Overdenking

onbescheiden

De dokter haalt mij op uit de wachtkamer en loopt voor mij uit naar haar spreekkamer.
Bij de deur blijft ze staan en maakt een gebaar om mij uit te nodigen naar binnen te gaan. Ik aarzel even, maar ga dan toch maar voor haar uit. ‘Ja’, zegt ze, ‘dat is altijd even een momentje. De galante mannen laten mij meestal voorgaan…’ Sta ik er gekleurd op.

Overdenking bij Cantatedienst, BWV 47
(Wer sich selbst erhöhet, der soll erniedriget werden)

Bescheidenheid siert de mens.
Dat gezegde is zo in onze cultuur gebakken, dat het als eerste opkomt als je nadenkt over het woord bescheidenheid. En dat woord kwam bij mij als eerste op, naar aanleiding van de lezing die ten grondslag ligt aan de cantate die we straks gaan horen.
Wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en omgekeerd, wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.

Nu moet je altijd een gezond wantrouwen koesteren tegen eerste ingevingen. Had ik dat maar bedacht bij de deur van de spreekkamer…
Gaat het in deze gelijkenis over ‘bescheidenheid’? Of is dat te burgerlijk gedacht? Te kleingeestig. Alsof het evangelie bedoeld is om ons burgermansfatsoen te stimuleren. Geloof als moraalleer.
U merkt het misschien al, dat is mij te min.
De radicaliteit van het evangelie en van Jezus’ woorden gaat boven het niveau van de alledaagse wijsheid uit. Het is meer dan moraal en goed fatsoen alleen, ook al lijkt de tekst van de cantate zich in dat domein te bewegen. Deemoed is goddelijk, hoogmoed is van de duivel, God breekt de menselijke trots.

Jezus vertelt deze gelijkenis dunkt me niet om de mens een toontje lager te laten zingen. Dat is de keerzijde van die burgerlijke benadering. Dan krijgen we te horen dat we onze plaats moeten weten – Der Mensch ist Kot, Staub, Asch und Erde – en hoe waar dat ook is, het wordt onwaar als het gezegd wordt om mensen te kleineren.

Het evangelie is niet om ons klein te houden of klein te maken, het is om ons groot te maken, om de menselijkheid te vergroten, om humaniteit te bevorderen. En dat begint, bijbels gezien, bij degenen die daar het meest behoefte aan hebben, de armen, de verschoppelingen, de mensen aan de marge of daarbuiten.
Er is door heel de Bijbel heen een goddelijke voorkeur voor het kleine en het kwetsbare, voor het zwakke en breekbare. Gods liefde, die Jezus belichaamt, komt daar het eerste voor op.

Niet uitsluitend, maar wel als eerste. De mensen die in de Bergrede voorop gaan: de armen van geest, de hongerigen en dorstigen, de vredestichters en zo voort. De mensen die elders worden genoemd als degenen aan wie mijn geloof praktisch zichtbaar wordt: de mens die een beroep doet op mijn medemenselijkheid, het glas water dat we aanreiken; de gastvrijheid waarmee we de ander ontvangen. Waarbij het niet gaat om een neerbuigende liefdadigheid, en dus ook niet om bescheidenheid; dan blijven we steken in die burgerlijkheid, maar om gerechtigheid en herstel van de goede verhoudingen. Trouwens, over bescheidenheid: Iemand merkte eens scherp op dat bescheidenheid dikwijls voortkomt uit de wens twee keer geprezen te worden.

Het gaat niet om bescheidenheid, maar om beslistheid. Beslistheid in de keuze voor het zwakke en kwetsbare, de keuze voor recht tegenover onrecht. Dat is de evangelische radicaliteit, die je altijd weer in gezonde verlegenheid brengt.

Die radicaliteit tenslotte, krijgt in het christelijke verhaal een bijzondere uitdrukking in de geschiedenis van Jezus. In zijn leven en sterven wordt het belichaamd,  letterlijk en figuurlijk. In de cantate wordt daar aan gerefereerd. Hij werd om onzentwille laag en gering, hij duldde smaad en hoon –
maar aan hem ook, Jezus onze Heer, wordt belichaamd wat hij in het evangelie van deze zondag zelf verkondigt: wie zichzelf vernedert wordt verhoogd. Hij heeft dat met zijn levensgave op een beslissende wijze bevestigd en bezegeld.

In zijn kruis begroeten wij het teken van dit geheim, dat het echte leven voortkomt uit de overgave, aan het leven zelf, aan de minste der mensen, aan ieder die mijn pad kruist en een beroep doet op mijn menselijkheid.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply