Overdenking

preek voor thuisblijvers

Het is een zin van vroeger. Toen kon je nog wel eens in een uitgebreid voetbalverslag in de krant lezen, als het een spectaculaire wedstrijd was geweest, dat “de thuisblijvers weer eens ongelijk hadden gehad”.
Deze preek is voor de thuisblijvers. Nou, zult u denken, dan zit ik hier mis, want ik ben niet thuis gebleven. U bent juist van huis gekomen om hier naar de kerk te gaan. Maar dat wil nog niet zeggen dat deze ‘preek voor thuisblijvers’ dan niet voor u en mij bedoeld is. Let maar op.

We overdenken vandaag het verhaal van de roeping van de eerste discipelen. De vissers die hun netten neergooien, hun oude vader thuis achterlaten en zelf met Jezus er op uit trekken. Wonderlijk, als je erover nadenkt en als je probeert je daar een voorstelling van te maken. Wat heeft die jongens bezield? Is de roep van Jezus dan zo sterk en zo overtuigend, dat ze daar meteen gehoor aan geven? De nadruk wordt nogal gelegd op dat ze meteen hun netten achterlaten en Jezus volgen. Geen spoor van twijfel. Geen moment van bezinning of overleg. De thuisblijvers hebben ongelijk…

Zoals met alle verhalen in de bijbel, kun je ook dit verhaal op verschillende manieren lezen. Het is belangrijk, denk ik, om die ingang te vinden die ook ons iets te zeggen heeft, waarmee het verhaal dichterbij mijzelf en bij mijn leven komt.
De neiging is heel sterk om het op te vatten als een min of meer vanzelfsprekend begin van het verhaal van Jezus. We zijn aan het begin van het evangelie. We horen hoe Jezus naar Galilea gaat en daar met zijn prediking begint: Het Koninkrijk van God is nabij. Geloof het goede nieuws. Jezus begint zich te manifesteren. Hij start met zijn religieuze onderneming. En dan is het logisch dat hij als eerste medestanders en medewerkers zoekt. Want God kan niet zonder mensen. Dus, als een startende ondernemer plaatst hij op zijn eigen manier een personeelsadvertentie. Medewerkers gevraagd, m streepje v? Nou dat dus niet, beetje pijnlijk. Maar de idee blijft, hij [Jezus] zoekt personeel. En dat doet hij dan niet door een advertentie te plaatsen en maar af te wachten wie er reageert; nee, hij werft zelf actief medewerkers die hij gebruiken kan. Hij roept de vissers, Simon en Andreas, en Jacobus en Johannes. Het gaat een beetje wonderlijk en anders dan wij zouden verwachten, maar de idee blijft toch dat het logisch is dat Jezus voor wat hem voor ogen staat, medewerkers werft. Vandaar dat we het niet raar vinden om dit als eerste in het evangelie te lezen.

Maar nu komen er een paar dingen bij. Want ook in de andere evangeliën wordt aan het begin verteld dat Jezus leerlingen zoekt, maar toch worden daar weer andere accenten gezet. Dat Jezus mensen oproept om met hem mee te gaan, hem te volgen op de weg van het Koninkrijk, komt niet alleen aan het begin voor, maar op meer plaatsen door het evangelie heen. En daarbij, dit verhaal over vissers die geroepen worden, vind je in een ander evangelie niet aan het begin maar aan het einde, na Pasen, als het erop aankomt dat de leerlingen het verhaal van Jezus verder vertellen ook als hij er niet meer is…
Wat ik maar wil zeggen, dit verhaal is vooral een roepingsverhaal. Een roepingsverhaal dat niet zozeer aan het begin van het evangelie staat, of aan het einde, maar dat telkens opnieuw aan de orde is. Niet zozeer een min of meer logisch begin van een historisch verhaal, maar veel meer een actueel verhaal dat je op jezelf mag betrekken. Het is een verhaal dat gaat over de keuzes die ik maak, over of ik Jezus volgen wil, en als dat zo is, wat dat dan betekent. De thuisblijvers hebben ongelijk…?

Telkens gaat het in die roepingsverhalen daarover. Dat maakt dat zo’n verhaal niet opgesloten is in de tijd, van ooit toen en daar, maar dat uit zo’n verhaal er een appèl op mij uitgaat. Jezus roept mensen om met hem mee te gaan op de weg van koninkrijk. En die oproep, die uitnodiging, is altijd actueel en vraagt telkens weer reactie. “Hij komt misschien vandaag voorbij, en roept ook ons roept u, roept mij…”Als je het verhaal opsluit in de geschiedenis, dan ben je die dimensie kwijt. Dan is het historie, maar het is hier en nu. Ik moet er wat mee, maar wat dan?

2009 vier discipelenGeloven in het Koninkrijk, met Jezus meegaan, is zo gaan leven dat je als het ware je daar naar uitstrekt. Je leeft in het nu, uiteraard, dat kan niet anders en dat hoeft ook niet anders, maar tegelijkertijd laat je je leiden door de toekomst waarin je gelooft, de toekomst die bepaald wordt door het Koninkrijk dat Jezus verkondigt. Gods nieuwe wereld, zoals de Bijbel in Gewone Taal vertaalt. Hoe het ooit eens zijn zal. Dat bepaalt nu al je doen en laten, je keuzes. Daarom kan een gelovige geen thuisblijver zijn.

Onlangs was ik bij de Oecumenelezing die gehouden werd door een Vlaamse professor, Peter Schmidt, over het thema Pelgrimage. Dat onderwerp heeft te maken met het thema waar vanuit de Wereldraad van Kerken aandacht voor wordt gevraagd in de komende jaren.
Hij schetst de pelgrimage als een leidmotief door heel de Bijbel heen. Vanaf Abraham die wordt geroepen om het vertrouwde achter zich te laten, en te vertrouwen op een woord, is het een terugkerend motief. Hij verbindt dat met het woord ‘vreemdheid’. Pelgrimeren is het loslaten van vertrouwde zekerheden en het aanvaarden van het onbekende, want alleen daarin kun je God vinden. Dat laatste is belangrijk. Daar zit de spirituele les in. Geloven is breken, opbreken. De netten laten liggen en achter Jezus aan, op hoop van zegen?

God is niet in het vertrouwde en het comfortabele, want dat is altijd wat wij er van gemaakt hebben, wat ons past, wat ons niet al te veel stoort. Er is een menselijke neiging om wat we weten of menen te weten over God, vast te leggen in dogma’s, in regels, in voorschriften over wat je moet doen of laten. ‘Wij kijken vandaag terecht met huiver en afschuw naar wat fanatieke zekerheid in de moslimwereld kan teweegbrengen. Mensen die precies weten wat God wil, wie Hij is, hoe je Hem dienen moet, en die Hem met geweld aan anderen willen opleggen. Maar hoe lang geleden is het dat zulke dingen in de christelijke wereld gebeurden?’ Hoe vrij zijn we zelf van dwang?

In het geloof zoals de Bijbel dat in allerlei verhalen schetst, word je juist opgeroepen telkens weer daar uit te breken. Om het vertrouwde en comfortabele achter je te laten. Om God te ontdekken in de vreemdheid, in het andere en onbekende. In de toekomst die al begonnen is en tegelijk blijft wenken, waar we naar op weg zijn en blijven, het Koninkrijk dat Jezus verkondigt en waarbij hij oproept: Kom tot inkeer!

De eerste discipelen zijn vanmorgen voor ons het beeld van de mens die gehoor geeft aan die oproep. Doen ze dat weloverwogen, nadat ze alle voors en tegens hebben onderzocht en tegen elkaar weggestreept? Doen ze dat, na rijp familieberaad, nadat ze in hun omgeving om raad hebben gevraagd, advies van vrienden en bekenden? Het lijkt er niet erg op. Je mag er naar raden. Maar de indruk is dat ze – zoals er staat – ‘meteen’ gehoor geven aan Jezus’ oproep. Weten ze het zo zeker dan? Of is de oproep van Jezus zo krachtig dat hij onweerstaanbaar is?

Als je het probeert te begrijpen door je in te leven, zeg maar op psychologisch niveau, dan wordt dit verhaal alleen maar onbegrijpelijker. Als je het opvat als een modelverhaal, dan levert het wellicht inzicht in het grondpatroon, dat bij geloven en Jezus volgen én God zoeken, hoort. Het vertrouwde loslaten, om mee te gaan, op de pelgrimage van het Koninkrijk. De thuisblijvers hebben ongelijk.

Maar nu moeten we tenslotte ook nog wat zeggen over de bestemming. Waar naar toe zijn wij dan op weg? Het is toch niet zo maar een weg in den blinde, in het wilde weg? We zien wel waar we uitkomen? Nee, het is geen zwerftocht maar een pelgrimage.
Als je terug naar het verhaal gaat, dan valt op dat daar weinig tot niks over wordt gezegd. Jezus spreekt over het Koninkrijk van God, maar wat daarmee bedoeld wordt, zegt hij er niet bij. Tegen de vissers zegt hij: ik zal van jullie vissers van mensen maken. Wat ze daarbij voor moet stellen, blijft ook in de lucht hangen. In het vervolg wordt nergens een heldere definitie gegeven van wat het Koninkrijk is. Geen beleidsplan waar dat in wordt uitgewerkt, geen stappenplan met tijdspad om het verder in te vullen. Wat wel wordt verteld, in het vervolg van het evangelie, is dat Jezus spreekt … en dat de mensen zich verbazen; dat Hij mensen geneest, dat Hij ogen en oren opent, angstige mensen laat opademen, dat Hij in naam van God zonden vergeeft zodat een mens opnieuw kan beginnen, en ga zo maar door. Dat klinkt lieflijk en vriendelijk, en dat is het ook.

goede vrijdag kruisWe moeten echter niet vergeten dat Jezus door zo te doen, zichzelf ook op een weg begeeft die hem in het onbekende brengt, in de godverlatenheid van Getsemane en op het kruis van Golgota. Ook voor hem voert de pelgrimage van zijn leven in de vreemdheid, van vertrouwde beelden van God loslaten, van de verzoeking in de woestijn. Ook voor hem geldt dat deze weg, zijn pelgrimage, betekent zichzelf verliezen aan God. Dat betekent het kruis. Maar zijn bestemming ligt daaraan voorbij.
Als je die levensweg van Jezus erbij betrekt, geeft dat diepgang aan wat we met het beeld van de pelgrimage van het leven bedoelen, en wat met het beeld van het Koninkrijk wordt opgeroepen. Want het wonder van het koninkrijk van God is, dat juist in het vreemde het ware wordt gevonden, dat in de zelfontlediging, in het jezelf loslaten, een mens zichzelf terug ontvangt. Het wonder is dat in zijn dood aan het kruis, dat daarin het leven gevonden wordt. Dat de volgehouden liefde, vindplaats wordt van God zelf.

De bestemming van onze pelgrimage is het leven dat tot zijn recht komt, de volheid van het Koninkrijk, de liefde die alles overwint. Dat Koninkrijk blijkt nu al te vinden, daar waar mensen ruimte krijgen, waar het verleden of het vertrouwde niet de overhand heeft, maar waar er openingen worden gezocht en gemaakt naar een onvermoede toekomst. De thuisblijvers hebben ongelijk.
Als wij, ieder op onze eigen manier, gehoor geven aan Jezus’ oproep, dan zijn wij geen thuisblijvers, maar worden we thuiskomers.
AMEN

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply Teunis Boogaard. 03/06/2021 at 20:13

    Jezus volgen is geen eenmalige keuze, maar steeds opnieuw moeten we kiezen en of laten zien wie we volgen. Als de liefde werkzaam is mijn hart, dan doe ik het graag. Mis ik die, dan word het plicht. Dan is het moeilijk.

  • Leave a Reply