Overdenking

Paulus, man of mannetje?

Van alle figuren uit het Nieuwe Testament is Paulus degene over wie wij de meeste persoonlijke informatie hebben. Zelfs meer dan van Jezus. Want wat we van Jezus weten, hebben anderen opgeschreven, en dan is het altijd maar de vraag of Jezus dat werkelijk zo heeft gezegd of gedaan. Zelf heeft Jezus geen letter geschreven, ja, even met zijn vingers in het zand – maar niemand weet meer wat. Het is allemaal vervaagd. Als zand tussen je vingers, als een tekening op het strand.
Maar van Paulus zijn persoonlijke brieven bewaard. Ook daarover is discussie, of ze allemaal wel van Paulus zijn en ook of ze precies zo zijn geschreven als wij ze nu in de Bijbel hebben. Maar in het algemeen kun je zeggen dat we op basis van tenminste zeven brieven die echt van hem zijn, een heel persoonlijke indruk van Paulus krijgen.

Preek in serie Struikelteksten
Gelezen gedeelte: I Kor. 7: 1 – 16

We leren hem kennen door die brieven. We krijgen een beeld van de man en van zijn karakter, maar vooral van wat hem drijft: het geloof in Jezus als de gekruisigde en opgestane Heer.
Als ik het zo zeg, klinkt dat voor sommigen meteen als een dogmatische formule, en dat bevestigt dan weer het beeld dat veel mensen bij Paulus hebben, vooral als je bent opgegroeid in bepaalde kerkelijke kringen.

Het is net zo als in het gewone leven. Om een ander echt te leren kennen, moet je soms door heel wat beelden en vooroordelen, door de oppervlakte van de eerste indrukken, heen leren kijken.
Maar eerst nog een andere vraag, die eigenlijk aan alles vooraf gaat.

Waarom zouden we ons überhaupt bezighouden met wat ene Paulus 2000 jaar geleden in zijn brieven heeft geschreven? Hoe zo moeten we ons interesseren voor wat een mannetje, ook nog eens een onooglijk mannetje, naar het schijnt, ooit op papier heeft gezet, bijvoorbeeld over de gehuwde en de ongehuwde staat, over de omgang tussen de seksen in en buiten het huwelijk, of over de vraag hoe vrouwen zich moeten kleden of kappen als ze naar de kerk gaan, waar hij verderop in dezelfde brief over schrijft.
Omdat het nu eenmaal in de Bijbel staat?
Dat is niet zo’n sterk argument. Dan kom je in een cirkelredenering terecht:
Waarom is het belangrijk? Omdat het in de Bijbel staat.
Waarom staat het in de Bijbel? Omdat het belangrijk is.

Het enige geldige argument lijkt mij te zijn, dat we ons bezighouden met Paulus omdat hij ons vandaag iets te zeggen heeft. Niet alleen uit historische interesse, maar omdat hij een boodschap heeft, die we vandaag bitter hard nodig hebben.
Om dat te ontdekken, moet je wel wat dieper kijken dan alleen de oppervlakte. Achter de soms tijdgebonden uitspraken, onder de soms achterhaalde opvattingen, smeult het vuur van wat hem beweegt. En ja, dat is het verhaal van Jezus, de gekruisigde en opgestane Heer. Maar ook daarvan geldt, achter deze woorden, die voor ons vaak een afgesleten formule zijn geworden, moet je het heilig vuur weer ontdekken, het bevrijdende dat daarin besloten ligt. Dat is de uitdaging.

Om dat te verhelderen wil ik nu iemand aan het woord laten, die een brief aan Paulus geschreven heeft. Het is Priscilla. In het boek Handelingen wordt verteld hoe Paulus een tijdje bij haar en haar man Aquila heeft gewoond, in Korinte (Hand. 18: 1 – 3). Hun namen komen voor in de lijst van degenen die Paulus laat groeten aan het einde van de brief aan de Romeinen (16:3). Goede vrienden van Paulus.
Natuurlijk is dit niet echt een brief van haar. Het is een tekst van Karel Eykman, die zich heeft ingeleefd in deze bijbelse vrouw. Kijk en luister maar….

 

(tekst)

In God en voor God zijn we allemaal gelijk.
Als je het letterlijk citaat van Paulus wilt, dan vind je dat in de brief aan de Galaten hoofdstuk 3 vers 28:
Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.

Het is een tekst die veelvuldig wordt aangehaald. Opmerkelijk genoeg door diverse hedendaagse filosofen, die tegelijk beweren niet gelovig te zijn, maar wel aangestoken worden door het revolutionaire potentieel dat ze in het denken van Paulus ontdekken.
Wij hebben soms de buitenstaanders nodig, om weer te ontdekken hoe bijzonder de boodschap van Paulus is.

Het punt is niet zozeer dat we Paulus vrouwvriendelijk gaan uitleggen.
Dat is al een stuk beter dan dat Paulus wordt gebruikt om ongelijkheid te rechtvaardigen, om vrouwen uit het ambt te weren, of erger.
Maar dat is niet zozeer het punt.
Je kunt stellen, zoals sommigen doen, dat Paulus opmerkelijk veel ruimte geeft aan vrouwen, zeker als je het vergelijkt met de cultuur van die tijd, net overigens als Jezus zelf. Vrouwen horen bij de groep van leerlingen van Jezus, zijn belangrijke getuigen in de evangeliën, bekleden leidende functies in de gemeenten van Paulus. Allemaal waar en zeker opmerkelijk, al hoewel ook weer niet uniek – want in de oudheid waren er meer genootschappen waar dat ook gebeurde. Bovendien is veel van die opmerkelijke ruimte al snel ingeperkt, een proces dat al in het Nieuwe Testament zelf aan te wijzen is.
Maar ook dat allemaal is het punt nog niet zozeer.
Want al met al blijf je dan denken en redeneren in hetzelfde schema.
Als Paulus en of Jezus een uitzondering zouden zijn, omdat ze meer ruimte geven aan vrouwen dan toen gebruikelijk was, dan blijven het uitzonderingen die de regel bevestigen. En daar zit ‘em de kneep.

Wat Paulus revolutionair maakt, is dat hij de regels wijzigt. Beter: dat hij beweert dat in de bevrijdingsbeweging van Jezus Christus de regels voorgoed gewijzigd zijn.
Het schema wordt omgegooid, het schema van deze wereld. Paulus beweert: In Christus Jezus zijn jullie allen één.

In Jezus is het onderscheid, de regel die de Jood scheidt van de niet-Jood (de heiden of de Griek, in het taalgebruik van Paulus), is het onderscheid tussen slaven en vrijen, tussen mannen en vrouwen niet meer relevant. Natuurlijk blijven de verschillen, een man is geen vrouw en een vrouw geen man, en geen mens is hetzelfde als een ander mens. De verschillen blijven, maar ze verschillen niet meer, om het wat cryptisch te zeggen.
Ze doen er niet meer toe. Ze maken geen verschil meer.

Paulus verkondigt een nieuwe gemeenschap.
Dat is geen gemeenschap die vrouwvriendelijk is, ook niet sekseneutraal; want dat zijn allemaal goedbedoelde woorden, maar ze missen de kern. Ze horen nog thuis in het oude vocabulaire van de tegenstellingen.
De nieuwe gemeenschap, het lichaam van Christus, overstijgt die tegenstellingen ook niet zozeer, maar verklaart ze voor achterhaald, obsoleet, verouderd.

Door jou voelde ik me vrij en fier. Ik besefte dat ik niet niemand was, dat ik wat waard was, dat ik er mocht zijn. Dat gevoel is niet meer overgegaan.
Je hebt me opgetrokken uit een doods leven en een ander mens van me gemaakt.

Dat schrijft Priscilla, alias Karel Eykman, en daarmee wordt de kern getroffen.

Dat is het revolutionaire in de verkondiging van Paulus. Een openbaring, een steekvlam.
Vanuit die achtergrond kan hij soms heel concreet worden, ingaan op problemen die spelen in de gemeenten met wie hij in contact stond, die hij zelf had gesticht.
Paulus schrijft brieven, geen huwelijkscatechismus. Hij geeft praktische aanwijzingen. Waarbij hij ook nog eens onderscheid maakt tussen dat wat hem is geopenbaard en dat wat zijn eigen mening is. In het gedeelte dat we hebben gehoord uit I Kor 7 is dat goed te herkennen. Er is dus ook ruimte om je eigen afwegingen te maken.
Kernzinnen zijn: dat we door God geroepen zijn om in vrede te leven. Maar ook, dat een man niet de zeggenschap over zijn eigen lichaam heeft, net zo min als de vrouw, maar dat we tot in onze lichamelijkheid aan elkaar verplicht zijn. Elkaar gegeven, in Christus Jezus. In allerlei soorten van relaties, voegen wij daar vandaag de dag aan toe, niet alleen in heteroseksuele relaties.

Dat schept ruimte, voor hele nieuwe verhoudingen en relaties.
Dat geeft moed, om je eigen menselijkheid en medemenselijkheid in telkens nieuwe verbanden te ontdekken en te verkennen. Mens word je door en aan elkaar, waarbij de oude scheidingslijnen die verdelen, wegvallen, opgeheven worden.

De relatie tot Jezus Christus is de wezenlijk nieuwe ervaring waar het bij Paulus om gaat. Van daar uit valt er een nieuw, bevrijdend, licht op al onze andere relaties. Ook op onze liefdesrelaties. Verderop in dezelfde brief staat dat bekende loflied op de liefde, hoofdstuk 13. De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Woorden van Paulus, woorden met eeuwigheidswaarde.

Ze kleuren onze relaties, zodat ieder daarin op een eigen manier ruimte vindt om mens te worden en om de menselijkheid te dienen.
AMEN

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply ton-ton 07/08/2018 at 00:13

    Ontroerend m00i

  • Laat een antwoord achter aan ton-ton