Overdenking

Inzicht in de tijd (Oudejaar 2014)

socratesKent u Socrates?
Socrates leeft in de vijfde eeuw voor onze jaartelling, in Athene, in Griekenland. Hij staat aan het begin van een lange traditie van Westerse filosofie, de zoektocht naar wijsheid. Socrates is de eerste echte filosoof. Waarom? Omdat hij de mensen vragen stelt, en zo op zoek gaat naar inzicht. Hij wordt in zijn tijd de wijste van alle mensen genoemd. Waarom? Omdat hij naar eigen zeggen maar één ding weet, namelijk dat hij niets weet. Volgens sommigen is dat nog steeds de hoogste wijsheid.
Ondertussen blijft Socrates zoeken en vragen stellen. Zo wordt een mens wijs en zo is een mens mens, want een leven waar niet over nagedacht is, is het immers niet waard menselijk leven genoemd te worden.
Het gaat erom inzicht te bereiken. Dat is het hoogste doel. Op weg daarheen ga je volgens Socrates door vier fasen. Het begint ermee dat je ergens een vermoeden van hebt. Je stuit ergens op, je loopt ergens tegen aan, laten we zeggen: de vraag, wat is tijd? En hoe leven wij in de tijd en met de tijd, die voorbijgaat? Dat is een typisch menselijke vraag, een filosofische vraag. Eerst heb je er een vermoeden van, zoals ieder mens. Uit die vermoedens vormt zich een mening. Dat is de tweede stap. Vervolgens, ik neem het even snel door, ontwikkel je een redenering. Dat is alweer een volgende stap. En op basis van redeneringen, bereik je vervolgens inzicht. Dat is nog weer hoger. Vermoeden, mening, redenering, inzicht – dat zijn de vier stappen in de socratische methode.

De Prediker zegt: God heeft de mens inzicht in de tijd gegeven.
Kent u Prediker?
Wie er precies achter het gelijknamige Bijbelboek zit, weten we niet. Vroeger dachten we dat het koning Salomo was, de meest wijze koning van zijn tijd, maar dat is niet zo. Het boek Prediker is later geschreven, zo in de vierde eeuw voor onze jaartelling. Misschien mede onder invloed van de wijsheid uit Griekenland, de opkomende filosofie. Wie zal het zeggen. In ieder geval lijkt de Prediker de meest filosofische stem uit de Bijbel. De stem van de mens, die vragen stelt, die zijn ogen de kost geeft, die nadenkt over de typische vragen van het menselijke leven, over bijvoorbeeld zoiets als, de tijd.

God heeft de mens inzicht in de tijd gegeven, zegt Prediker.
Is dat hetzelfde inzicht als waar Socrates naar streeft?
Dat is nog maar de vraag. Je kunt niet zomaar de filosofische begrippentaal leggen naast de Bijbelse poëzie. Want in onze vertaling staat er wel ‘inzicht’, maar in de vorige stond er, dat God “de eeuw in het hart van de mens heeft gelegd“. Kijk, dat klinkt al heel anders, poëtischer. Maar wat betekent dat dan, de eeuw in het hart gelegd?

Het lijkt er op dat wat Prediker hier uitdrukt, te maken heeft met het typische menselijke besef van tijd. De mens heeft benul van de tijd, vertel ons wat op oudejaarsavond. Wij weten dat we leven in de tijd, en dat de tijd zich in verschillende gedaanten aan ons voordoet. Als de tijd die is geweest, het verleden, dichtbij of verder weg, maar toch, de tijd die onherroepelijk is voorbij gegaan, waar we deel aan hebben gehad, herinneringen aan koesteren, bitter zoet, alles wat achter ons ligt, wat we achter laten.
Maar er is ook de tijd, als de tijd die op ons toekomt, de toekomst, dat wat voor ons ligt, een nieuw jaar, de tijd waar we over mijmeren en van dromen, waarvoor we plannen maken en allerlei voornemens, de tijd die zich voor ons uitstrekt, als je jong bent als een eindeloze ruimte, als je ouder wordt steeds meer verkort, ingedikt. Tijd als toekomst, die je aanlokt, maar die je ook verlammen en beangstigen kan.

De mens heeft besef van tijd. Dat maakt ons menselijk en onderscheidt ons van de dieren. Want een dier, zo heeft iemand zo mooi gezegd, zit vast aan de stik van het ogenblik. Net als een geit of een schaap niet verder kan grazen dan het touw waaraan het vastzit, zo is het dier gebonden aan het ogenblik. Het dier leeft, voor zover wij na kunnen gaan, in het hier en nu.
Wij, wij kunnen terugdenken aan wat we hebben meegemaakt, maar wij kunnen ons ook sappel maken om wat komen gaat. Dat kan een dier niet. Dat betekent, dat het dier daar ook geen last van heeft. Want heel veel menselijke ellende komt voort uit ons vermogen om terug te kijken of vooruit te zien.
Prediker zegt overigens in het hetzelfde hoofdstuk dat er niet zo’n verschil is tussen de mens en het dier: ‘ze delen dezelfde adem, dat is hun beider lot‘ en hij schrijft ook ‘een mens is niet beter af dan een dier, want alles is leegte‘ (19).
Dat is het typische refrein van de Prediker.

Is dat dan het inzicht in de tijd? Alles is leegte. Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt?
De wijsheid van de Prediker is, dat er voor alles wat er gebeurt een bestemde tijd is.
pred 3Dat is de boodschap van zijn lied ‘Alles heeft zijn tijd’ – Turn, turn, turn van The Byrds, nummer 1676 in de Top 2000 van dit jaar.
Alles heeft zijn eigen bestemde tijd.
Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien, en zo gaat dat door. We hebben het niet gelezen, maar u kent het allemaal. Het zijn woorden die door hun nuchter realisme ook kunnen troosten. Zo is het leven nu eenmaal, in goede en in kwade dagen…
Als de Prediker dit lied gezongen heeft, vervolgt hij met de woorden die wij hebben gelezen. Is dat dan de conclusie: alles heeft zijn tijd, maar een mens krijgt er geen vat op, heeft niet het vermogen om dat alles van begin tot eind te doorgronden? De mens weet hooguit dat hij, als het gaat om de tijd en het leven, niets weet?

Het zou een wat deprimerende conclusie zijn. En daarmee wil je het oude jaar toch niet afsluiten, laat staan een nieuw jaar beginnen?
Het hoeft ook niet. Ook niet van de Prediker, al klinkt hij soms somber, ironisch, cynisch haast. Toch is dat niet de echte wijsheid van de Prediker, naar mijn idee.
De wijsheid van de Prediker is zijn nuchterheid. Zijn eerlijkheid. Geen te vrome woorden of te grote gebaren. Ingetogen.
Maar in die nuchterheid zit ook nog een ander element, een ander besef, dat van het geloof, dat van Gods betrokkenheid op de wisselingen van onze tijd en het menselijke bestaan. Dat is niet iets wat er zozeer bij komt, als een vreemd element of een extra van buitenaf. Nee, dat is iets dat er van meet af aan in zit, een diepere dimensie, of een hoger weten, of hoe je dat ook noemen wilt, dat God, de Eeuwige, op dat leven van ons in de tijd betrokken is.
‘God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven… zonder dat wij dat van begin tot eind kunnen doorgronden‘ (vers 11).
Wat aan de mens is, is om vrolijk te zijn en van het leven te genieten.
Ja, precies zo staat het er hier (vers 12), en op andere plaatsen in datzelfde boek van de Prediker.
Dat is uiteindelijk zijn levensles en zijn levenswijsheid. Geniet van het leven.

Maar kun je zeggen: Klinkt dat niet vreselijk oppervlakkig? Is dit nu de uitkomst van onze zoektocht naar inzicht, naar wijsheid, dat je opgeroepen wordt om van het leven te genieten? Dat horen we al zoveel, dat is de boodschap van deze tijd en van onze cultuur. Het wordt zo gemakkelijk door mensen geroepen. Een oppervlakkige boodschap, waarmee ze gladjes over de echte dingen van het leven heen glijden. Is dat dan alles, wat de wijsheid van de Prediker, van de Bijbel ons te bieden heeft? Geniet van het leven.
Het is meer. Daarom, tot slot, nog een laatste gedachte.

Want het zou inderdaad vreselijk oppervlakkig en goedkoop zijn, als we de woorden van de Prediker gelijk stellen aan een oppervlakkige oproep om er uit te halen wat er in zit.
Fried_egg,_sunny_side_up_0Vaak klinkt dat zo: we leven maar één keer, het leven is kort, daarom: geniet er van, zolang het nog kan. Maar dat klinkt niet alleen oppervlakkig, dat is het ook. Omdat het maar één kant op kijkt (sunny side up), omdat het voorbij gaat aan het verdriet, de moeite, de zorgen enzovoort. Daar moet je maar niet teveel aan denken of bij stil blijven staan, wordt er dan gezegd. Vergeet dat nu maar. Je moet juist genieten.
Dat is oppervlakkig, en dat zegt de Prediker ook niet.
Hij weet wat het leven is, en hij heeft gewogen wat het leven is. Gezwoeg, een kwelling, lucht en leegte. Maar omdat hij dat weet, kan hij ook de diepte van het leven peilen, en dan ook de echte glans van het broze mensengeluk ontdekken. Dat is een vreugde om het leven, vrolijk zijn en genieten, een geluk dat voortkomt uit het leven dat echt op waarde wordt geschat.
Het is niet, ondanks dat het leven een kwelling is, moet je genieten. Dan is het een krampachtig tegenwicht.
Nee, het is, omdat het leven een kwelling is, mag je genieten van elk goed moment, van de zon op je gezicht (Pred. 11: 7) , van de vrolijkheid van de dag, want die worden je door God gegeven.

Er is een tijd om te huilen, en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen (3: 4).
En de kunst is, om die tijden te kunnen onderscheiden, en om ze dan, als ze zich aandienen, voluit te leven. Huilen als je huilen moet. Lachen als je lachen kunt. En beide zijn ons van God gegeven.
Er is een tijd om te spreken, en, u voelt hem al aankomen, er is een tijd om te …. zwijgen.
AMEN

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply