Overdenking

stadspredikant

Mag ik vragen: wie van jullie is in Assen geboren?

Ook al ben je hier niet geboren, ik denk dat we allemaal, zoals we hier zijn, ons betrokken voelen bij de stad. Omdat we hier wonen, omdat we hier werken of actief zijn, omdat we hier ons verbonden hebben aan de kerk, aan club of vereniging.
Een flink deel van ons is hier niet geboren, heeft zijn of haar wortels elders. Dat geldt ook voor mij. Ik ben import. En toch zijn wij allemaal betrokken.

Het is een oud inzicht in onze christelijke traditie, en ook breder, dat een mens altijd onderweg is. We hebben wel wortels, en we kunnen ons wel ergens vestigen, thuis voelen, maar ten diepste is en blijft de mens een levenslange zwerver, een voorbijganger, een mens onderweg, misschien wel een pelgrim. We zijn op weg, naar het goede leven, naar een wereld van vrede en gerechtigheid.
En ook al weten we dat we de ideale wereld hier nooit zullen zien, toch is dat wat ons drijft, motiveert, inspireert om je in te zetten voor wat goed is voor mensen, wat goed is voor de stad waarin je leeft, om de wereld een beetje mooier te kleuren.

De Bijbel heeft daar allemaal mooie woorden voor, beelden ook, die dat menselijke verlangen uitdrukken. Over die bijbelse beelden spreek ik graag, maar vanmiddag even niet. Vanmiddag hoop ik dat het vooral over dat verlangen van ons allemaal gaat, straks ook in het gesprek met elkaar. Die diepere laag, die we delen met elkaar, waarbij het gaat over je eigen betrokkenheid bij de stad en bij de kerk, waar het gaat over wat je motiveert om te doen wat je doet en welke keuzes je daarbij maakt..

Daarom heb ik gekozen om dat korte fragment uit de brief van Paulus met jullie te delen. Even voor degenen bij wie het een beetje is weggezakt:
Paulus is de stadspredikant van het Romeinse Rijk. Als een onvermoeibare gemeentestichter reist hij het Romeinse Rijk door om overal kerken op te richten. Hij doet dat altijd in een stad.
Paulus kan natuurlijk niet overal tegelijk zijn, dus heeft hij de gewoonte om via brieven te communiceren met de diverse kerken. Altijd gaat het in die brieven om concrete problemen. Maar zijn aanwijzingen blijken, na al die jaren, vaak nog een verbluffende actualiteit te bezitten.
Wat is er aan de hand in de grote havenstad Korinthe?
Binnen de ene gemeenschap zijn er verschillende groepen die elkaar beconcurreren.
Tja, het is – in de kerk althans – nooit anders geweest. Beetje schrale troost, maar het kan ook relativeren.

Wat zegt Paulus nu?
Er is een partij op zijn hand, maar er zijn ook tegenstanders die zich op Apollos beroepen. Soms, als het om belangrijke inhoudelijke verschillen gaat, dan is Paulus in zijn brieven niet mals. Maar hier kiest hij voor een andere aanpak. Hij relativeert zijn eigen werk en vermijdt een conflict, door zich niet vast te pinnen op de verschillen, maar door het werk van de ene met dat van de andere te verbinden. De één plant en de ander geeft water, of omgekeerd. Ze werken samen. Maar God alleen geeft de groei. Groei, dat weet iedere boer en iedereen die een tuintje heet, groei daar kun je wel een heleboel aan bijdragen, maar dat heb je nooit in eigen hand.

Misschien denkt u, wat raar om die beeldspraak van het plantje en het water en de akker aan te halen, als het vanmiddag gaat over de stad. Maar dan kan ik u zeggen dat Paulus in één adem door, schakelt naar het beeld van het bouwwerk, en van de verschillende vakmensen die bij een bouwproject betrokken zijn, en, vooral, van het belang van het fundament, Jezus Christus.
Ook daar spreek ik graag over, maar op dit moment even niet.

Waar het accent op ligt, is dat Paulus ons ‘medewerkers’ van God noemt. Synergoi, in het Grieks. Daar komt ons woord ´synergie´ van. Medewerkers, dat zijn we, niet meer maar zeker ook niet minder.christusbeeld steigers
Medewerkers van het goede, mag je dat zo uitbreiden? Ik vind van wel. Mede-werkers. Niet de een voorop en de ander er slaafs achteraan. Niet de een met de waarheid in pacht, en de anderen daar tegenover. Maar mede-werkers. Iedereen die het goede zoekt, groeikracht en een stevig huis, het goede voor de stad. Dat is dus iets wat je niet in eigen hand hebt – God geeft de groei – maar wij hebben daar wel de hand in.

Ik hoop in mijn functie er aan bij te dragen, dat we met veel mensen in onze mooie stad, de handen in een slaan, samenwerkingsverbanden aangaan, goede dingen doen, voor de bewoners, voor de meest kwetsbaren in onze samenleving.
Ik hoop dat er groei mag zijn, niet per se voor de kerk als organisatie, maar groei in evangelische zin, dat ons verlangen wordt gevoed, dat iets van het grote ideaal, het koninkrijk, te ervaren valt.
En of je dan van Apollos bent, of van Paulus, of van wie ook – wat doet dat er toe. Medewerkers zijn we.
Want zonder al die mensen, redt God het nooit.
AMEN

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply Henk Janssen 16/02/2015 at 21:39

    Een goede aanzet lijkt me om van start te gaan.
    Denk ook dat geloof niet ontstaat alleen door of dankzij de kerk maar de kerk wel door het geloof.
    Wanneer mensen gaan geloven wordt een kerk zeker belangrijk.
    Gods zegen toegewenst!

  • Leave a Reply