Overdenking

sentimental journey (II Kon. 2: 1-14)

In de bijbel staan veel wonderlijke verhalen. Eén van die wonderlijke verhalen hebben we vanmorgen gehoord. De profeet Elia wordt in een wervelende stormwind in de hemel opgenomen in een wagen van vuur, getrokken door paarden van vuur. Een oudtestamentische hogesnelheidstrein. Die rijdt tenminste wel op tijd. Enkeltje hemel, eerste klas, aub.
Het is een wonderlijk verhaal, maar het is misschien nog wel wonderlijker dat wij in de kerk zulke verhalen lezen. Is dat een vorm van sentiment, of schuilt er in die oude, wonderlijke Bijbelverhalen ook nog iets waar je vandaag wat mee kunt?
Het verhaal van Elia’s tenhemelopneming spreekt in ieder geval tot de verbeelding. Het is zo’n machtig beeld, storm en wind en vuur van de hemel. Het is zelfs de inspiratiebron geweest voor een popsong, Go like Elijah van Chi Coltrane. We zullen het straks laten horen via de beamer want die klassieker kan vandaag natuurlijk niet ontbreken.

Het spreekt tot de verbeelding. De profeet, de godsman, die niet als een gewoon mens sterft in zijn bed, maar levend en wel wordt opgenomen in Gods hemel. Dat is Bijbels gezien een bijzonder voorrecht dat maar voor enkelen is weggelegd. Dan moet je wel een bijzonder iemand zijn, vertrouwd met de Heer, om zo aan je eind te komen. Ik zou er voor tekenen, zegt u, when I go, I want to go, like Elijah, I want to go.

Toch zou ik vandaag uw aandacht willen vragen voor een ander aspect in dit wonderlijke verhaal. Iets dat misschien nog wel belangrijker is om de bijzondere boodschap te verstaan. Natuurlijk zegt die wonderlijke hemelvaart iets, over het belang van Elia en over zijn betekenis ook later in de geschiedenis voor het Joodse volk die doorgaat tot op de dag van vandaag. Elia als symbool voor de profeten, de profetische stem die steeds weer in elke generatie de mensen terugroept naar de kern, naar de woorden van God, naar het goede leven.
Maar we moeten ons niet blindstaren op het verblindende vuur.
Zoals wel vaker, ook in het gewone leven, moet je ook oog hebben voor het minder spectaculaire en dat wat minder opvalt want daar zit soms meer in dan oppervlakkig lijkt.

Daarom stel ik voor dat we vanmorgen vooral letten op de reis die de beiden, de oude Elia en zijn jonge opvolger Elisa, ondernemen. Het wordt met een zekere nadruk verteld. Van Gilgal via Betel naar Jericho, en vandaar tot over de Jordaan. Op elk van die tussenstations zijn er profeten die de beide profeten tegemoet komen. Op elk van die plekken ontspint zich een zelfde soort gesprek tussen Elia en Elisa.
Als je dat leest of hoort, denk je misschien wel: wat een omslachtige manier van vertellen, dat kan toch ook wel wat beknopter en vlotter. Zo is het in de Bijbel vaak. Voor ons onbelangrijke details worden uitgebreid verhaald. Aan de andere kant kan de bijbel soms zeer beknopt zijn over dingen waar wij wel graag meer van zouden willen weten. Maar het is altijd zo: wat voor ons een omweg lijkt, is vaak juist van extra betekenis.
Het betekent iets dat die beiden juist deze plaatsen aandoen. Ik zal dat proberen uit te leggen.

Gilgal, dat is de plaats waar het volk Israël voor het eerst om een koning begint te roepen. Tot die tijd werd het geleid door godsmannen, profeten en richters, door God zelf als het ware. Maar het volk wil net als de andere volken zijn, met ook een koning, en een hofhouding, en een paleis, en een staand leger. Dat ligt nogal gevoelig, blijkt telkens weer.
De volgende halteplaats is Betel, waar ooit vader Jakob droomde van de ladder, maar ook de plaats waar de eerste koning Saul werd gezalfd. Dus opnieuw een herinnering aan die pijnlijke wending in de geschiedenis.
Dat geldt ook voor Jericho, de stad die als eerste in handen van de Israëlieten viel toen ze het beloofde land binnentrokken, maar waarvan ook aan het begin van de Elia-verhalen wordt verteld dat juist deze stad weer wordt opgebouwd, en wel ten koste van mensenoffers. Een oud, heidens gebruik, dat in Elia’s tijd weer de kop heeft opgestoken.

Elk van deze drie plaatsen heeft een betekenis in de strijd van Elia tegen de koning die het verkeerde pad is opgegaan. Dat is Elia’s levenswerk geweest. Om de koning en het volk steeds weer terug te roepen, telkens opnieuw te bepalen – niet bij de logica van de macht en het recht van de sterkste, van koningen, keizers en admiraals – maar naar de wetten van Gods verbond, de tien regels van bevrijding. Ik heb jullie immers uit Egypte bevrijd, zegt God telkens weer opnieuw, blijf dan bij je Bevrijder, laat je niet opnieuw een slavenjuk opleggen – word geen slaaf van macht, van koningen, van eigenwaan, van prestige en prestatiedrang.

Kijk, dat zit er allemaal achter.
Vandaar ook dat het niet zonder betekenis is, dat die beide profeten op dit dramatische moment bij de Jordaan aankomen, de grensrivier, de rivier die het volk moest oversteken om het beloofde land te bereiken.
En zij steken deze ook over, maar nu dus in de andere richting, naar de overkant, met de mantel die op het water geslagen wordt, ook zo wonderlijk, en het water wijkt, naar links en naar rechts – net als ooit bij Mozes.
Wat die twee doen, is een soort sentimental journey. Het is terug langs de plekken van het verleden, om uit te komen bij waar het ooit begonnen is. Aan de overkant van de Jordaan, vanuit Israël gezien.
Dat betekent, dat ze een tocht ondernemen langs plaatsen van betekenis uit het verleden. Om zo weer helder te krijgen waar het om begonnen is. Bij het verhaal van de bevrijding. Nu staan ze daar. Aan de overkant van de Jordaan. Daar waar ooit het volk stond, voordat ze het beloofde land binnen konden gaan.
Dat betekent dus, dat ze daar staan waar ooit toen, maar ook nu de toekomst voor je open ligt. De Jordaan is een betekenisvolle plek in de Bijbel. Omdat het herinnert aan het oervervhaal van de intocht, van het begin.
Hier staan ze, die twee. Bij het begin, waar je telkens weer uitkomt, ook in je eigen leven. Mensen zijn eeuwige beginners. We beginnen elke dag weer overnieuw.

Zulke verhalen, hoe wonderlijk ze ook zijn, hebben dus daarom iets te vertellen. Maar dan moet je wel de vertaalslag kunnen maken naar vandaag, naar je eigen leven en je eigen situatie.
Ieder mens komt in zijn of haar leven te staan voor de taak of de opdracht, om terug te keren. Om de weg terug af te leggen, letterlijk of in de geest, om weer te ontdekken waar je vandaan komt, waar het allemaal om begonnen is in jouw leven.
Dat is voor iedereen anders, omdat het voor iedereen om iets persoonlijks gaat.
Het is de weg terug die een ander niet voor jou kan afleggen. Die je zelf moet gaan. Of niet? Je moet het wel durven, je moet het wel kunnen.
Wat kom je tegen? Mislukkingen, verdriet, tegenslagen, of erger. Dat kan allemaal. Maar waar ging het ook al weer om? Is er ergens in jouw leven een echo van dat oeroude verhaal van bevrijding, van puurheid, zuiverheid, eeuwigheid?

Ik denk dat deze verhalen, met hun eigen symboliek, ook iets kunnen zeggen over ons als gemeenschap, over de kerk.
Net zoals het hier niet alleen over twee profeten gaat, Elia en Elisa, maar ook over de gemeenschap van het volk en over de richting waarin zij zich moeten bewegen.
Dat die twee op reis zijn, is dan geen toevalligheid. In de bijbel is niets toevallig. Het is het overbekende beeld van de mens onderweg, van het volk Gods dat de weg door de tijd en door de tijden gaat.
Elia gaat sterven. Maar Elisa staat al klaar om hem op te volgen. Zo is het altijd geweest. De ene generatie lost de andere af. Niemand staat op zichzelf. We zijn schakeltjes in een groter geheel, in een keten die gaat door de tijd en de geschiedenis heen.
Ook dat betekent dit verhaal voor mij.

Dat kan je raken, het kan je ook op een goede en ontspannende manier in dat grotere geheel plaatsen.
Als de profetenmantel van Elia’s schouders is gegleden, staat er een Elisa klaar om hem op te rapen. Met een dramatisch gebaar slaat ook hij op het water. Waar is de God van Elia? En als om het bewijs te leveren, wijkt ook nu het water uit naar links en wijkt het water uit naar rechts – het verhaal van de bevrijding behoudt zijn actualiteit, ook in een nieuw tijdsgewricht, ook met andere mensen aan het roer, ook met een nieuwe generatie – het verhaal van God met de mensen gaat door, zoveel wordt duidelijk. En Elisa kon oversteken. Begrijpt u wel. Terug over de Jordaan, nu aan de ‘goede’ kant, aan de kant van het beloofde land, aan de zijde van de belofte, waar de wereld open ligt, op je ligt te wachten…

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply