Boeken

Liberaal christendom

Onlangs pleitte de Britse godsdienstsociologe Linda Woodhead in een interview in Trouw (d.d. 28 november 2015) voor het serieus nemen van “gewone gelovigen”. Doordat journalisten vooral interesse hebben voor de extreme vormen van religie, ontstaat het beeld dat échte religieuzen fundamentalistisch zijn. “Waarom respecteren we de grote groep van gematigde moslims, gemiddelde christenen en nieuwe spirituele gelovigen niet? Liberale, vrijzinnige religie is even echt en krachtig in het vormen van levens als de extremistische variant” volgens Woodhead.

In het licht van haar verzuchting kun je de publicatie van Liberaal christendom welkom begroeten. In deze bundel schetst een groep predikanten en theologen de contouren van een liberale omgang met God, godsdienst en geloof. “In ons theologiseren zoeken we niet naar een objectieve, historische of metafysische waarheid die voor alle eeuwen geldig is” schrijven zij in wat een soort beginselverklaring is maar – typerend genoeg – ‘vertrekpunt’ heet en dat merkwaardigerwijs aan het eind van het boek is opgenomen.

Het boek begint met een plaatsbepaling waarin Rick Benjamins, één van de redacteuren, de positie van de liberale theologie in het huidige theologische landschap markeert. Liberale theologie is een label waarmee men aansluit bij het internationale (Angelsaksische) taalgebruik. Bij ons heet(te) dat vrijzinnigheid. Aandacht voor de ontwikkelingen in de wetenschap, ruimte voor de hermeneutische benadering waarin Bijbel en traditie vrij en onafhankelijk worden uitgelegd, en het belang van de persoonlijke ervaring zijn kenmerkende karakteristieken. Inmiddels leven we, legt Benjamins uit, in een post-christelijke, post-seculiere en post-theïstische tijd die om een nieuwe verwoording van het christelijk-liberale perspectief vraagt.

In de verschillende hoofdstukken van dit boek wordt dat geprobeerd. Een loffelijk streven. Het is belangrijk dat de grote meerderheid van gewone gelovigen en gematigde religieuzen een theologische stem krijgt. Om te laten zien dat er meer is tussen orthodoxie en secularisme en dat het alleszins redelijk is om de christelijke traditie op eigentijdse wijze voort te zetten.
De schrijvers komen uit de kring van de predikantenclub Op Goed Gerucht die nu een alliantie is aangegaan met de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten (waarvoor Benjamins bijzonder hoogleraar is). Er is zelfs een nieuwe club uit voortgekomen – Relivant – die tekent voor het eerder genoemde ‘vertrekpunt’. Een beetje gezochte woordspeling, maar voor de initiatiefnemers is het te hopen dat het een sterk merk wordt.

Of de bundel daarbij helpt?
Er staat genoeg in dat inspireert, maar ook veel brave theologie. Predikanten zijn vaak lieve mensen. Het wordt zelden echt scherp of wild of werkelijk grensverleggend.
Bovendien domineert het dogmatische perspectief. Niet in de zin van dwingende doctrine maar wel omdat veel artikelen gaan over de geloofsleer en weinig over de geloofspraktijk. De uitgever heeft vragen klaar staan voor gebruik van het boek in gespreksgroepen (hoe kerkelijk) en in het inleidend hoofdstuk wordt opgegeven van de gemeentetheologie, maar de thema’s die gewone kerkmensen bezig houden zijn op een opmerkelijke manier afwezig. De vraag is of dit boek belangstelling kan wekken buiten kerkelijke kring.

Geen woord over de Islam, over de uitdaging om het christelijk perspectief te hanteren in een multiculturele en multireligieuze omgeving. Geen enkele aandacht voor oecumene, noch voor missionair kerk-zijn in een geseculariseerde context, laat staan voor de nieuwe religieuzen. De klimaatcrisis komt even voorbij, maar in de krap twee pagina’s die daar aan worden gewijd is nog geen begin te bespeuren van een theologische doordenking van het begrip duurzaamheid, of een theologische visie op de economie. De vluchtelingenproblematiek wordt behandeld in een, op aandringen van de uitgever, toegevoegd hoofdstuk, maar daarin wordt zo krampachtig gezocht naar een evenwichtige benadering dat we daarin de volgende voor mij verbijsterende passage kunnen lezen: “Respect is vaak ver te zoeken in het vluchtelingendebat. En dat blijft niet bij de schofferingen door populistische politici. Het begint misschien juist aan de andere kant: worden gastheren wel gerespecteerd als gasten zich opdringen? Ongevraagd dienen stromen mensen zich aan en eisen massaal rechten op waarvan onduidelijk is waaraan die zijn ontleend” (p. 221). De conclusie “als er wederzijdse erkenning kan komen voor de verschillende posities, is er hoop op een oplossing zonder verliezers” (223) is bij een dergelijke aanpak dan even vlak en nietszeggend als voorspelbaar.

de redacteuren rick benjamins, jan offringa en wouter slob (vlnr)

de redacteuren rick benjamins, jan offringa en wouter slob (vlnr)

Liberaal krijgt hier de ongewenste politieke bijklank van een burgerlijke theologie die graag de eigen vrijheid koestert maar waarin bijbelse noties als bevrijding, vrede en rechtvaardigheid van hun radicaliteit zijn ontdaan.

Misschien is het beste compliment voor een boek wel dat het tegenspraak oproept en uitdaagt om door te denken. Het spoor dat deze theologen uitzetten verdient het om een sterker profiel te krijgen, zodat het echt relevant kan worden. Theologie die gewone, gematigde (redelijke?) gelovigen inspireert en prikkelt om je door het dwarse verhaal van het redelijk-onredelijke Evangelie te laten uitdagen.

Rick Benjamins, Jan Offringa en Wouter Slob, Liberaal christendom – Ervaren, doen, denken, Isbn: 978-94-92183-21-7, 240 pagina’s, € 21,95

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply A.K.Ploeger 30/01/2016 at 20:12

    Helder verhaal, Bert.
    Ik vond Benjamins Een en ander een prima inleiding in hedendaagse theologie, maar ben voorlopig nog niet toe aan aanschaf van dit werk.
    Wel vraag ik me af, of het citaat over vluchtelingen een goede indruk geeft van het bewuste hoofdstuk. Zo ja, dan is het vreemd geformuleerd en – inderdaad- burgerlijk gedoe.
    Dag, Albert

  • Leave a Reply