Artikelen

Waar twee of drie… overweging bij het start van het winterseizoen

Overal loopt de kerkelijke betrokkenheid terug. Het wordt zichtbaar in verminderd kerkbezoek en in de krimp van kerkelijke gemeenten. Op sommige plaatsen wordt het moeilijk een volwaardige kerkelijke organisatie in stand te houden. Deze situatie is niet van vandaag of gisteren, maar al enkele decennia aan de gang. Ze is ook niet zomaar te stoppen, want de ontkerkelijking is deel van een grotere sociaal-culturele en maatschappelijke ontwikkeling in onze Westerse wereld.

geschreven voor het gezamenlijk kerkblad Drenthe – Overijssel (augustus 2014)

Tegenover die ontwikkeling is gelukkig het een en ander in te brengen. Nog steeds zijn talloze mensen actief in en vanuit de kerk. Alle kerkleden samen vormen één van de grootste maatschappelijke organisaties. De betekenis van dit kerkelijk werk is voor veel mensen, niet alleen leden maar ook anderen, van belang. Een paar jaar geleden is deze maatschappelijke waarde van de kerk becijferd en kwam men op enkele miljoenen uit.
De moeilijkheid bij dit soort tegenredeneringen is, is dat ze eigenlijk gevangen blijven in het zelfde patroon als dat ze bestrijden. Want wat als de terugloop nog verder doorzet? Wat als de maatschappelijke koerswaarde opeens met een aantal miljoenen zou dalen? Is de kerk dan opeens minder relevant…?

Digibron1In dat verband is het goed om even stil te staan bij die bekende uitspraak van Jezus: ‘Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden’ (Mat. 18: 19). De vorig jaar overleden ethiek professor Gerrit de Kruijf heeft ooit gezegd, dat wij dit vers graag aanhalen, op momenten dat het dunner wordt in de kerk, als het kerkbezoek vermindert en alles terugloopt. Maar dat klinkt dan heel erg als: ‘laten we de moed erin houden’, of ‘het kan altijd nog beroerder’. Het is dan een soort troost bij het sterven (van de kerk) en iedereen weet hoe schraal troost in dergelijke situaties kan klinken.

De Kruijf wijst er op dat dit woord van Jezus niet achteraan komt, als een doekje voor het bloeden, maar voorop gaat. Het is niet een situatieschets van een stervende kerk, van een aflopende zaak, maar juist andersom, van hoe het begint, en hoe het telkens weer begint en doorgaat. Als er maar twee mensen zijn, die het goede nieuws van het evangelie met elkaar delen, en ze halen er een derde bij, dan is er al kerk, dan ontstaat al gemeente. Dan is er een patroon gemaakt, dat zich eindeloos kan herhalen, delen en vermenigvuldigen.

Het is niet voor niets dat Jezus zijn leerlingen er twee aan twee op uit stuurt (Lc. 10: 1) of dat de Emmaüsgangers met zijn tweeën waren. Of dat Paulus op zijn reizen als het even kon een reisgenoot meenam. De kerk begint al waar twee mensen elkaar vinden, twee samen op weg gaan, twee elkaar bemoedigen en versterken en zo voort. Dat laatste letterlijk. En zo voort.
Waar twee of drie, is dus een bemoediging, niet zozeer voor een kerk op haar laatste benen maar voor een gemeenschap die telkens opnieuw begint.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply