Blog

tonio

Het lezen van de requiemroman Tonio van A.F.Th. van der Heijden was voor mij een ongemakkelijke ervaring, in verschillende opzichten. Tonio is de naam van de enige zoon van Van der Heijden en Mirjam Rotenstreich, die vorig jaar Eerste Pinksterdag op zijn fiets dodelijk werd aangereden. Ik las het boek op de Eerste Pinksterdag van dít jaar.

Tonio, poserend als Oscar Wilde (foto omslag).

Je wordt als lezer indringend met het verdriet geconfronteerd en dat is soms hartverscheurend. Waar iedere ouder voor vreest, is de schrijver en zijn vrouw overkomen: dat je een kind verliest aan de dood. Goed, ze zijn de enigen niet. Ook schrijvers worden niet gespaard, merkt hij zelf ergens in zijn boek op. Zij verwerken het dan wel weer in een boek, gedichtenbundel of roman  – net als A.F.Th. – zodat er inmiddels een heus genre verwerkingsliteratuur is.
Als je schrijver bent, moet het misschien zo. Zeker bij zo’n ambachtelijk schrijver als hij, maar toch… Waarom zo’n boek op de markt gebracht? Monument voor verloren zoon? Moet een uitgever daar aan verdienen, de schrijver zelf? Hoge stapels bij de boekhandel, met de foto van de jongen op de omslag. Wat gebeurt er straks met de boeken die onverkocht blijven? Worden die, met foto en al, door de papiermolen gehaald?

Het is volgens de ondertitel een requiemroman. Een gestileerde herinnering. Ja, hoe wil je het anders? Geen fotoalbum met bijschrift, maar herinneringen, verhalen, anekdotes, bespiegelingen… allemaal om vast te houden wat onverbiddelijk los gelaten moest worden. Om te begrijpen wat niet te verklaren valt.
Maar dan ook met de ontdekking, dat je als ouders heel veel van een kind van 22 niet weet; dat hij, al een tijdje op kamers, inmiddels een eigen leven heeft, eigen contacten waar je nauwelijks van weet, bezig is met dingen waar je nauwelijks begrip van hebt en waar hij je zorgvuldig buiten laat. Hoe herkenbaar.

Er is het ongemakkelijke gevoel, als je in de roman deelgenoot gemaakt wordt van de rouw die het echtpaar doormaakt. Iedereen rouwt op eigen manier, heb ik in mijn eigen praktijk wel geleerd, en wie ben jij om daar iets van te vinden of over te zeggen/schrijven? Maar toch…
Verbazing, als je leest dat ze, na het gedwongen afscheid op de IC tot de dag van zijn begrafenis niet meer bij hun zoon zijn geweest; als je leest hoe met drank en pillen de onthutsende werkelijkheid geprobeerd wordt leefbaar te houden.
Alles zit in dit boek. De onredelijkheid, de woede, het radeloze verdriet, genadeloos eerlijk, maar ook de al te vergeeflijke neiging om het portret van zijn zoon te verfraaien.

Een ongemakkelijke ervaring, dus, maar juist daarom goede literatuur. Een boek dat je aangrijpt, zeker als je zelf, zoals ik, vader bent van een zoon die in hetzelfde jaar 1988 is geboren. Hoe zou ik, wij, als ons kind … ?
Onmogelijke vraag, maar toch. Op een gegeven moment betrapte ik mij zelfs op de gedachte: maar wij hebben er vier. Is dat risicospreiding?

Als je van een boek verlangt, dat het je door elkaar schudt, je tot nadenken stemt, je ontroert en je ergert, lees dan dit boek. Bij de bieb als Toptitel (tip). 
Andere leeservaringen? Klik hier, of hier.

Previous Post Next Post

3 Comments

  • Reply jan wessel 18/06/2011 at 11:37

    bij alle begrip voor het leed van ouders,die een kind verliezen,blijft de vraag of je het”verslag”van de verwerking van je verdriet te koop kunt aanbieden;dat wil zzeggen:
    oncontroleerbaar aan lan en alleman aanbieden.

  • Reply Gerben Althuis 21/06/2011 at 13:51

    Een auteur mag feit en fictie mengen, daarvoor heeft hij de creatieve vrijheid;
    Ik lees nergens dat het een authentiek en objectief verslag van de werkelijkheid is en ga er
    ook uit vanuit dat het gefingeerde elementen bevat.Je hoeft het boek niet te kopen !!!
    Iets anders is het, als het een voor wetenschappelijke doeleinden bedoeld document zou zijn, voor instanties die zich met processen van rouwverwerking bezig houden.

  • Reply Marja van der Heijden 13/09/2011 at 17:19

    ‘Give sorrow words : the grief that does not speak
    Whispers the o’ erfraught heart, and bids it break.’

    Shakespeare, Macbeth (IV,3)

  • Leave a Reply