Blog

tenzij gij mij zegent

De synode heeft gesproken. Er is besloten om voorlopig niets te besluiten. De hete aardappel van een eventuele kerkordewijziging om het verschil tussen het inzegenen van een huwelijk en het zegenen van een homohuwelijk  weg te poetsen, is keurig kerkpolitiek doorgeschoven.

Ik vind dat een wijs besluit. Je kunt beter blijven praten dan een oplossing forceren die alleen maar een schijnoverwinning oplevert voor één van beide partijen, zoals scriba De Reuver terecht stelt. Dan wordt de polarisatie vergroot en het gesprek gesmoord.

Volgens de verslagen was er veel emotie rond de bespreking. Mensen waren diepgeraakt door de persoonlijke verhalen van enkele direct betrokkenen. Juist als je zo tegen over elkaar zit en elkaar in de ogen (en in het hart) kijkt, kan voelbaar worden wat bepaalde woorden of formuleringen met mensen doen. Dat kan natuurlijk ook betekenen dat je die woorden aanpast waar ze mensen kwetsen, homo’s in dit geval die zich nog steeds tweederangs voelen behandeld omdat hun relatie niet ingezegend mag worden. Daar ben je mooi gezegend mee…

Ik erken de gevoeligheden, maar die zijn er ook aan de andere kant (de verkeerde kant?) waar kerkmensen het oprecht een gruwel vinden dat het huwelijk ook voor mensen van gelijk geslacht is opengesteld.

Wat ik tot nu toe in de discussie tot mijn verbazing niet ben tegengekomen, heeft te maken met de woordkeuze. De discussie focust zich op het verschil tussen inzegenen en zegenen. Indertijd heeft men met deze variatie de bezwaarden ter rechter zijde tegemoet willen komen, maar het is natuurlijk een volstrekt kunstmatig onderscheid, zonder enige juridische basis. Dat laatste geldt overigens voor de term ‘kerkelijk huwelijk’. Er is maar één huwelijk en dat is het burgerlijk huwelijk. In de kerk wordt daarom ook geen huwelijk ‘bevestigd’, want dat heeft het burgerlijk huwelijk niet nodig. Je kunt slechts spreken van een kerkelijke viering bij de gelegenheid van een huwelijk.
Hoe dat ook zij, als je met een kunstmatig woordspel bezwaarde medekerkleden kunt apaiseren en kerkpolitieke spanningen weg kunt nemen, soit, wat mij betreft.

Wat ik belangrijker vind en in de discussie mis, is het uitgangspunt dat de kerk geen huwelijken of relatievormen (in)zegent, maar mensen. Het zijn altijd concrete mensen die een beroep doen op de kerk en haar vertegenwoordigers om gezegend te worden, ter gelegenheid van hun huwelijk, levensverbintenis, scheiding (kan ook, zie Dienstboek) of een andere grote gebeurtenis in hun leven.
Kun je iemand die dat oprecht verlangt, de zegen weigeren? Mij lijkt dat lastig zo niet onmogelijk. Maar er zijn groepen in onze kerk die daar anders over denken en getrouwde homo’s afwijzen of doorverwijzen. Moet je die mensen dan gaan dwingen om toch de zegen te geven? En hoe zou dat moeten? Met een gewijzigde kerkorde in de hand…?
En wat is een ‘afgedwongen’ zegen waard… Ik laat u niet gaan tenzij gij mij zegent….?
Welk homostel zou trouwens een zegen verlangen in een kerkelijke gemeente of van een predikant die deze eigenlijk niet geven wil…?

Ik kom er niet helemaal uit.
Maar hoe zou ik ook, als de synode waar zoveel kerk(ord)elijke wijsheid vergaderd is het al niet lukt…

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply