Boeken

Emmanuel Carrère, Het Koninkrijk

De Franse schrijver Emmanuel Carrère leerde ik kennen door zijn boek Limonov (2011), een prachtig relaas over het verbijsterende leven van zijn gelijknamige vriend en Russische avonturier. Nu verrast hij opnieuw, met Het Koninkrijk, dat vorig jaar in Frankrijk een kaskraker was. Een boek over de oorsprong van het christelijk geloof.
De fascinatie voor de ontstaansgeschiedenis van het Nieuwe Testament heeft te maken met een korte periode in Carrère’s leven begin jaren negentig. Hij lijdt aan depressies, zit in een ongelukkig huwelijk en worstelt met een writer’s block. In die tijd heeft hij een korte en hevige flirt met het christelijk geloof. Het zijn jaren van fanatiek geloof, waarin hij dagelijks een korte passage uit het Johannesevangelie bestudeert en nauwgezet zijn observaties noteert. Uiteindelijk levert dat twintig dichtbeschreven schriftjes op, die hij altijd heeft bewaard, ook na zijn ‘bekering’ tot het atheïsme. Maar het bezit van deze schriftjes realiseert hij zich pas als hij al lang en breed met het boek bezig is. “O wondere wegen van het onderbewuste … Het schoot me niet te binnen dat ik het verhaal dat me nu zo interesseert op een bepaald moment in mijn leven ook zelf heb geloofd” (p. 16). Hij beseft dat er ook een persoonlijke interesse meespeelt, waar hij op een of andere manier helderheid over moet zien te krijgen.

carrere-buonaDeze persoonlijke insteek maakt het boek bijzonder.
Het is niet de zoveelste studie over wat op zichzelf nog altijd fascinerend is, hoe uit een obscuur hoekje van het Romeinse Rijk rond een onbetekenende wonderdoener een wereldwijd geloof kon ontstaan. Het Koninkrijk heeft als extra Carrère’s persoonlijke zoektocht, in alle onthullende eerlijkheid en onder voortdurende zelfreflectie uitgevoerd en tegelijk herkenbaar voor een hedendaags publiek. Daardoor weet Carrère de lezer te appelleren, komt hij dichtbij.

De eerste honderd bladzijden hebben dat effect al voorbereid. Daarna duikt Carrère de geschiedenis in. Eerst wordt de figuur van Paulus getekend. Bij hem begint immers het christelijk geloof. Vervolgens reconstrueert hij Jezus’ leven aan de hand van evangelist Lucas. Lucas is één van de niet-joodse bekeerlingen van Paulus en een tijdje zijn metgezel geweest. Carrère schrijft vlot en schildert overtuigende historische portretten, ook al bestaan die voor grote delen uit reconstructie en suggestie. Simpelweg omdat we feitelijk niet zoveel weten. Carrère’s levendige fantasie en zijn eigen ervaringen als (scenario)schrijver geven aan veel van zijn suggesties een geloofwaardig karakter. Hij wil niet alleen de oorsprong reconstrueren maar probeert ook door te stoten naar de innerlijke drijfveren onder het christelijk verhaal. Bijvoorbeeld in de volgende passages:
“Ik wil niet de indruk wekken dommer of ijdeler te zijn dan ik ben. Terwijl ik in mijn wijsneuzige lectuur verdiept was, bleef iets in mij toch beseffen dat er geen betere manier is om de boodschap van het evangelie mis te lopen, en dat Jezus in het evangelie voortdurend beklemtoont dat het Koninkrijk niet toegankelijk is voor rijke of slimme mensen” (p. 314),
of
“Zo laat ik mijn mijmeringen meestal de vrije loop – en terwijl ik me eraan overgeef, neem ik de basisregel in acht van elke psychoanalyse of meditatie: aanvaarden dat je denkt wat je denkt, dat er in je omgaat wat er in je omgaat. Niet zeggen: dat is goed of dat is fout, maar: het is, en ik moet mijn plaats vinden in wat is.
Toch komt een koppig stemmetje met de regelmaat van de klok deze buien van farizese zelfgenoegzaamheid verstoren. (…) Als dat stemmetje te horen is, proberen de stemmetjes van de psychoanalyse en de meditatie het te overschreeuwen: alsjeblieft, geen zelfmedelijden, geen misplaatst schuldbesef. Geen zelfkastijding. Wees om te beginnen mild voor jezelf. Dat is allemaal veel cooler, het komt me beter uit. Toch denk ik dat het stemmetje uit het evangelie de waarheid zegt” (p. 332).

Aan het slot van het boek vertelt hij over een retraiteweekend in een Ark-gemeenschap, waar mensen met een verstandelijke beperking samenwonen met hun hulpverleners, die één op één hun leven delen. Hij is hiertoe overgehaald door een mail van een lezeres, om de proef op de som te nemen en zich bij zo’n sessie de voeten te laten wassen en zelf de voeten van iemand anders te wassen, bij voorkeur die van een gehandicapte. Het tekent Carrère dat hij, na aanvankelijke aarzeling, de uitdaging aangaat en ‘moet toegeven dat hij daar heel even een glimp van het Koninkrijk heeft opgevangen’ (482 – 491).

Carrère maakt ons deelgenoot van al zijn aarzelingen, overwegingen, worstelingen. Hij is genadeloos openhartig en daardoor overtuigend. In een passage van enkele pagina’s schrijft hij over zijn fascinatie voor een filmpje op Internet van een masturberende vrouw en verbindt dat met een overweging over de bloedeloze manier waarop Maria meestal in de schilderkunst is afgebeeld. Drijft hij hier zijn zelfetalering niet te ver in de richting van goedkoop effectbejag door? Geconfronteerd met deze kritiek in een interview met Peter Giesen in de Volkskrant (15 mei) reageert Carrère: ‘Het amuseerde me. Het is een scène die ik ook had kunnen schrappen. Maar als je een boek over het christendom schrijft, word je met een ding geconfronteerd: er zit weinig seks in. Dat stoort me een beetje aan het christendom. Daarom deed het me plezier er een beetje seks in te stoppen.’

Raymond van Donk

Raymond van Donk

Carrère toont met dit opmerkelijke boek zijn schrijftalent. Hij weet hoe hij hedendaagse lezers mee kan nemen door zijn onderwerp vanuit diverse invalshoeken te benaderen, de persoonlijke insteek nadrukkelijk te hanteren en er tegelijk voor te zorgen dat zijn verhaal het egocentrische overstijgt. Daardoor kan een boek over zoiets stoffigs als de oorsprong van het christendom onder zijn hand een verkoopsucces worden.
Het verdient het om dat ook in ons land te worden. Je leert er meer van dan van menig geleerd theologisch boek.

Emmanuel Carrère, Het Koninkrijk, De Bezige Bij Amsterdam 2015, isbn 9789085426530, 492 pag., € 29,90.

Eerder schreef Marjolijn Corjanus een mooie recensie bij de Franse uitgave.

Previous Post Next Post

No Comments

Leave a Reply