Overdenking

Een beker koel water, Matteüs 10, 34 – 42

‘Niet over de politiek en niet over de kerk’. Misschien herkent u het. In menige familie is dat de afspraak, vaak stilzwijgend, om het een beetje gezellig te houden op de verjaarsvisite. We hebben het niet over de politiek en ook niet over de kerk. Daar komt alleen maar ruzie van, kwaaie koppen en een verpeste sfeer.

Printversie

Jezus zet de boel op scherp, als hij tegen zijn leerlingen zegt: denk niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen.. Ik kom een wig drijven tussen huisgenoten, tussen vader en zoon, moeder en dochter, schoonmoeder en schoondochter.
Dat is nogal wat. En het stuit ons tegen de borst. Laten we het liever wat gezellig houden. Er is al genoeg onenigheid in de wereld. En we weten, vanuit het verleden, hoeveel strijd er geweest is om kwesties van kerk en geloof – dat willen we niet meer! Moet het zo scherp, als Jezus hier zegt? Wie meer houdt van zijn vader of moeder dan van mij, is mij niet waard?

Alles wat we hierover zeggen, brengt ons in een bijzondere spagaat.
Want aan de ene kant moet je de woorden van Jezus wel afzwakken. Wie dit al te letterlijk neemt, komt bij een gevaarlijk soort fanatisme uit en bij alle ellende die daaruit voortvloeit.
Maar het andere been van de spagaat is, dat als je deze woorden serieus wilt nemen, je ze ook niet zomaar aan de kant kunt schuiven. Het gaat in dit gedeelte over de kern van het evangelie. Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden.

Misschien is het zo, dat de achtergrond van deze tekst gekleurd wordt door de situatie van de eerste christenen, een situatie waarin de keuze voor het volgen van Jezus soms betekende dat er een breuk ontstond binnen het joodse gezin of familie. Het ontstaan van de kerk is een pijnlijke losscheuring geweest uit de joodse traditie; dat heeft Jezus niet bedoeld, maar zo is het gelopen.
Die achtergrond is een andere, dan de onenigheid of de tegenwerking die wij vandaag eventueel ondervinden als we ervoor kiezen om Jezus te volgen. Op zijn slechtst word je een beetje meewarig aangekeken – geloof jij nog? – maar de meeste mensen laat het onverschillig, en niemand legt je een strobreed in de weg, toch? Dat is geen vergelijk. Maar misschien is die brede onverschilligheid – ook bij ons zelf – wel een veeg teken. Als wij het zelf niet meer zo scherp beleven, als Jezus hier formuleert, betekent dat dan ook niet, dat het heilig vuur bij ons verpieterd is tot een strovuurtje?

Dat is een wat ongemakkelijke vraag, ook voor mij zelf. Maar dat is wel precies wat die woorden van Jezus bij ons los moeten blijven maken, willen we ze niet als achterhaald of overdreven aan de kant schuiven. Dat heeft niets te maken met fanatisme, maar wel met commitment.
Jezus zegt, ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Dat zwaard is niet het beeld van geweld, maar het beeld van verdeeldheid. Kiezen om de weg van Jezus na te volgen, heeft ook een keerzijde. Kiezen voor – positief – is ook altijd kiezen tegen – negatief. Wie kiest, maakt vrienden, maar ook vijanden.
In de liturgie van de paasnacht, als wij de doop gedenken, dan belijden wij ons geloof, in drieën (Vader, Zoon en Geest) en daaraan vooraf gaat een drievoudige verzaking:
Wilt u de Heer uw God dienen en naar zijn stem alleen horen? Ja, dat wil ik.
Wilt ge u verzetten tegen alle machten die als goden over ons willen heersen? Ja, dat wil ik.
Wilt u ieder slavenjuk afwerpen en leven in de vrijheid van Gods kinderen? Ja, dat wil ik.

Dat zijn geladen woorden, zeker als je ze mee zegt en mee belijdt. Maar daar ligt wel de kern. Kiezen voor het geloof in de God van bevrijding, betekent kiezen tegen alles wat dat weerspreekt. De knellende machten van het kwaad, van de zonde, van dat wat jou en andere mensen naar beneden trekt.
De keuze voor de navolging van Jezus, een levenslange leerweg, brengt je soms op ongekozen paden, op wegen en in situaties die je niet hebt gewild, maar waarin toch een keuze, een standpunt, een woord of een daad van je wordt gevraagd. Kiezen voor en kiezen tegen. En wie niet kiest, kiest ook.

Daarom spreekt Jezus hier ook over het kruis. Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard.
Gevaarlijke woorden, omdat ze gemakkelijk worden misverstaan.
Het betekent geen verheerlijking van het lijden, zoals er vaak van is gemaakt. Het kruis is niet iets wat je hoeft te zoeken, het komt wel vanzelf op je pad. Zo is het leven.
Maar hier gaat het om het kruis of het lijden dat voortvloeit uit de keuze voor Jezus. Voor generaties voor ons en voor mede-gelovigen elders in de wereld van vandaag, kan dat heel concreet levensbedreigend zijn, en dat is het voor ons niet. Daar moeten we ook eerlijk over zijn. Maar het zou de uiterste consequentie kunnen zijn.

Hoe moeilijk is het al niet, je mening overeind te houden, als iedereen om je heen anders denkt. Hoe lastig is het, om ergens voor uit te komen, in een omgeving die daar vijandig tegenover staat. Om dwars tegen de meerderheid in te gaan, om te staan voor iets dat niet populair is.
In zulke situaties, die ieder van ons kent, proef je al een beetje welke moed er soms nodig is, om toch te zeggen wat gezegd moet worden en te doen wat gedaan moet worden.

En dat laatste, doen wat gedaan moet worden, hoeven we heus niet altijd te zoeken in de grote gebaren of de spectaculaire daden. Het is goed om dat aan het einde van deze overdenking te onderstrepen, ook weer met de woorden van Jezus uit het evangelie van deze zondag. Het kan al zitten in het eenvoudige gebaar van een beker koel water, dat kan al een daad van rechtvaardigheid zijn, een gebaar dat verschil maakt.
En dat brengt het tenslotte ook weer binnen het bereik van onszelf, gewone en aangevochten en aarzelende en soms onzekere mensen. Jezus vraagt geen bovenmenselijke inspanningen, ook niet als hij spreekt over het kruis dat je op moet nemen. Dat gaat over mijn kruis, niet zijn kruis – dat is ons te machtig; nee, het is mijn kruis, mijn weg, mijn keuze. Een beker koel water kan al het verschil maken. Zo eenvoudig, zo elementair.

Jezus geeft ons hier goed beschouwd geen opdrachten, hij maakt ons vrij om dat te doen, te durven doen, wat we allemaal al in ons hebben.

Wilt u ieder slavenjuk afwerpen en leven in de vrijheid van Gods kinderen?
Ja, dat wil ik!

AMEN

Previous Post Next Post

1 Comment

  • Reply W.J. Koolstra 28/06/2020 at 19:30

    Bert, ik stuurde je al een mailtje, maar via deze weg nogmaals mijn waardering en van harte het
    beste gewenst. Ik draai de preek uit en zal hem doorgeven aan mijn dochter (bijna 66) die onlangs haar Bachelor theologie heeft gehaald en in september in Groningen hoopt door te gaan voor haar Master. Hartelijk groetend
    Wout

  • Laat een antwoord achter aan W.J. Koolstra