Boeken

Hans Küng, Doorleefde menselijkheid. Memoires

In 1979 werd de theoloog Hans Küng zijn kerkelijke leerbevoegdheid ontnomen door de kort daarvoor aangestelde paus Johannes Paulus II (Wojtyla). Het leek het einde te zijn van een tot dan toe glanzende academische carrière. Maar achteraf was het misschien wel het beste wat Küng is overkomen.

In het omvangrijke derde deel van zijn memoires Doorleefde menselijkheid geeft hij een overzicht van zijn theologische activiteiten die hij sindsdien heeft ontplooid. Met bewonderenswaardig optimisme zet hij zich in voor de ontmoeting tussen de wereldreligies. Hij entameert het project Spurensuche, een serie TV-documentaires over de diverse religieuze stromingen. Vanaf de jaren 90 is hij de drijvende kracht achter het project Weltethos, waarin gezocht wordt naar een gemeenschappelijke morele basis om de grote wereldproblemen aan te pakken. Met behulp van het begrip paradigma uit de wetenschapstheorie, maakt hij onderscheid tussen diverse ontwikkelingsfasen binnen de verschillende religies. Een genuanceerd begrip van religie maakt het mogelijk een eerlijke dialoog te voeren waarbij ruimte is voor vergelijking en herkenning, maar ook de verschillen erkenning vinden.

indexIn deze memoires komen zijn ervaringen en ontmoetingen met vertegenwoordigers van de religies volop aan bod. Küng is een veelgevraagd spreker bij tal van academische en kerkelijke gelegenheden. Een wereldburger en een globetrotter. Uitgebreid doet hij verslag van zijn vele reizen en ontmoetingen met allerlei belangrijke en invloedrijke wereldburgers. Het is maar de vraag of hij dat allemaal had kunnen doen, als hij kerkelijk hoogleraar in Tübingen was gebleven.

Het ontnemen van zijn kerkelijke leerbevoegdheid blijft hem niettemin steken. Verschillende malen komt hij erop terug, vooral in het hoofdstuk waarin hij het gebrek aan kerkhervorming hekelt. Hij heeft nog niets van zijn oude strijdbaarheid verloren. Als er een nieuwe paus gekozen wordt, schrijft hij uitgebreid aan alle bisschoppen. Hetzelfde als na vijf jaar episcopaat van Benedictus er een teleurstellende balans moet worden opgemaakt (pp. 590-595). Het tekent zijn persoonlijke tragiek dat hij van geen van de 5000 (!) geadresseerden ook maar enige reactie krijgt. Aanleiding voor een nieuwe filippica tegen het ‘bureacratisch kerkelijk apparaat’ (596).

Küng behoorde samen met Joseph Ratzinger tot de jongste theologen bij het Tweede Vaticaanse concilie (1962-1965), dat verandering in de RK-kerk nastreefde. Küng ging op deze weg verder; Ratzinger liet zich steeds meer inkapselen in het curiebolwerk en werd uiteindelijk zelfs paus. Küng wijdt er bittere pagina’s aan, ondanks aanvankelijk een hoopwekkende ontmoeting aan het begin van Benedictus’ pausschap.

Zijn eigen theologische kompanen, zoals Edward Schillebeeckx, ziet hij om zich heen wegvallen. Het stelselmatig terugdraaien van de resultaten van Vaticanum II is gaat onverminderd voort. Küng wordt steeds meer een eenzame strijder. Ondanks al zijn contacten, in isolement. Hij heeft sowieso de neiging mensen in te delen in vriend en vijand. De eersten worden geroemd, als ‘eminente wetenschappers’, ‘erudiete geesten’ of zelfs als ‘elegant gekleed’ (als het om dames gaat), maar als je het misprijzen van Küng hebt opgevat zijn de oordelen er ook naar. Van iemand die het waagt zich van hem af te keren, schrijft hij: ‘hij verloor het contact met mij’. Symptomatisch voor een persoonlijkheid die zichzelf in het centrum plaatst? De hoofdstuktitels waarin hij verhaalt over zijn ervaringen en ontmoeting met allerlei religieuze vertegenwoordigers lijken dat te onderstrepen: ‘mijn wereld van de Islam’, ‘mijn wereld van het jodendom, enzovoort.

Toch zou het onterecht zijn Küng weg te zetten als een egocentrische ijdeltuit. Hij heeft de grootheid om ook zichzelf te ontleden en zijn eigen ‘ijdelheid’ kritisch tegen het licht te houden (640-641). Hij doet dat in uitgesponnen reflecties onder de titel ‘aan de avond van het leven’, waarin hij in dankbaarheid ondanks alles, de balans opmaakt van zijn lange theologenleven en nadenkt over het levenseinde.

Aan het einde van zijn boek (en zijn memoires) wordt hij steeds persoonlijker. Tegelijk blijft het tekenend dat hij in datzelfde hoofdstuk uitvoerige aanwijzingen voor zijn begrafenisdienst maar ook enkele volledig uitgewerkte “overdenkingen (aanbiedt) die men bij deze gelegenheid al naargelang de situatie zou kunnen gebruiken” (p. 669 e.v.).

Zo is er meer in dit uitbundige boek dat gerust achterwege had kunnen blijven, om niettemin een beeld te schetsen van een interessant theoloog en een boeiend en rijk leven.

Hans Küng, Doorleefde menselijkheid. Memoires, Ten Have Utrecht 2015, 752 pag., ISBN 9789025903985, € 59,99

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply