Boeken

J.M. Coetzee, De schooldagen van Jezus

In de nieuwe roman van Coetzee, De schooldagen van Jezus, gaat het evenmin over Jezus als in het vorige deel van zijn cyclus De kinderjaren van Jezus. De hoofdpersonen zijn het jongetje David, die we volgen samen met zijn adoptiefvader Simon en diens vriendin Inés. De verhoudingen in dit samengestelde gezin zijn nogal gespannen. David is een vroegwijs jongetje. Simon de rationalistisch ingestelde verzorger die de vaderrol op zich heeft genomen. Ines, die in de eerste roman gevonden werd als de vermeende moeder van het kind en die steeds ongelukkiger lijkt met haar weliswaar zelfgekozen rol. Met name de afstand tussen haar en Simon groeit, terwijl zij beiden zich verantwoordelijk voelen voor de opvoeding van David.

David is een wonderlijk ventje. Er is iets in zijn gedrag wat hem de trekken van de bijbelse Jezus geeft. Een associatie die Coetzee met zijn opmerkelijke titels de lezer lijkt op te dringen. Nergens wordt die relatie rechstreeks gelegd. Maar er wordt op gehint in sommige uitspraken, in de namen van personen en plaatsen. Het motief van de ster speelt een belangrijke rol. Tegelijk gebeuren er met David en de mensen om hem heen genoeg dingen die niet tot de Bijbelse verhalen over Jezus zijn terug te leiden.

Coetzee speelt zo een literair geheimzinnig spel. Gevoegd bij de kale, soms dwingende stijl, met een maximale zeggingskracht, zorgt dat voor een bijzondere leeservaring.
Er is het niveau van het verhaal, dat je samen zou kunnen vatten als ‘ouders op zoek naar de juiste school voor hun kind’, of ‘vader probeert zijn kind te begrijpen’. Maar tegelijk is er veel meer aan de hand in deze roman. Je gaat onwillekeurig op zoek naar allerlei leessleutels om te begrijpen wat Coetzee ons onder de oppervlakte wil vertellen.

Gaat het om de bijzondere gaven van David (is Jezus)? In plaats van naar een gewone school waar hij rekenen en taal leert, gaat de jongen naar een dansacademie, waar hij onder andere leert dat getallen een hemelse betekenis hebben die zich uitdrukt in ‘de dans van het universum’ (82). De jonge David gaat aanvankelijk helemaal op in deze sterrenreligie, maar als het hoofd van de school, de mooie Ana Magdalena (let op de naam!), wordt vermoord en de school daarna sluit, keert hij zich er net zo makkelijk weer van af.
Is Simon de hoofdpersoon? Hij die zich over David heeft ontfermd toen zij samen op een vluchtelingenboot in hun nieuwe – niet nader genoemde – land aankwamen, wat verteld wordt in het eerste boek. Het verschil tussen de soms dromerige en soms drammerige David en de nuchtere en onderkoelde Simon is groot. Het zorgt ook voor een emotionele verwijdering tussen Simon en Ines. Simon leert langzamerhand zich in de vreemde belevingswereld van zijn zoon in te leven.cartoonschool
Is het thema van Coetzee de kloof tussen droom en werkelijkheid, tussen fantasie en verbeeldingskracht versus platte realiteitszin? Of is toch de centrale thematiek die van het vluchtelingenbestaan, in de grond onzeker en fragiel, waar het gezin rond David voortdurend rekening mee moet houden? Je mag er naar raden.

Alle antwoorden bevatten een kern van waarheid, maar zelfs  samen vatten ze niet het geheel van deze wonderlijke, rijke, roman. Tussendoor speelt ook nog de moordenaar van de docente, Dimitri de klusjesman, een bijzondere rol in het verhaal.
Echte literatuur dus, die je na lezing in een prettige staat van verwarring achterlaat.

Een illustratieve passage vond ik de volgende.
Als Simon bij één van de leraren zijn beklag doet over de ongehoorzaamheid van David, antwoordt deze:
“‘Senor Simon, aangezien u open kaart tegenover mij speelt zal ik open kaart tegenover u spelen. U zegt dat uw zoon u uitlacht. Dat is eerlijk gezegd niet waar. Hij houdt van u en bewondert u, ook al doet hij niet altijd wat u zegt. Hij vertelt me vol trots hoe u, toen u stuwadoor was, de zwaarste lasten sjouwde, zwaarder dan al uw jongere kameraden. Wat hij u kwalijk neemt is dat u, hoewel u optreedt als zijn vader, niet weet wie hij is. Daar bent u zich van bewust. We hebben het eerder besproken.’
‘Hij neemt het me niet alleen kwalijk, hij slingert het in mijn gezicht.’
‘Hij slingert het in uw gezicht en dat maakt u van streek, zoals het hoort. Laat ik in andere woorden herhalen wat ik u bij onze laatste ontmoeting heb gezegd, en u misschien enigszins geruststellen.
Wij hebben, allemaal, de ervaring dat we in een nieuw land zijn gearriveerd en een nieuwe identiteit toegewezen hebben gekregen. Wij leven, allemaal, onder een naam die niet de onze is. Maar we raken er gauw aan gewend, aan dit nieuwe, bedachte leven.
Uw zoon is een uitzondering. Hij voelt met ongewone heftigheid aan hoe onecht zijn nieuwe leven is. Hij is niet bezweken voor de druk om te vergeten. Wat hij zich herinnert kan ik niet zeggen, maar daartoe behoort ook wat hij als zijn echte naam beschouwt. Wat is die naam? Ook dat kan ik niet zeggen. Hij weigert die te onthullen of is niet in staat hem te onthullen, ik weet niet wat. Misschien is ’t het beste, over het geheel genomen, dat zijn geheim geheim blijft.” (pp. 258 – 259)

Dat laatste kan bij goede literatuur niet letterlijk genoeg worden opgevat, het geheim het geheim laten.

J.M. Coetzee, De schooldagen van Jezus, Cossee Amsterdam 2016, isbn 9789059366855, 314 pagina’s, 19,95.

 

 

Previous Post Next Post

2 Comments

  • Reply Hetty Barenbrug 23/11/2016 at 10:03

    Een raadselachtig boek,
    Magisch misschien, wat het ook moeilijk maakt. Een boek om nog eens opnieuw te lezen!

  • Reply J.M. Coetzee, De dood van Jezus – Bert Altena 06/12/2019 at 11:52

    […] Coetzee zijn wonderlijke trilogie Jezusboeken. Eerder verschenen De kinderjaren van Jezus (2013) en De schooldagen van Jezus (2016), waarin net als in dit boek, ondanks de titel, de naam Jezus niet voorkomt. De hoofdpersoon […]

  • Leave a Reply