Overdenking

kom tot inkeer, Marcus 1: 9 – 15

Hebt u er weleens over nagedacht waarom de vier evangeliën staan in de volgorde zoals we die kennen? Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Alle vier gaan ze over het leven van Jezus. Maar waarom staan ze nu in die volgorde?

Eén van de verklaringen is heel eenvoudig, dat ze gerangschikt zijn op grootte. Matteüs staat daarom vooraan, omdat het de meeste hoofdstukken telt (28).
Als u een beetje thuis bent in de Bijbel zult u nu misschien zeggen: hoe kan Marcus dan de tweede zijn, want dat is het kortste van alle vier. OK. Twee punten voor jou.
Heel lang is het evangelie van Marcus echter beschouwd als een samenvatting van het Matteüsevangelie. Vandaar dat het daar direct na is geplaatst.
Marcus had in bepaalde regio’s van de vroege kerk voldoende gezag om ook bij de vier officiële evangeliën te horen, maar in het algemeen beschouwde men hem als de minst belangrijke van de vier. Zoals gezegd, niet veel meer dan een uittreksel van het belangrijkste, grote, Matteüsevangelie.

Tegenwoordig denken we daar anders over. We hebben ontdekt dat Marcus het oudste van de vier is, en als basis heeft gediend voor de evangelisten Matteüs en Lucas. Daarom benadrukken hedendaagse Bijbelgeleerden veel meer de bijzondere betekenis van Marcus.

Het is dus een misverstand dat we hier met een samenvatting te maken hebben, al is het begrijpelijk dat men dat lang heeft gedacht. Want als iets de stijl van Marcus typeert, zeker in het begin van zijn boekje, dan is het de uiterst beknopte manier waarop hij vertelt. Hij valt als het ware met de deur in huis en vertelt niet meer dan nodig is.

Vandaag horen we in één adem over de doop van Jezus en over de verzoeking in de woestijn. In het ene vers staat dat Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan komt om zich te laten dopen en in het volgende vers komt hij al uit het water omhoog en daalt de Geest in de gestalte van een duif op hem neer. Een stem uit de hemel bevestigt zijn bestaan: Jij bent mijn geliefde zoon. “Meteen daarna” – zo staat het er letterlijk – meteen daarna drijft dezelfde Geest hem de woestijn in, waar hij veertig dagen verblijft en door Satan op de proef wordt gesteld. Anders dan bij Matteüs en Lucas horen we niets over die proef, over de zogenaamde verzoekingen.
Er wordt niet meer verteld dan dat hij daar tussen de wilde dieren verblijft en dat de engelen hem verzorgen. Vervolgens, om het even af te maken, wordt in twee zinnen gezegd dat Jezus naar Galilea terugkeert waar hij het goede nieuws verkondigt: het koninkrijk van Gods is nabij, kom tot inkeer. Richt je op dat koninkrijk, waarvan we voorlopig niet horen hoe of wat dat is, maar dat in het vervolg steeds meer contouren krijgt, in mensen die worden genezen, in gebroken levens die worden geheeld, en zovoort.

In al die beknoptheid wordt er ontzettend veel verteld.
Wij staan vanmorgen aan het begin van de 40dagentijd, waarin we de weg van Jezus volgen, de weg van zijn leven, van zijn lijden, sterven en opstaan. Het is de beweging van het geloof. Het is de oerbeweging van het leven. Het geheim van het christelijke geloof dat het leven is te vinden in de dood, dat in de levensgave van Jezus het mysterie van de liefde zichtbaar wordt, die alle dood overwint.

ivan kramskoi, christus in de woestijn

Dat houden wij steeds voor ogen, deze veertig dagen.
En vandaag begint dat dus bij de doop, en bij de verzoeking in de woestijn, en bij de oproep om tot omkeer te komen. Want nogmaals, voor Marcus is dat een en dezelfde beweging – meteen daarna…-  Maar wat zegt mij dat nu? Hoe kan de weg die Jezus gaat, mij raken? Wat betekent ´omkeer´? Ik doe een poging.

Je zou de gebeurtenissen die door Marcus zo beknopt zijn beschreven aan het begin van Jezus’ levensweg kunnen zien als een uitdrukking van zijn commitment, om een mooi Nederlands woord te gebruiken. Het is alsof er een bewuste keuze wordt gemaakt, waar hij zich aan verbinden wil. Doop en verzoeking bepalen de koers. Het zijn de merkstenen van de weg die hij voor zich ziet, de weg die hij moet gaan, de weg die leidt naar Jeruzalem en naar de plaats waar hij de liefde van God in volle glorie zal openbaren – nl. aan het kruis.

Nu kun je zeggen, dat is allemaal constructie achteraf. Ver na het leven van Jezus is met terugwerkende kracht het evangelie op papier gezet. Met de kennis van nu wordt de voorgeschiedenis in beeld gebracht, keurig verteld als één samenhangend verhaal. Maar zo is het leven toch niet?
Ja, ook wij vertellen ons levensverhaal als een samenhangend geheel. Je brengt er lijn in, ook al zag je dat lang niet altijd toen je er nog middenin zat. Achteraf zie je verbanden, leg je relaties tussen oorzaak en gevolg, krijgen de op zichzelf losse gebeurtenissen in een leven betekenis vanuit het geheel. Ieders levensverhaal is een soort constructie, maar het leven dat je leeft, nu en hier, dat wordt dikwijls gekenmerkt door een principiële onoverzichtelijkheid. In het leven dat je nu leeft, voel je je dikwijls heen en weer geslingerd, zie je er geen lijn of samenhang in, laat staan betekenis. Je weet nu nog niet wat straks de samenhang van je eigen leven blijkt te zijn geweest. Als je dood bent, zal een ander dat voor jou verwoorden. Het leven in het nu is iets verwarrends. Het is zoals in de bekende uitspraak van Kierkegaard: het leven moet voorwaarts geleefd worden, maar kan pas achterwaarts begrepen worden.

Doordat wij weten van Jezus’ kruis en opstanding, ik gebruik die klassieke woorden maar even als merktekens, doordat wij weten van het lot van Jezus, krijgen zijn doop en verzoeking een andere betekenis. Want ze komen in een soort samenhang te staan. Noodzakelijke eerste stappen op een uitgestippeld pad.
Maar de echte verzoeking is natuurlijk, dat je je weg of je levenspad gaat, terwijl je nog niet weet waar het goed voor is en waar het toe leidt, en of het wel ergens toe leidt en goed voor is. Tot omkeer komen, is je aan die boodschap van het Koninkrijk overgeven, dat voorlopig niet meer is dan een vaag vermoeden, je aan dat Koninkrijk overgeven zonder garanties vooraf.

Dat is het leven… en dat is onze dagelijkse ervaring in het leven. Als je alles van tevoren weet…
Om de diepgang van de 40dagen te ervaren, is het nodig om in deze liturgische periode het leven van Jezus te bemediteren alsof we niet van te voren weten hoe het verder zal gaan. Dat lijkt tegenstrijdig en onmogelijk, hoe kun je nu vergeten wat je weet, maar toch lijkt me dat het soort spirituele oefening dat van ons wordt gevraagd.
Juist de beknoptheid van Marcus, waardoor veel ongezegd blijft, en je als vanzelf de neiging krijgt om het in te gaan vullen – wat er precies in de woestijn is gebeurd –  of hoe je dat Koninkrijk je voor moet stellen; juist de beknoptheid prikkelt en vraagt een echte geloofsbeslissing in de zin van een waagstuk.

Dat betekent ook dat we de doop en de verzoeking aan het begin van zijn weg, als echte gebeurtenissen te zien, als menselijke daden, als een keuze die op dat moment nog niet wordt bepaald door zekere kennis over het vervolg en de afloop. Ook voor Jezus is het een waagstuk. Wat dus betekent, dat Jezus hier ervoor kiest, in alle vrijheid die een menselijke keuze tot een werkelijke keuze maakt. Hij kiest ervoor om zich te laten dopen – solidair met de gewone mensen die in eenzelfde verwachting en hoop zich door Johannes laten dopen. Jezus verbindt zich met hen. In een onvoorwaardelijke liefde.
Tegelijk kiest hij ervoor om zich door de Geest te laten meevoeren naar de woestijn – naar de plek van loutering en beproeving. Pas daarna heeft hij de innerlijke vrijheid om met zijn prediking te beginnen. Pas daarna begint hij het goede nieuws van Gods koninkrijk te verkondigen en is er de oproep aan ons, aan mij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws. Vertrouw je daaraan toe. Waag het met God.

Ik moet me als het ware steeds weer opnieuw aan die boodschap overgeven. Er telkens opnieuw voor kiezen. Dat is geloof en dat houdt nooit op.
Dat moet niet per se – ik kan er ook voor kiezen om dat allemaal langs me heen te laten glijden. Ik kan zelfs half bewust dat laten lopen; dan raakt het me niet, om wat voor reden dan ook. Dan leef ik mijn leven op routine, of in onbedachtzaamheid, of in een houding van ‘ik zie wel wat er van komt’. Allemaal mogelijkheden.
Maar de 40dagen zijn er nu juist om je daar uit te halen – om bewust te leven, om je telkens weer opnieuw te laten raken door dat goede nieuws van het Koninkrijk – maar wat is dat precies? – en door de weg van Jezus – maar wie is hij nu eigenlijk? – Dat zijn tegelijk de drijvende vragen achter het evangelieverhaal dat Marcus vertelt. Zijn beknoptheid roept dat des te meer op.

In de weg die Jezus gaat, en wij met hem in deze dagen, vermoeden we een antwoord, dat ons leven, ons zoeken en zuchten, diepgang, zin en betekenis kan geven. Moge dat vermoeden ons inspireren en ieder van u op zijn of haar weg dragen.

AMEN

 

 

Previous Post Next Post

2 Comments

  • Reply W.J.Koolstra 18/02/2018 at 21:02

    Geachte Bert,
    Met veel interesse je preek beluisterd. Deze opzet in de veertigdagen tijd vergt wel dat de preken op elkaar aansluiten, zodat de weg wel enigszins begaanbaar wordt. Is er afstemming wat dat betreft met de andere
    collega’s? Ik blijf luisteren, als het maar enigszins kan. Wees gerust: het bijwonen van een van de diensten in Baarn lijdt er niet onder! Hartelijke groeten en beste wensen van
    Wout Koolstra

  • Reply David 19/05/2018 at 09:00

    Dag Bert. Deze woorden zijn duidelijk voor mij. Ze raken me vanbinnen.
    Binnen in de beker. De uitnodiging om tot inkeer te komen heeft me lang geleden al geraakt.
    Ben dankbaar dat ik in mijn leven, Jezus heb ontmoet.

    De beste groeten. David

  • Laat een antwoord achter aan W.J.Koolstra