezen in het Nawoord. Het is raadzaam om de lezing van het boek daar te beginnen, want pas daar wordt duidelijk hoe dit boekje in elkaar steekt.
Het gaat dus allereerst om het navertellen van een aantal belangrijke Bijbelse sleutelverhalen. Dat gebeurt door de letterlijke tekst weer te geven, waarbij in de regel de klassieke Statenvertaling wordt gevolgd. Soms worden grotere verhaaleenheden aan elkaar verbonden door tussenliggende gedeelten in parafrase samen te vatten.
Naast de Bijbeltekst vinden we een aantal teksten van Pieterse die bedoeld zijn als commentaar bij het verhaal. Hij maakt daarbij veelvuldig gebruik van andere commentatoren, theologen van christelijke en Joodse huize.
Ten slotte zijn er diverse afbeeldingen opgenomen (“voor de beelddenkers onder ons” – p. 171) van hedendaagse kunstwerken, die ook weer van commentaar zijn voorzien.
De verschillende ‘lagen’ worden in afwijkend lettertype weergegeven, het commentaar bovendien in een andere kleur.

Zo ontstaat er per hoofdstuk een weefsel van teksten en beelden, met soms ook nog verwijzingen naar liedteksten, die je dan zelf op mag zoeken. Achterin het boek staat vermeld uit welke bronnen Pieterse heeft geput, al vraagt het wat gepuzzel om de precieze bron bij het juiste citaat te vinden.

Het wordt niet duidelijk wat de achterliggende motivatie is om deze verhalen op deze manier te presenteren. Pieterse maakt er gewag van dat hij die teksten woord voor woord heeft weergegeven die “een soort noodzakelijk minimum” (p. 171) vormen, maar voor wie of wat die noodzaak geldt, blijft in het ongewisse.
Zijn commentaar bij de tekst is vooral associatief, zoals hij zelf in het nawoord verklaart. Het valt niet altijd mee de auteur bij zijn associaties te volgen. Daar helpt de wat hoekige stijl van de schrijver ook niet echt bij. Je krijgt het idee dat deze hervertelling alleen door goed ingewijden op waarde geschat kan worden. Pieterse doet niet erg zijn best om de verhalen in hun vreemdheid toegankelijk te maken voor een breder publiek dat nauwelijks kennis van de Bijbel heeft, laat staan van het ‘Bijbels narratief’ (lelijk jargon, overigens). Er wordt niet veel uitgelegd, des te meer gesuggereerd. Waarbij het allemaal nogal zwaar en stellig is.

Een willekeurig voorbeeld, uit het commentaar bij het verhaal over de inname van het beloofde land onder leiding van Jozua, waarbij er nogal wat geweld wordt gebruikt: “(…) het verhaal van God en geweld laat zich niet wegmasseren. We zijn er allemaal deel van. Onze ‘God, ons Opperwezen, ons Idee, onze Waarheid, ons Ideaal’.  Niemand staat hierbuiten. Wie zijn eigenlijk de anderen? Wij zitten in de steden en sluiten de poorten voor het volk uit de woestijn, bouwen de muren om de getto’s, de heken aan de grens. Onze burchten zijn onneembaar, ons systeem niet te kraken, onze vesting niet te nemen. Het systeem vreet alles op: fascinerend die archaïsche danspassen rond de stad! (verwijzing naar de zevenvoudige omgang rond Jericho, BA) Hoe mooi kunnen ze zingen! Hoe graag laten wij wat zwarten trommelen bij het banket” (p. 110).

Opmerkelijk hoe het geweld in het verhaal zich spiegelt in dit verbale geweld.

Pieterse heeft een brede kennis van de Bijbel maar ook van hedendaagse cultuuruitingen die een eigen licht kunnen werpen op de eeuwenoude verhalen.
Hij had dat wat mij betreft wel met wat meer begeleidende verklaring mogen doen en met iets meer lucht en luchtigheid.

Werner Pieterse, Waar ik je zoek. Verhalen van zwervers, koningen, moeder en kind, Kok Utrecht 2018, 188 pag., isbn 9789043529624, € 19,99

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply